8.3 Poëzie

Lesdoelen:

Aan het eind van deze les ...:

 

Theorie
Gedichten herken je meestal meteen, omdat die er anders uitzien dan een 'gewone' tekst. Een gedicht is vaak herkenbaar door een of meer van de volgende kenmerken:

- Vaak rijmen woorden op elkaar, maar dat hoeft niet per se;

- Dingen worden op een mooie, leuke of bijzondere manier gezegd;

- Vaak loopt de zinsopbouw net even wat anders dan in normale zinnen;

- Zinnen zijn vaak korter in gedichten dan in 'gewone' teksten;

- De tekst van een gedicht wordt vaak in stukjes verdeeld. Deze stukjes noem je strofen.

 

Strofen zijn dus eigenlijk de coupletten in een gedicht. In onderstaand gedicht zie je dat het gedicht uit vijf strofen van vier regels bestaat.

 

 



strofe 1

 

strofe 2

 


strofe 3

 


strofe 4

 


strofe 5

 

 

 

 

 

 

 

Een strofe van vier regels noem je een kwatrijn.


Een dichter zet vaak zijn gedachten of gevoel op papier.

 

Rijmschema maken
Gedichten rijmen vaak en dit kan op verschillende manieren. In deze les leer je wat een rijmschema is en hoe je dat van een gedicht maakt. Je kan een rijmschema maken door te kijken welke woorden er op elkaar rijmen. Elke nieuwe klank geef je een nieuwe letter. Kijk maar naar het volgende voorbeeld:


Bijen

Zoemend op de bloemen                 A
Vliegen ze af en aan                        B
Alles over voor hun koningin.          C
Een heel simpel bestaan                 B

Belangrijk voor mens en natuur      D
Hun honing is kostbaar                   E
Maar niet zo duur                            D
Zwart met geel                                F
Klein, maar met veel                        F

 

Je ziet bij dit gedicht dat klank B, D en F meerdere keren voorkomen. Vaak valt er een rijmschema te herkennen in gedichten. Denk maar aan Sinterklaas gedicht waarbij vaak twee regels achter elkaar rijmen:

Sint zat te denken                                                            A
Wat hij Marietje dit jaar kon schenken                             A
Ze had heel veel op haar lijstje staan                              B
Dus heeft hij iets moois voor haar in de zak gedaan       B

 

 

Opdracht 1
Soms kunnen gedichten best ingewikkeld zijn en moet je ze minstens twee keer lezen om te begrijpen wat er staat. Dichters spelen namelijk vaak met woorden. Bekijk onderstaand gedicht en beantwoorden de vragen.


SMS

Tijdens de Engelse les
kreeg ik jouw sms.

Terwijl ik las
'Hou je van mij?'
vroeg de leraar:
'Do you know
the answer
to question two?'

Ik antwoordde snel:
'Yes, of course,
I do!'


1. Welke kenmerken van een gedicht herken jij in SMS?

2. Uit hoeveel strofen bestaat dit gedicht?

3. Waarom zijn sommige zinnen schuingedrukt denk je?

4. In het gedicht staan vier woorden waarvan er twee rijmen. Welke woorden rijmen in het gedicht?

5. Welke twee betekenissen heeft de laatst zin: 'Yes, of course, I do!' ?

6. Wat vind jij van dit gedicht?

 

 

Opdracht 2
Een songtekst is eigenlijk ook een gedicht, maar dan op muziek. Hieronder vind je de songtekst van: 'Ze huilt maar ze lacht' van Maan. Bekijk de songtekst en beantwoord daarna de vragen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 



1. Uit hoeveel coupletten bestaat dit lied?

2. Welke twee zinnen worden vaak herhaald in het nummer?

3. Noem minstens drie woordparen die met elkaar rijmen.

4. Wat wordt er bedoeld met: 'Ze huilt maar ze lacht' denk je?

5. Wie wordt er bedoeld met een ander in de zin: ' En ze kijkt in het raam, ziet een ander daar staan'?

6. Welke verandering vindt er in het laatste couplet plaats?

 

Opdracht 3
Maak bij onderstaand gedicht een rijmschema.

Later

 

Later als we oud zijn

en krom lopen als een hoepel

als onze huid gerimpeld is

en onze heupen niet meer soepel.

 

Als onze haren dun zijn

en zo grijs als gruis

en we weggestopt zijn

in zo’n stinktehuis.

 

Dan vertellen we de jonge zusters

hoe mooi en wild het leven was

’t was een leven zonder twijfels

een altijd halfvol glas.

 

Dan vertellen we hoe goed het was

in het jaar tweeduizend elf

we ontmoetten onze vrienden toen

en bovendien onszelf.

 

Dus leef nu je nog jong bent

en matig je geklaag

want de verhalen die wij dan vertellen

beleven wij vandaag.

 

                            René Oskam

 

 

Opdracht 4
Gedichten kunnen heel kort zijn. Een voorbeeld van een kort gedicht is een elfje.

Een elfje is een gedicht dat uit elf woorden bestaat. Een voorbeeld hiervan zie je hier:

 

1 woord


2 woorden

3 woorden


4 woorden

1 woord

 

 


Kies je favoriete songtekst van dit moment en maak een elfje over dat nummer. Dat mag zijn over welk gevoel jij krijgt van het nummer, maar bijvoorbeeld ook over welke boodschap er in het nummer zit. Je mag ook meerdere elfjes maken natuurlijk.

 

 

 

Hieronder vind je de antwoorden van opdracht 1, 2 en 3:

antwoorden