Ondernemen betekent het verkopen van een dienst of goed en daar inkomen mee verdienen. Door goederen of diensten te verkopen maak je omzet. Een ander woord voor omzet is verkoopopbrengst.
Omzet = het aantal verkochte producten (afzet) x verkoopprijs per stuk
Iedere onderneming heeft als doel het behalen van een zo hoog mogelijke winst. Om de winst te kunnen berekenen moet je weten welke kosten je maakt.
Brutowinst = omzet – inkoopwaarde (inkoopprijs x afzet)
Nettowinst = brutowinst – bedrijfskosten
Opdracht 1
a. Leg in eigen woorden uit wat ondernemen is.
b. Leg in eigen woorden uit hoe je er zelf voor kunt zorgen dat je met ondernemen veel geld kan verdienen.
c. IJs winkel “het Hoorntje” verkocht vorige maand 870 ijsjes. Gemiddeld kost 1 ijsje €2.50, inkopen kost per ijsje €0.75. Hoeveel brutowinst was er in de vorige maand? Laat hierbij ook je berekening zien.
d. de bedrijfskosten waren in die maand €2.400. Hoeveel nettowinst was er dus vorige maand?
Over de hele wereld gezien kunnen we twee soorten ondernemingen onderscheiden.
Een handelsbedrijf koopt goederen in bij een leverancier en verkoopt deze aan een consument. Indien een bedrijf een dienst verkoopt noemen we dit een dienstverlenend bedrijf. Bij dienstverlenende bedrijven kan je alleen een nettowinst uitrekenen, deze bedrijven hebben namelijk geen inkoopkosten.
Opdracht 2
Marjon is eigenaresse van een wijnhandel. Zij verkoopt flessen wijn met prijzen die liggen tussen de €5 en de €15. In totaal worden er in deze maand 300 flessen verkocht voor een gemiddelde prijs van €10. De inkoop van een fles wijn is gemiddeld €3,20.
Marjon betaalt €1000 huur per maand voor haar wijnpers.
Marjon betaalt €100 per maand voor elektriciteit.
Marjon betaalt €300 per maand voor het vervoeren van de wijn.
Marjon betaalt haar personeelslid €400 per maand.
Op de vraag hoe je moet ondernemen heeft eigenlijk niemand 1 antwoord. Er bestaat geen opleiding “ondernemen”. Het meest belangrijke is het hebben van een passie. Iedere onderneming heeft zijn eigen vorm, sommige mensen beginnen full-time een eigen winkel en andere openen in de avonduren een schoonheidssalon.
Opdracht 3
Er zijn verschillende soorten ondernemingen.
a. Zoek op internet drie verschillende soorten webshops die jou aanspreken. Let op: het erom hoe zij eruit zien, niet wat zij verkopen.
b. Zoek op internet 3 verschillende soorten handelsbedrijven bij jou in de buurt op, die jou aanspreken om het geen dat zij verkopen.
c. Zoek op internet 3 verschillende soorten dienstverlenende bedrijven bij jou in de buurt op, die jou aanspreken om wat zij verkopen.
Je kent nu verschillende vormen van bedrijven die als doel hebben zoveel mogelijk te verkopen. Ook heb je al eerder de woorden goederen en diensten gehoord. Maar wanneer is iets nou een goed en wanneer is iets een dienst? Het woord producten is een verzamelnaam voor goederen en diensten.
Goederen = tastbare producten zoals een schoolspullen, kleding en computerspelletjes.
Diensten = niet tastbare producten zoals een tandartsbezoek, een bezoekje aan de kapster of kuurtje onder de zonnebank.
Consumenten (klanten) kopen producten omdat zij hier behoefte aan hebben. Is er veel behoefte aan 1 soort product dan wordt dit product ook veel verkocht. De behoefte aan eten, slapen en drinken zijn basisbehoefte, het economische woord hiervoor is primaire behoefte.
Opdracht 4
a. Geef bij de volgende onderwerpen aan of het een goed of een dienst is.
Onderwerp |
Goed of dienst |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
b. Noteer 3 goederen die jij graag zou willen verkopen.
c. Noteer 3 diensten die jij graag zou willen verkopen.
d. Geef nu zelf twee voorbeelden van bedrijven die goederen en diensten verkopen.
e. Waarom is het slim om producten uit de primaire behoefte te verkopen?
Consumenten denken steeds beter na over producten die zij kopen. Zo willen vele geen producten kopen van bedrijven die het milieu vervuilen of slecht omgaan met het personeel. Maatschappelijk verantwoorde ondernemingen denken goed na over dit soort dingen. Dit noemen we duurzaam ondernemen.
Opdracht 5
a. Zoek op internet drie bedrijven die laten zien dat zij zich bezig houden met duurzaam ondernemen.
b. Zoek op internet op wat de drie P’s van duurzaam ondernemen betekenen. De drie p’s zijn People, Profit en Planet.
Opdracht 6
Je gaat nu een klein onderzoek doen. Sportmerken willen graag laten zien hoe duurzaam zij zijn. Dit doen zij om zich te onderscheiden van hun concurrenten.
a. Bekijk de merken Nike en Adidas. Welk merk onderneemt het meest duurzaam?
b. Op welke van de 3 p’s uit duurzaam ondernemen richten zij zich het meest?
Opdracht 7
Zou jij zelf ervoor kiezen om duurzaam te ondernemen? Waarom is dit wel/geen belangrijk element voor jou binnen het ondernemen?
Wanneer je een bedrijf start moet je dit altijd inschrijven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. De KvK is er om ondernemers te ondersteunen. Zij bieden informatie, geven workshops en adviesgesprekken. Op de site van de KvK kun je veel standaard informatie vinden. De KvK beschikt over veel video’s waarin dergelijke informatie wordt gegeven. Zoals in deze video waarin het inschrijven gedetailleerd wordt uitgelegd, https://www.youtube.com/watch?v=uywdGCTX0qo .
FILPMJE KVK
Opdracht 8
Ga naar de website van de Kamer van Koophandel. Zoek antwoord op de volgende vragen.
a. Op welke manieren kun je jouw bedrijf inschrijven bij de KvK.
b. Hoelang blijft een inschrijving bij de KvK geldig?
Ondernemingsvormen worden ook wel rechtsvormen genoemd. Bij je inschrijving moet je dan ook aangeven welke vorm je kiest voor jouw onderneming. Er zijn twee soorten rechtsvormen:
Binnen deze twee vormen bestaan meerdere varianten van rechtsvormen.
Rechtsvormen zonder rechtspersoonlijkheid:
1.De eenmanszaak: 1 eigenaar, maar deze persoon kan wel personeel hebben. Deze eigenaar stopt zelf geld in het bedrijf. Als eigenaar ben je dus in je eentje aansprakelijk voor alle eventuele schulden.
2.Vennootschap onder Firma (VOF): twee of meer mensen zijn eigenaar van dit bedrijf, het wordt ook wel een meermanszaak genoemd. Beide zijn verantwoordelijk voor de schulden van het bedrijf. Uiteraard moeten er bij deze vorm veel afspraken onderling gemaakt worden.
Opdracht 9
a. Schrijf in onderstaand schema vul je de voor en nadelen in van een eenmanszaak. Dit doe je door meer informatie te zoeken op het internet.
b. Maak dit nu ook voor een VoF en een CV.
Voordelen |
Nadelen |
|
|
|
|
|
|
Opdracht 10
a. Leg in eigen woorden uit wat een stille vennoot is.
b. Leg uit waarom een stille vennoot deze rol graag op zich zou willen nemen en een startend bedrijf.
Rechtsvormen met een rechtspersoonlijkheid:
https://www.youtube.com/watch?v=hRlg1c-3E_w
1. De Besloten Vennootschap (BV): alle eigenaren zijn niet privé aansprakelijk voor schulden. Eigenaren zijn op basis van aandelen deelgenoot van het bedrijf. Een aandeel is een bewijs van deelname in het bedrijf. Hoe meer aandelen iemand heeft hoe meer inspraak je ook hebt.
2. De Naamloze Vennootschap (NV): de aandelen worden openbaar verkocht. Personen investeren dus in een bedrijf door aandelen te kopen. Voor de rest gelden de zelfde afspraken als bij een BV.
3. De coöperatieve vereniging: een deze vereniging werken zelfstandige ondernemers samen. Dit doen zij om elkaar te helpen en voordelen te behalen bij bijvoorbeeld het doen van inkopen. Denk bijvoorbeeld aan drogisterijen die samen werken onder 1 bedrijfsnaam. Alle aangesloten bedrijven noemen we leden.
Opdracht 11
a. Je hebt nu verschillende varianten van een rechtsvorm met rechtspersoonlijkheid voorbij zien komen. Welke vorm is het minst moeilijk om op te richten? Leg je antwoord uit.
b. Noem 1 voordeel en 1 nadeel van de coöperatieve vereniging.