
Wanneer een dier reageert op zijn omgeving, dan reageert hij op uitwendige prikkels, prikkels die uit de omgeving van het dier komen. Dus uitwendige prikkels komen van buitenaf.
Dieren reageren ook op inwendige prikkels. Inwendige prikkels ontstaan binnenin het lichaam. Het lichaam neemt een verandering in het lichaam waar en reageert daarop met bepaald gedrag. Een inwendige prikkel kan een hormoon zijn, een pijngevoel of een hongergevoel. Bij een hongergevoel registreert het lichaam een verandering in de maag (te weinig voedsel), waardoor de motivatie om te eten ontstaat. Vervolgens vertoont het dier een bepaald gedrag, bijvoorbeeld op jacht gaan of eten.
Natuurlijk kunnen dieren (en mensen) niet op alle inwendige en uitwendige prikkels reageren. Dat zou veel te veel zijn! Gelukkig hebben dieren (en mensen) een soort van filter, waardoor ze niet op alle prikkels reageren. Denk maar eens aan jezelf: reageer jij ook op alle geluiden in de klas? En let jij altijd op alles wat er gebeurd om je heen?
Dit “filter” wordt de drempelwaarde genoemd. De drempelwaarde is de intensiteit (“heftigheid”) die een prikkel moet hebben, voordat er een reactie op komt. Dit is het beste te vergelijken met een dam of drempel. Het stuwmeer overstroomt pas, als het water (in de dit geval de prikkels) een bepaald niveau heeft bereikt en over de dam heen komen. Pas als het water over de dam komt, geeft het dier een reactie.
Natuurlijk heeft niet ieder dier dezelfde drempelwaarde, net zoals jij minder snel reageert op bepaalde prikkels dan een klasgenoot.

Sleutelprikkels en supranormale prikkels
Een inwendige en/ of uitwendige prikkel kan ook een sleutelprikkel zijn. Zoals je in de afbeelding 1 kan zien, reageert een dier pas op een prikkel als deze over de drempelwaarde heen gaat. Wanneer een dier reageert op een bepaalde prikkel, wordt deze prikkel een sleutelprikkel genoemd.
Voorbeelden van sleutelprikkels zijn:

Verschillende gedragsonderzoekers, zoals onder andere Nico Tinbergen, hebben onderzoek gedaan naar sleutelprikkels en de reactie van dieren daarop. In zijn onderzoeken met onder andere zeemeeuwen en scholeksters kwam Tinbergen er achter dat dieren soms heviger reageren op bepaalde, overdreven prikkels.
Zoals hiervoor uitgelegd, reageren jonge zeemeeuwen op de rode vlek op de snavel van hun ouders. Tinbergen ontdekte dat jonge meeuwen nog heftiger reageren als er een dun staafje met 3 rode vlekken wordt gebruikt. In dit voorbeeld is het dunne staafje met de rode vlekken de supranormale prikkel. Een supranormale prikkel is dus een prikkel die een onnatuurlijk heftige reactie veroorzaakt.
Tinbergen deed ook veel onderzoek naar scholeksters. Uit zijn onderzoek bleek dat vrouwtjes in de broedtijd gaan broeden, als ze een gestippeld ei zien. Van nature leggen deze dieren gestippelde eieren, welke dus de sleutelprikkel zijn voor een dier om te gaan broeden. Tinbergens onderzoek naar supranormale prikkels liet zien dat scholekstervrouwen een voorkeur hebben voor gestippelde eieren, die vele malen groter zijn dan hun normale eieren. De drang om te broeden wordt door dat grote ei nog meer versterkt. Het grote ei is dus een supranormale prikkel voor de scholekster.
Ook in de natuur komen supranormale prikkels voor. Denk maar eens aan de koekoek. Deze vogel legt zijn eieren in de nesten van kleinere vogels, die het ei dan uitbroeden. Het ei komt altijd eerder uit dan de eigen eieren van de ”pleegouders”. Zodra het jong uitkomt begint het om eten te vragen bij zijn pleegouders (die zich hier niet van bewust zijn). Zodra de andere eieren uitkomen, worden de jongen door het koekoeksjong uit het nest geduwd en sterven. De sleutelprikkel voor de pleegouders om eten te zoeken voor hun jongen, is de rode keel van het jong als deze zijn bek open heeft. De extra grote bek van het koekoeksjong, zorgt ervoor dat de pleegouders extra hard werken om eten te verzamelen. De grote bek van de koekoek is dus een supranormale prikkel voor de pleegouders.
In de reclamewereld wordt ook vaak gebruikt gemaakt van supranormale prikkels. Zo verkopen auto’s beter als zij extra glimmend afgebeeld worden met een mooie vrouw erbij. Die vrouw wordt dan afgebeeld met abnormaal lange benen en/ of vergrote borsten