3.5.3. Taak: de herinnering van de bevrijding

Lees onderstaande essay en los de vraagjes op in je bundel. Je kan de tekst ook uitgeprint daar vinden.


Zeg vooral niets over de Russen

Essay Marc Reynebeau - Redacteur De Standaard - zaterdag 8 juni 2019

Wereldleiders twisten nog altijd over de betekenis van D-day en van de Tweede Wereldoorlog. Ze deden nooit anders, ook de voorbije week niet. Maar als zíj de vrijheid nemen om het verleden te interpreteren, kan ook wie het fascisme wil oprakelen dat doen.

De Russische minister van Buitenlandse Zaken Sergej Lavrov was donderdag ontstemd. ‘Het waren de volkeren van de Sovjet-Unie die de ruggengraat van het Derde Rijk hebben gebroken’, stelde hij. En dat ‘het vuur van de waarheid’ niet te doven valt, wilde hij toch even kwijt aan het adres van ‘de ­geschiedenisvervalsers’ die daarop uit zouden zijn. Hij bedoelde impliciet de westerse landen die woensdag en donderdag de geallieerde landing in Normandië van 75 jaar geleden plechtig herdachten. Tegenover de suggestie dat D-day, 6 juni 1944, het beslissende keerpunt in de Tweede Wereldoorlog was, wilde ­Lavrov graag een ander narratief plaatsen.

Aan de andere kant van het continent vocht het Rode Leger inderdaad vier jaar lang in zijn eentje en slaagde het erin om de nazi’s ruim 2.200 kilometer terug te drijven, tot in Berlijn. Daarbij stierven 20 à 27 miljoen Sovjetburgers en -soldaten. Ter vergelijking: toen kwamen 859.900 Britten en Amerikanen om. (Maar ook, onder meer, 20 à 25 miljoen Chinezen).

De bijdrage van de Sovjet-Unie in het verslaan van nazi-Duitsland was cruciaal, en het land betaalde er een gruwelijke tol voor. Dat doet weinig af van de betekenis van D-day en het westelijke front, al klopt het ook dat de geallieerden het in Normandië niet tegen de meest ervaren troepen moesten opnemen, want die had de Duitse legerleiding veel talrijker ingezet waar ze die het dringendst nodig had: aan het Oostfront, tegen het Sovjetleger.

Russen niet welkom

Lavrovs bittere uitval brengt een politieke interpretatiestrijd rond dat verleden aan de oppervlakte. Want de Russen waren deze week niet welkom op de herdenkingsplechtigheden van 75 jaar D-day. Internationale spanningen duwen Rusland in sancties en diplomatiek isolement. En deze week begon het nog maar pas. Tot midden volgend jaar herdenkt Europa op grote schaal 75 jaar bevrijding, en nergens staat daarbij al een zitje voor de Russische leiders klaar.

Dat is ook mogelijk omdat er een historische grondslag voor bestaat. De beeldvorming rond D-day had al zeer vroeg, ­zeker tijdens de Koude Oorlog, de bijdrage van de Sovjet-Unie aan de oorlog tegen de nazi’s gerelativeerd door precies erg veel gewicht te geven aan de Amerikaans-Britse landing op de Normandische stranden. Dat hielp vast ook om het prestige te temperen van het Rode Leger, dat in West-Europa bij de bevrijding het communisme populair maakte.

Toen de inwoners van het pas bevrijde Parijs eind augustus 1944 werd gevraagd wie de doorslag gaf in de oorlog die toen nog bezig was, meende 61 procent dat de Sovjets die verdienste toekwam, tegen 29 procent voor de Amerikanen, die tenslotte lang voor neutraliteit hadden gekozen en pas eind 1941 in de oorlog waren gekomen. Bij een analoge peiling bij alle Fransen zestig jaar later, in 2004, sloeg de verhouding om, naar 20 tegenover 58 procent. ‘De kant die de Koude Oorlog won’, zo becommentarieerde het Franse blad Le Monde Diplomatique die evolutie, ‘heeft ook de slag om de herinnering gewonnen.’