Het kinderverhaal
ELEGAST DE TOVENAAR
Zie je dat gat gemaakt daar in de muur?
Dat hebben ze daar ooit gemaakt,
zodat ze naar binnen konden gaan en tovenaar Elegast ging naar binnen en zei: ‘’Jij pakt alles wat ik je aangeef vanuit dit gat,’’
Hij wilde de Koning niet door het gat laten gaan.
De tovenaar was bang dat ze dan zouden worden betrapt.
De tovenaar wilde geen dief die zo onhandig deed, maar wilde wel graag dat alles goed ging tussen beiden want ze deelden lief en leed, de tovenaar zou alles met hem delen en alles wat hij zou winnen.
De Koning bleef dus buiten en tovenaar Elegast ging naar binnen.
De tovenaar kende tovenarij; overal waar hij kwam daar toverde hij.
Hij was daardoor anders dan vele anderen.
Hij haalde een soort kruid uit zijn zak en stopte dit in zijn mond,
Zodat hij opeens alles heel erg goed kon verstaan.
Van het gekraai van hanen tot hondengeblaf,
Alle dieren luisterde hij zo af.
Eerst zei een haan en toen een hond,
Die aan de buitenkant van de muur bij de Koning stond.
Toen zeiden ze in dierentaal, Elegast zei ik versta jullie allemaal.
Is de Koning hier: vroeg de tovenaar zich af, ik ben benieuwd.
Er hangt iets vreselijks in de lucht.
Er is een verrader bezig geweest of werd de tovenaar nou misleid door een boze geest?
De tovenaar besloot terug te lopen naar de muur met het gat.
Want daar was de Koning nog steeds.
Hij vertelde de Koning wat hij had gehoord.
Tenminste, had hij het zich niet ingebeeld?
Zowel de hond en de haan hadden hem laten weten dat de Koning hier was, ook al wist hij niet precies waar.
Toen zei de tovenaar, wie zei dat en wat weet jij daarvan?
Wat zou de Koning hier dan moeten doen?
Als je echt gelooft dat een hond en een hoen kunnen praten dan ga je op je bijgeloof af. Jij vertelt sprookjes die nergens op slaan, waarom doe jij dit een ander aan? Geloof je dat zelf nou echt?
Elegast de tovenaar zei: ‘’Luister zelf maar eens’’.
Hij deed bij de Koning die voor hem stond ook een stukje kruid in de mond.
De tovenaar zei toen: Nu kun je horen wat ik ook net gehoord heb.