Communicatie en emoties

Communicatie

Niet alleen mensen communiceren met elkaar, maar ook dieren communiceren met elkaar. Dieren communiceren met elkaar om verschillende redenen:

Soorten communicatie

Er zijn verschillende soorten communicatie; communicatie tussen verschillende diersoorten en communicatie tussen dieren van dezelfde soort (binnen een soort).

Communicatie tussen verschillende soorten kan op twee manieren: van de prooi naar het roofdier en andersom. De communicatie van prooi naar roofdier kan bijvoorbeeld plaatsvinden als de prooi beweegt en daardoor de aandacht van het roofdier trekt. Bijvoorbeeld een bidsprinkhaan ziet een krekel bewegen en valt aan.                                                                  

Er kan ook gecommuniceerd worden door middel van waarschuwingskleuren. Veel giftige dieren hebben felle kleuren om aan hun roofdieren een waarschuwing te geven dat ze maar beter met rust gelaten kunnen worden.

Een andere mogelijkheid is te communiceren door middel van gedragsveranderingen, een cobra zal bij dreigend gevaar een grotere houding aannemen en zijn ‘kap’ opzetten.

Als laatste kan een prooi ook communiceren door een afweersignaal te geven: een vieze geur die afgescheiden wordt, of heel hoog springen om te laten zien dat je heel fit bent.

Zoals hiervoor aangegeven, kan er ook communicatie plaatsvinden van roofdier naar prooi. Een voorbeeld hiervan is deceptie. Het roofdier misleidt de prooi door het naar zich toe te lokken. Een voorbeeld is de hengelvis, die vissen lokt door een uitstulping op zijn kop, waaruit licht komt.

Afbeelding 1: Gifkikkers hebben felle kleuren om aan te geven dat ze giftig zijn. Ze zeggen dus eigenlijk "Pas op! eet mij niet op want ik ben giftig!"

Manieren van communiceren

Tot nu toe heb je al veel voorbeelden gezien hoe dieren met elkaar kunnen communiceren. Al deze manieren kun je in één van de 5 verschillende groepen plaatsen: geluid, visueel, geur, tast en electrocommunicatie.

Het is niet vreemd dat juist de zintuigen worden genoemd in de communicatie. Dieren en mensen nemen via hun zintuigen informatie op uit hun omgeving.

Een van de belangrijkste vorm van communicatie is geluid en komt bij vrijwel alle diergroepen voor. Ook in het water levende dieren als dolfijnen en haring communiceren met geluiden.

Veel zoogdieren gebruiken geluid om te communiceren: bijvoorbeeld blaffen, huilen, knorren, grommen, knorren en stampen. Ook vogels gebruiken vaak geluid om te communiceren over territorium, partners en voedsel.

Amfibieën maken ook geluid, althans de kikkers en padden, die bekendstaan om hun gekwaak. Daarnaast kunnen sommige salamanders grommende geluiden voortbrengen als ze worden aangeraakt.

Ook insecten zoals krekels, sprinkhanen en cicaden maken geluid.

Bij een andere, veel gebruikte manier om te communiceren, wordt gebruikt gemaakt van het zicht: de visuele communicatie. Hiertoe worden bijvoorbeeld waarschuwingskleuren gerekend, maar ook lichaamstaal en -houdingen.

Kijk maar eens naar de afbeeldingen hieronder, begrijp jij wat het dier bedoelt?

Afbeelding 2: Gezichtsuitdrukkingen van een chimpansee

Naast geluid en zicht, communiceren veel dieren ook op een chemische manier: geur. Denk maar eens aan de geurvlaggen die veel dieren gebruiken om hun territorium af te bakenen. Dit gebeurt meestal door urine of geurstoffen uit klieren op objecten aan te brengen. Veel zoogdieren gebruiken ook geuren om aan te geven of een vrouwtje al dan niet in haar vruchtbare periode zit.

De meest tot de verbeelding sprekende vorm van geuren als communicatiemiddel zijn de insecten, die gebruikmaken van feromonen. Deze geurstoffen zijn vaak soortspecifiek, ondanks dat er miljoenen soorten insecten zijn. Feromonen kunnen dienen om te alarmeren, voortplantingsgedrag te stimuleren, sporen te volgen, de eiafzet af te remmen, agressief te worden, nesten te bouwen etc. Bij de bijen zorgen feromonen ervoor dat de werksters steriel blijven en alleen de koningin eitjes kan produceren. Mieren gebruiken feromonen om de snelste weg naar een voedselbron te markeren voor soortgenoten, waarna deze het spoor niet alleen volgen, maar ook versterken.

Ook door aanrakingen, of tast, kunnen dieren communiceren. Zo kan een aanraking iets geruststellends hebben, of kun je er door laten weten dat je het ergens niet mee eens bent. Voor sociale dieren in een groep, is tast heel belangrijk. Lichamelijk contact versterkt het gevoel van verbondenheid binnen een groep, waardoor deze beter gaat functioneren. Maar ook om te jagen, kunnen sommige dieren gebruik maken van tast: een vogelspin voelt door trilharen op de poten en het lijf luchtstromingen die aangeven dat er een prooi nadert. Ook slangen gebruiken tast om te jagen (naast natuurlijk andere zintuigen). Slangen zijn doof, maar kunnen wel geluidstrillingen waarnemen door zeer gevoelige tastorganen. Ze voelen dus de geluidstrillingen van bijvoorbeeld een prooidier, maar ook van een naderend roofdier.

Een bijzondere variant op tastzin, is electrocommunicatie. Veel haaien en roggen hebben speciale organen, die de kleine elektrische stroompjes van andere levende wezens opvangen. Bij het doorgeven van prikkels via de zenuwen, wordt een heel laag voltage aan elektriciteit gebruikt. De meeste dieren kunnen deze elektrische prikkels niet waarnemen. Een aantal diersoorten, zoals haaien, roggen en voelbekdieren kunnen dit wel. Hierdoor voelen ze dus de elektriciteit in het lichaam van hun prooien, die daardoor makkelijk te vinden zijn.

Emoties bij dieren

Emoties zijn belangrijk voor het functioneren van mens en dier. Als gevolg van een emotie reageren mensen en dieren op een situatie en passen ze zich aan. In zoverre komen mensen en dieren overeen, maar het is bij dieren moeilijk vast te stellen of ze emoties ook op dezelfde manier ervaren als mensen.

Het is niet altijd duidelijk wat een dier voelt. Je kunt je dan ook makkelijk vergissen in de sterkte van zijn gevoelens. Een dier dat nauwelijks reageert op een gebeurtenis kan toch veel pijn en angst voelen. Meer dan dat je zou verwachten op basis van zijn gedrag. Zo is van prooidieren bekend dat zij geneigd zijn om pijnsignalen te verbergen, om daarmee niet onnodig de aandacht van een roofdier te trekken.

Emoties hebben een duidelijke biologische functie. Als gevolg van negatieve emoties zoals angst en pijn, kunnen dieren een bepaalde situatie ontvluchten of voorzichtig worden. Een prooidier zoals een hert in een omgeving met wolven, ervaart angst. Die angst heeft gevolgen voor het gedrag van het hert: het wordt alert, voorzichtig en behoedzaam. Door pijn wordt het dier zich bewust van lichamelijk gevaar. Het dier past zijn gedrag aan om de pijn te voorkomen of verminderen. Hij gaat bijvoorbeeld weg van de bron van de pijn of focust zich op de plek van de pijn door daar te gaan likken. Ook positieve emoties, zoals tevredenheid of plezier, hebben een functie.

Een veel gemaakte fout tijdens het kijken naar diergedrag is antropomorfisme. Dit is het toekennen van menselijke emoties aan diergedrag. Zo is een dier niet boos, maar krijst het en slaat het het andere dier. En een jonge tijger die niet mag drinken bij zijn moeder is niet verdrietig, waarschijnlijk weet hij helemaal niet wat verdrietig is!