De huid is het grootste orgaan van het lichaam en speelt een belangrijke rol bij de regulatie van de lichaamstemperatuur en de vochtbalans. Ook is de huid belangrijk bij zowel het waarnemen van pijnlijke als aangename prikkels. Naast het voorkomen dat gevaarlijke stoffen het lichaam binnen kunnen dringen, beschermt de huid het lichaam ook tegen zonlicht. De huid bestaat uit drie lagen: de opperhuid, de lederhuid en een vetlaag. Elke laag heeft zo zijn eigen specifieke functie.
Opperhuid
Ook wel de epidermis genoemd, is de bovenste huidlaag welke erg dun en sterk is. De buitenste laag van de opperhuid, de hoornlaag, is waterdicht. Zo wordt voorkomen dat bacteriën, virussen en andere (mogelijk) schadelijke stoffen het lichaam niet kunnen binnendringen. Aan de buitenkant van de opperhuid liggen dode, platte cellen. Deze cellen bestaat uit een taai eiwit (keratine), wat ook in haren en nagels zit. Deze cellen slijten en worden elke keer weer opnieuw vervangen door nieuwere cellen die van onder komen. Op plekken waar meer bescherming nodig is, bijvoorbeeld de handpalmen en voetzolen, is de hoornlaag dikker. Onder in de opperhuid liggen de melanocyten. De melanocyten produceren een donker pigment, melanine. Melanine kan UV-straling (van de zon) filteren en geeft de huid een kleur. In de opperhuid liggen ook de cellen van Langerhans, deze hebben een rol in het immuunsysteem. Deze cellen herkennen stoffen die van buiten het lichaam komen en spelen ook een rol bij huidallergieën.
Lederhuid
De dermis, zoals de lederhuid ook wel wordt genoemd, bestaat uit een dikke laag vezelig en elastisch weefsel. Deze laag is vooral opgebouwd uit collageen en fibrilline en zorgt ervoor dat de huid flexibel is, maar ook erg sterk. In de lederhuid liggen ook de zenuwuiteinden, verschillende klieren, de haarzakjes en vaatjes die de huid van bloed voorzien. De zenuwuiteinden kunnen dingen die op of met de huid gebeuren waarnemen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het aanraken van een hete pan of het voelen van een aanraking. Op de vingertoppen en tenen zitten meer zenuwuiteinden, waardoor deze delen van de huid veel gevoeliger zijn. Als het warm wordt, gaan de zweetklieren zweet produceren. Zweet bestaat uit water, zout en andere stoffen. Het zweet kan verdampen van de huid en zo krijgt iemand het niet te warm. De bloedvaten in de huid kunnen kleiner worden bij kou (constrictie) of groter worden bij hitte (dilatatie) om de lichaamstemperatuur te regelen. Het aantal klieren, zenuwen en bloedvaten verschillen per lichaamsdeel, zo heeft het hoofd veel haarfollikels, maar de voetzolen hebben deze weer niet.
Vetlaag
De onderste laag is de vetlaag en deze ligt onder de lederhuid. In deze laag wordt energie opgeslagen en fungeert deze laag als isolatiemateriaal. De dikte van de vetlaag verschilt van een paar millimeter op de oogleden tot enkele centimeters op de buik en de billen.