Thema 3: Arm en rijk

Als je de wereld wilt indelen op basis van rijkdom van de landen, ontstaan er drie groepen: de rijke landen (centrum), arme landen (periferie) en de landen die er tussenin zitten en snel rijker worden (semiperiferie, semi = half).

 

Centrum-periferieverdeling op de wereld

CP model

 

 

Bij het indelen van de wereld in arme en rijke landen kijk je naar de ontwikkeling van een land. Is het land ontwikkeld of niet?

 

De welvaart van een land bepaalt de rijkdom van een land. Dus: hoe arm of rijk is een land?

 

Meestal kijk je dan naar het bruto nationaal product per hoofd (BNP/hoofd). Dit is het gemiddelde inkomen per inwoner van een land. Je kan dit uitrekenen door alle inkomsten van het land te delen door het aantal inwoners van het land. Een groot nadeel is dat je de verschillen tussen de mensen helemaal niet kan zien met deze gegevens. Er kan dus een klein groepje mensen zijn die heel veel verdient en daardoor het gemiddelde omhooghaalt.

 

Een andere manier om te bestuderen hoe rijk of hoe arm een land is, is door te kijken naar de leefomstandigheden (het welzijn) van de bevolking van een land. De Human Development Index (HDI) geeft hier een overzicht van. Dit is een soort rapportcijfer waarin het welzijn van de bevolking van verschillende landen met elkaar vergeleken worden. Het belangrijkste hierbij zijn de basisbehoeften in een land, dit zijn alle dingen die je nodig hebt om in leven te blijven. Voedsel en drinkwater, huisvesting, gezondheidszorg en onderwijs. Die worden hieronder verder toegelicht.

 

Voedsel

Basisbehoefte nummer één is voedsel. Een mens moet elke dag eten. Toch zijn er landen waar mensen niet genoeg te eten hebben en dus hongerlijden. Er zijn twee soorten honger. De eerste soort is kwantitatieve honger. Dan heeft iemand te weinig te eten. Mensen hebben hierdoor te weinig energie om te werken en kunnen zelfs overlijden van de honger. Zo’n hongersnood kan optreden als de oogst mislukt door natuurrampen (zoals droogte of overstromingen). Maar een hongersnood kan ook een menselijke oorzaak hebben, bijvoorbeeld een oorlog of slecht bestuur door de overheid.

 

Bij de tweede soort honger eten mensen wel genoeg, maar zitten er te weinig vitaminen en mineralen in het voedsel. Dit zijn de stoffen die het lichaam beschermen tegen ziektes. Zonder mineralen is het voedsel eenzijdig, de kwaliteit van het voedsel is niet goed. Dit noem je kwalitatieve honger. Het gevolg van ondervoeding is dat mensen eerder ziek worden en vaak jong sterven.

 

Ondervoeding in de wereld (percentage van de bevolking)

 

Huisvesting

Mensen moeten zich goed kunnen beschermen tegen het weer en extreme temperaturen. Goede beschutting, bijvoorbeeld in een huis, is erg belangrijk. De kwaliteit van de woningen verschilt nogal per land. Ook binnen een land zijn er verschillen: op het platteland zijn de huizen vaak eenvoudig en soms armoedig, terwijl in de stad grote flatgebouwen en villawijken staan. Natuurlijk zijn er binnen een stad ook grote verschillen, zo wonen veel arme mensen in krottenwijken. Schoon drinkwater, een toilet of riolering zijn er vaak niet, waardoor de kans op ziekte erg groot is.

 

Kinderen spelen in een krottenwijk in Nairobi, Kenia

 

In sommige landen woont een groot deel van de bevolking in steden. De verstedelijkingsgraad is dan hoog. Vaak geldt: hoe meer mensen er in steden wonen, hoe rijker een land vaak is. In de stad is het meeste werk te vinden, daarom verhuizen veel mensen ernaartoe. Ook liggen de lonen vaak hoger in de stad. In rijke landen wonen de meeste mensen al in steden, maar in arme landen nog niet. Zij verhuizen naar de steden toe, waardoor het verstedelijkingstempo in arme landen veel hoger ligt dan in rijke landen. In sommige armere landen is er gewoon geen plek voor de grote hoeveelheid mensen die naar de steden trekt, dus zijn mensen gedwongen om hun eigen huis te bouwen in een krottenwijk.

 

Krottenwijk (favela) in Brazilië

favela

 

 

Onderwijs

Veel kinderen in arme landen gaan nooit naar school of verlaten de school voordat ze goed kunnen lezen en schrijven. Zij zijn analfabeet. Analfabetisme is het percentage van de bevolking dat niet kan lezen en schrijven.

 

Vaak zijn er te weinig leraren, scholen en leermiddelen. Ook liggen de scholen vaak veel te ver weg. Daarnaast moeten veel kinderen vaak al vroeg werken, omdat hun ouders te weinig verdienen om het gezin te onderhouden. Kinderen op het platteland werken op het land of in het huishouden. Stadskinderen werken op straat als schoenpoetser of verkoper. Wereldwijd werken ruim 150 miljoen kinderen die tussen de 5 en 14 jaar oud zijn. Bij kinderarbeid gaat het om werk dat te zwaar is voor kinderen. Ze hebben het zo druk met werken, dat er weinig tot geen tijd overblijft om naar school te gaan of te spelen met vrienden.

 

Kinderarbeid op het platteland in Guatemala

 

Gezondheidszorg

Mensen die ziek zijn, moeten geholpen worden. Gezondheidszorg is een belangrijke basisbehoefte. Mensen in arme landen zijn kwetsbaarder voor ziektes, ze wonen bijvoorbeeld in een slecht huis zonder toegang tot schoon drinkwater. Gemiddeld worden mensen in arme landen minder oud dan in rijke landen. Hun levensverwachting is dus lager.

 

Het beste geneesmiddel is een goed huis en gezond en gevarieerd eten. Maar mensen hebben daar geen geld voor. Ook is er vaak geen geld om naar een dokter of ziekenhuis te gaan. Bovendien zijn deze vaak veel te ver weg en er zijn heel weinig dokters in arme landen. De artsendichtheid is laag. Er is soms maar één ziekenhuis in een gebied zo groot als Nederland. De meeste mensen wonen in steden en de reis daarheen is lang en duur. De zuigelingensterfte, het aantal kinderen dat in het eerste levensjaar overlijdt, is in arme landen veel hoger dan in centrumlanden.

 

Human Development Index

HDI

 

De Human Development Index bestaat uit de volgende onderdelen: BNP per hoofd, levensverwachting, analfabetisme en het zuigelingensterftecijfer.

 

Ook aan de leeftijdsopbouw van een land kun je zien of een land arm, opkomend of rijk is. Zo zie je hieronder dat het leeftijdsdiagram van Ethiopië op een piramide lijkt. Dit betekent dat er veel kinderen geboren worden, een kenmerk van een ontwikkelingsland. Als een land rijker wordt, neemt de bevolkingsgroei af. Dan zie je dat ook aan de vorm van het diagram. De middelste, die van Brazilië, laat een opkomend land zien. Ook kun je zien dat de levensverwachting is toegenomen. In het diagram van Japan, een centrumland, zie je dat er vergrijzing is opgetreden. Er zijn meer ouderen dan jongeren.

 

Leeftijdsdiagrammen

 

De wereldbevolking groeit flink. In 2100 verwachten wetenschappers dat er misschien wel 10 miljard mensen op aarde wonen (nu zijn dat er 7 miljard). De meeste groei vindt plaats in de arme landen.

 

Aan het soort werk dat in een land het meest gedaan wordt, kun je zien of een land arm of rijk is. Dit noemen we de verdeling van de beroepsbevolking (alle werkende mensen in een land).

 

Omdat veel mensen in ontwikkelingslanden geen werk kunnen vinden, ‘vluchten’ ze naar de dienstensector. Hier voeren ze illegaal werk uit, dit wordt de informele sector (of: vluchtsector) genoemd.

 

Als je in een gezin bent geboren dat onder de armoedegrens ($1,25 per dag) leeft, is het erg lastig om uit de armoede te komen. Doordat je ouders weinig geld verdienen, kan jij niet naar school. Hierdoor zal je later in de landbouwsector terecht komen en ook niet veel geld verdienen.

 

 

Er zijn veel landen op de wereld die steeds rijker worden. De bekendste en belangrijkste opkomende landen zijn de BRIC-landen. Dit zijn Brazilië, Rusland, India en China. Er zijn nog meer opkomende landen. Ze hebben allemaal dezelfde kenmerken:

 

 

Ontwikkelingslanden krijgen hulp van de rijke landen. Dat gebeurt door hulporganisaties, bedrijven en regeringen. Het gaat om financiële hulp (geld), voedselhulp, technische hulp of hulp in de vorm van goederen. Die hulp heet ook wel ontwikkelingssamenwerking.

 

Een deel van de hulp is noodhulp: hulp bij hongersnoden, natuurrampen en oorlogen. Het gaat dan om hulp die mensen nodig hebben om bij een ramp in leven te blijven. Een ander deel is bedoeld om het land blijvend te verbeteren, zoals het opleiden van dokters, het aanleggen van wegen en waterleidingen of het geven van kleine leningen aan mensen die een eigen bedrijfje willen opzetten. Dit noem je structurele hulp.

 

Syriërs krijgen noodhulp

 

Ondanks dat het altijd heel goed lijkt, is ontwikkelingshulp niet altijd positief. Het sturen van geld of het opzetten van grote projecten is lang niet altijd een succes. De kans bestaat dat het ontwikkelingslanden alleen maar afhankelijker maakt van hulp. Bovendien kan het geld bij de verkeerde mensen terechtkomen. De arme bevolking profiteert er dan (bijna) niet van.