1.2.4 Onvoltooid deelwoord *

Aan het eind van deze les ...:

 

Theorie
Waar je uit een voltooid deelwoord op kan maken dat iets is voltooid, kan uit een onvoltooid deelwoord opmaken dat iets juist nóg niet is voltooid.

Voorbeelden van onvoltooide deelwoorden zijn:

Huilend en kermend van de pijn kwam hij op de spoedeisende hulp.

Al fietsende was zij de weg aan het zoeken.  

 

Je schrijft het onvoltooid deelwoord als volgt: hele werkwoord (infinitief) + -d of -de:

lopenlopend

werkenwerkende

dansendansend



Spelling van onvoltooid deelwoorden
Je schrijft het onvoltooid deelwoord als volgt: hele werkwoord (infinitief) + -d of -de:

lopen ⇒ lopend

werken ⇒ werkende

dansen ⇒ dansend

 

 

Opdracht 1
Geef per zin aan of er een voltooid of onvoltooid deelwoord in staat.

1. Niesend in zijn elleboog, kwam Hendry binnen.

2. Hij riep al voetballend dat hij me leuk vindt.

3. Fred heeft voor zijn verjaardag een surpriseparty gehad.

4. Vermoedende dat er iets niet in de haak was, ging de rechercheur op onderzoek uit.

5. Ik heb voor mijn slagen een rijles gekregen.

 

Opdracht 2
Schrijf van onderstaande zinnen het onvoltooid deelwoord op.

1. Al scheldend werd de man aangehouden door de politie.

2. Zuchtend liep de man naar buiten.

3. Het stel zat al zoenend op een bankje.

4. Het meisje kwam huilend aangelopen.

5. Wim liep fluitend door het huis.

6. Aarzelend liep Fleur naar de achterkant van het huis.  

7. De fietsende vrouw kon niet meer op tijd stoppen.

8. De grommende hond gaf een duidelijke waarschuwing.

 

Opdracht 3
Schrijf de werkwoorden juist in de zinnen.

 

1. Hardop ... (denken) maakte Hidde de som.

2. Ik had nooit ... (denken) dat hij nog op tijd zou komen.

3. Al ... (dansen) door de kamer, zong zij mee met het liedje.

4. Vrijdagavond hebben we de hele tijd ... (dansen).

5. ... (lachen) vertelde hij de mop.

6. Wij hebben erg om zijn grappen ... (lachen).

7. Al ... (stotteren) vertelt zij het verhaal.

8. In mijn jeugd heb ik veel ... (stotteren).

9. ... (fietsen) ging ik naar mijn vriendin toe.

10. Ik ben vrijdag naar de stad ... (fietsen).

 

Opdracht 4
Kijk even terug naar opdracht 3 en beantwoord onderstaande vragen.

 

1. Wat voor deelwoord kwam er telkens op de puntjes bij de oneven zinnen?

2. Wat voor deelwoord kwam er telkens op de puntjes bij de even zinnen?

 

 

Opdracht 5
Klik op onderstaande link en maak de opdracht.

https://leestrainer.nl/Leerlijn%20werkwoorden/onvoltooid.htm

 

 

 

 

 

De antwoorden van opdracht 1 t/m 4 vind je hier:

antwoorden