4.2 Hoofdletters

Lesdoelen:

Aan het eind van deze les ...:


Theorie
Net als leestekens, gebruik je hoofdletters om een tekst beter leesbaar te maken.
In deze les leer je wanneer je hoofdletters moet gebruiken.

Je plaatst hoofdletters ...:

 

Let op! In het Nederlands schrijven we dagen en maanden met een kleine letter: maandag, vrijdag, juli, november. Wanneer ze aan het begin van een zin staan, schrijf je het natuurlijk wel met een hoofdletter.

 

Opdracht 1
Schrijf onderstaande zinnen over en noteer hoofdletters waar dat nodig is.

1. in april gaan wij verhuizen naar zeeland.

2. voor de volgende vakken heb ik deze week een voldoende gehaald: spaans, wiskunde, engels en biologie.

3. maandag en woensdag gaat katja altijd in utrecht schaatsen.

4. de boot voer over het ijsselmeer richting flevoland.

5. met kerstmis heb ik een dvd van harry potter gekregen. 

6. ons huis staat op de hoek van de kerkstraat en de tulplaan.

7. michel vindt de amerikaanse serie friends echt heel grappig.

8. in de kerstvakantie gaan wij altijd naar zwitserland om te skiën. 

 

 

Opdracht 2
Schrijf onderstaande zinnen over en noteer leestekens en hoofdletters waar dat nodig is.

1. ga je myrthe ook uitnodigen voor je verjaardag

2. volgende week ga ik samen met sascha mees en thomas op vakantie naar oostenrijk

3. de training wordt vrijdag gegeven door de beroemde erben wennemars

4. ik wil graag nederlandse ondertiteling omdat mijn spaans nog niet zo goed is

5. terwijl walter zijn fiets schoonmaakt snoeit tom de heg

6. vandaag ben ik wezen winkelen bij de zara en ik heb een truitje een broek een paar schoenen en een jas gescoord


Opdracht 3
Klik op onderstaande link, lees de uitleg en maak de oefeningen.

https://www.berktekst.nl/spelling-overig/hoofdletters/

 

antwoorden