Je spreekt van een periode van economische groei als er sprake is van meer economische activiteit dan in eerdere periode.
Economische groei kan het gevolg zijn van een toenemende vraag naar goederen en diensten. Die toenemende vraag kan komen van gezinnen, van bedrijven, van de overheid of uit het buitenland.
Als bedrijven aan de toenemende vraag kunnen voldoen zonder de productiecapaciteit uit te breiden, spreek je van een conjuncturele economische groei. De aanwezige productiefactoren worden beter benut. Er staan bijvoorbeeld minder machines stil, de werkloosheid neemt af en alle (landbouw)grond wordt gebruikt.
Als economische groei leidt tot een toename van de productiecapaciteit spreek je van een structurele economische groei. De hoeveelheid of de kwaliteit van de productiefactoren gaat omhoog.Er komen bijvoorbeeld meer en betere machines, de beroepsbevolking neemt toe en wordt grond die eerst niet geschikt was voor landbouw wordt geschikt gemaakt.