We gaan een kopje thee zetten. We gaan onderzoeken of dit beter gaat met heet water of met koud water. Bij een vergelijking moeten alle voorwaarden hetzelfde zijn, behalve het te vergelijken onderdeel. Dus twee dezelfde bekertjes, dezelfde hoeveelheid thee, dezelfde thee, dezelfde hoeveelheid water, dezelfde tijd maar verschillende temperatuur van het water.
Onderzoeksvraag:
Kun je thee sneller zetten met heet water of met koud water?
Benodigdheden:
2 kartonnen bekertjes
2 thee zakjes
1 waterkoker
Kraanwater
4 ijsklontjes
Uitvoering:
Zet de twee bekertjes neer op tafel.
Pak de waterkoker en vul deze met genoeg water voor één kopje (ook weer niet te veel)
Verwarm het water totdat dit kookt.
Tijdens het verwarmen vul je het eerste bekertje met de vier ijsklontjes en koud water.
Vul het tweede bekertje met evenveel heet water als het eerste bekertje met koud water en ijs is gevuld.
Doe gelijktijdig in beide bekertjes een theezakje en laat de thee 1 minuut trekken.
Vergelijk de kleur met elkaar (= waarneming).
Beantwoord de hoofdvraag (= conclusie)
Maak een verslag (zie invulverslag theezetten) en lever dit in. In de klas wordt uitgelegd hoe je dit inlevert.