Extra

Keuzeopdrachten

Opdracht A
Hieronder staan vijf rijtjes van vier zinnetjes. Schrijf van elk rijtje op bij welk zinnetje er niet op de juiste manier wordt verwezen. Verbeter vervolgens de zin.

1.
A. De jongen die daar loopt, is heel vriendelijk.
B. Het meisje die haar haren in een staart doet, is erg ijdel.
C. 'De eerste persoon die nu nog door mijn heen praat, gooi ik eruit!', riep de docent.
D. Het computerprogramma dat hij had geïnstalleerd werkt nog niet zo goed.

2.
A. Toen er om extra geld werd gevraagd, ging de commissie op haar strepen staan.
B. Heb jij de schroevendraaier gezien? Ik kan hem nergens vinden.
C. De natuur gaat haar eigen gang.
D. De politie heeft zijn agenten goed over het gebied verdeeld.


3.
A. Mijn broer wil een huis kopen die hij zelf op kan knappen.
B. Het duo dat jarenlang samen zong, gaat binnenkort stoppen.
C. De gitaar die daar staat, moet nodig worden gestemd.
D. De voetballer over wie dat boek gaat, is helaas overleden.


4.
A. Waar staat de oefening die we voor Frans moeten maken?
B. De lantaarnpaal waartegen mijn fiets staat, doet het niet.
C. De directeur voor wie ik werk is erg zakelijk ingesteld.
D. De politicus waarop ik heb gestemd heeft gewonnen.


5.
A. De snelweg waarover wij rijden, is lekker breed.
B. De tunnel waarin hij loopt, is erg donker.
C. Het team tegen wie we spelen is heel sterk.
D. De auto waarmee hij altijd naar zijn werk gaat, is kapot.



Opdracht B
Bekijk, met je oortjes in, onderstaand filmpje.

 

 

 

Hieronder vind je de antwoorden van keuzeopdracht A. 

antwoorden opdracht A