4.1.1 Leestekens: vraagtekens, uitroepteken, punt en komma

Lesdoelen:

Aan het eind van deze les ...:

Theorie interpunctie

Interpunctie is het gebruik van leestekens in een tekst. Hierbij kan je denken aan: komma's, punten, vraagtekens, uitroeptekens, aanhalingstekens enzovoorts.

Sommige leestekens geven een pauzemoment aan (. , : ; -) en andere bijvoorbeeld de intonatie (? !)

Hieronder wordt per leesteken verteld wanneer je het gebruikt:
 

De punt (.)
Aan het eind van een zin waarin iets wordt medegedeeld zet je een punt. Er komt géén spatie voor een punt. Als je na de punt op dezelfde regel verdergaat, komt er wel een spatie na de punt. Na een afkorting die op een punt eindigt, komt geen tweede punt! Voorbeeld: Die afspraak staat voor donderdag a.s.

Het vraagteken (?)
Na een vraag schrijf je een vraagteken. Er komt géén spatie voor het vraagteken te staan. Als je na het vraagteken op dezelfde regel verdergaat, komt er wel een spatie na de het vraagteken.

Het uitroepteken (!)
Als je een uitroep/ waarschuwing wil geven in je tekst maak je gebruik van een uitroepteken. Er komt géén spatie voor het vraagteken te staan. Als je na het uitroepteken op dezelfde regel verdergaat, komt er wel een spatie na de het uitroepteken.
 

 

De komma (,)
Je gebruikt een komma:


Er komt géén spatie voor een komma te staan. Na een komma komt altijd een spatie, mits je met een komma in een getal te maken hebt (€12,50).

 

Opdracht 1
In onderstaande zinnen staan geen leestekens. Schrijf de zinnen over en plaats leestekens waar dat nodig is. Kies uit: ? - ! - . - ,

1. Marijke wil jij de was even uit de droger halen

2. In de supermarkt haal ik eieren brood sla en vlees

3. Pas op

4. Als jij alvast de aardappels schilt snijd ik de wortels

5. Wij hebben gisteren een grote glanzende auto gehuurd

6. Ik ga niet naar school omdat ik mij niet zo lekker voel

7. Waar zullen we gaan eten


 

 

 

antwoorden opdracht 1