Dinsdag

Het Paspoort

Om je in te checken op het vliegveld, te zeggen tegen de Stewardess dat je mee wilt vliegen, heb je een paspoort nodig. Een paspoort is een klein boekje met lege blaadjes en en een blaadje waar op staat wie jij bent.

 

Hoe weten ze wie je bent op het vliegveld?

Op het blaadje staat jouw pasfoto. Op de pasfoto van je paspoort moet je altijd naar voren kijken en je mag niet lachen. We gaan nu naar een filmpje kijken hoe een pasfoto gemaakt wordt.

 

Zien jullie of de mevrouw lacht? Zien jullie haar tanden?

Zijn de foto's die uit de printer kwamen groot of klein?

 

Jullie gaan straks ook een paspoort maken, daar hebben jullie natuurlijk ook een pasfoto voor nodig. Weten jullie nog wat jullie moeten doen voor de foto? Recht naar voren kijken en niet lachen.

 

Zo nu heeft iedereen een foto. Deze foto moet ik nu mailen naar de computer. Zodat ik de pasfoto's van jullie kan uitprinten. Als de foto's in mijn mail zitten moet ik ze eerst opslaan op de computer. Kijken jullie mee hoe dat moet?

 

We gaan nu even kijken wat er allemaal nog meer op een paspoort staat. Kunnen jullie het zien? Wie weet al te vertellen wat er op staat?

Wat staat er allemaal op?

 

Nu we weten wat er allemaal op een paspoort staat, hebben jullie zin om zelf ook een paspoort te maken?