Lesopdracht 5

Maak een tweetal. Samen zijn jullie de ministers van Ontwikkelingssamenwerking.

 

  1. Van de docent krijg je op papier een tabel. In welk werelddeel liggen de landen?
  2. Bereken het bruto nationaal product per hoofd van de landen en vul deze in de tabel in.
  3. Waarom is ontwikkelingssamenwerking in veel van deze landen noodzakelijk?
  4. Gebruik de kaart hieronder over ontwikkelingshulp en vul in de tabel in hoeveel ontwikkelingshulp de landen ontvangen. Gebruik de wereldkaart in de atlas om te bekijken waar de landen liggen.
  5. Op Nederland na kan elk land uit de tabel wel ontwikkelingshulp gebruiken. Kies een land uit de tabel uit waarvoor jullie een project gaan starten. Gebruik ook de site https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/ontwikkelingssamenwerking/partnerlanden-en-focuslanden om informatie over het gekozen land te downloaden.
  6. Welk onderwerp kies je uit?
  7. Stel een doel op: wat wil je aanpakken en/of bereiken? Gaat het hier vooral om de behoefte aan noodhulp of structurele hulp?
  8. Schrijf een alinea waarin je aangeeft waarom jullie achter je plan staan (een soort pitch).
  9. Noteer ook in één alinea hoe je dat gaat aanpakken.
  10. Zoek uit wat microkredieten zijn. Wat zouden deze kunnen betekenen in jullie project?
  11. Wat wordt de rol van non-gouvernementele organisaties (ngo’s)? Welke ngo kan je helpen bij dit project?
  12. Maak een tekening van jullie project. Laat de ideale situatie zien, waarmee je je ambtenaren en de Tweede Kamer gaat overtuigen.

 

Je levert de antwoorden op de vragen en de ingevulde tabel in via magister-opdrachten. De tekening van jullie project lever je op papier in en deze bekijken we ook van elkaar in de les.

 

 

Tabel:

tabel