1.3.1 Enkelvoud en meervoud op -en

Lesdoelen:

Aan het eind van deze les ...:

 

Theorie
Veel zelfstandige naamwoorden hebben een meervoud op -en:
boekboeken, wegwegen, dasdassen, kloofkloven.


Bij veel woorden krijg je de meervoudsvorm door er simpelweg -en achter het woord te plakken:

boerboeren, dansdansen, lotloten

Maar niet bij alle woorden kan je dat doen:


 

Opdracht 1
Schrijf van onderstaande woorden de meervoudsvorm op.

1. tas

2. buis

3. draad

4. laars

5. gat

6. paleis

7. duif

8. prijs


Opdracht 2
Schrijf van onderstaande woorden het enkelvoud op.

1. ramen

2. rozen

3. poten

4. druiven

5. paden

6. straten

7. hoezen

8. borden


 

Opdracht 3
Maak onderstaande opdracht.

 

 

 

De antwoorden van opdracht 1 en 2 vind je hieronder. 

antwoorden opdracht 1 en 2