5. Theoretische kennis - Inkoop en verkoop

5.1 inkopen

Je hebt voor je winkel altijd producten op voorraad. Je wilt de producten op een bepaalde manier inkopen, dit noemen we het inkoopbeleid. Daarnaast denk een bedrijf na over waar het product ingekocht moet worden.

Het inkoopbeleid heeft al doel:
- Een juiste producten op voorraad
- Een goede prijs voor de ingekochte producten
- Voldoende producten op voorraad
- Juiste voorraad op de juiste plaats
- Dat de voorraad wordt ingekocht op basis van de behoefte van de klant.
 

Opdracht 1
Aan welke producten heeft de klant behoefte tijdens de zomer?
a. Noteer drie producten uit een speelgoedwinkel.
b. Noteer drie producten uit een supermarkt.
c. Noteer drie producten uit een kledingwinkel.
d. Noteer drie producten uit een horecagelegenheid.
e. Noteer drie producten uit een tuincentrum.

Tijdens het doen van de inkoop rekening gehouden worden met de houdbaarheid. De houdbaarheid betekent niet alleen hoelang iets goed blijft maar ook hoelang het “in” is.

Opdracht 2
Omschrijf de houdbaarheid van de volgende producten:
a. Verse melk
b. Engergydrink
c. Koffie
d. Fles Coca Cola
e. Verse Jus d’orange
f. Eieren
g. Kauwgom
 

Opdracht 3
a. Hoe vaak koop je nieuwe kleding?
b. Wil jij wat in de mode is ook altijd hebben? Leg uit.
c. Wat is het laatste product wat jij hebt gekocht?
d. Noteer 3 producten die nu in zijn.
 

6.3 offertes

Een offerte is een papier of digitaal prijsoverzicht van het aanbod dat gedaan wordt voor een bepaalde prijs. Meestal heeft een offerte een bepaalde geldigheidsduur.

Bedrijven zijn altijd bereid je een offerte te sturen. Zorg dat je in je aanvraag duidelijk bent over wat je wilt, welk product, op welke datum, de hoeveelheid en wanneer het geleverd moet worden.

Opdracht 4
Op de volgende pagina zie je een offerte. Wanneer je een offerte hebt moet je op de volgende zaken letten:
a. Is het product goed omschreven?
b. Voldoet het product aan jouw eisen?
c. Wat is de prijs, zijn er ook kortingen mogelijk en zie je dit op de offerte?
d. Ziet de offerte er netjes uit en is deze op tijd verstuurd? Hieraan kan je zien of de leverancier betrouwbaar.

Opdracht 5
a. Leg in eigen woorden uit waarom de prijs eerst exclusief btw en vervolgens inclusief btw.
b. Moet een bedrijf deze btw betalen? Zoek dit antwoord op het internet op.


5.3 verkoop

Inkopen voor je bedrijf is belangrijk, maar zeker zo belangrijk is de verkoop van jouw product. Bij de P van personeel hebben we al kunnen zien welke rol het personeel speelt bij het verkopen. Tijdens een verkoopgesprek vindt een gesprek plaats tussen verkoper en klant. Dit gesprek bestaat uit een paar fasen:
1. Het verwelkomen van de klant
2. Achterhalen wat de klant precies wilt.
3. Een aanbod doen wat past bij de klant.
4. Overtuigen van de klant.
5. Rond het gesprek af.

Opdracht 6
Tijdens een verkoopgesprek is verbale, maar ook non-verbale communicatie erg belangrijk. Maak onderstaande zinnen af.
a. Verbale communicatie is ……
b. Non-verbale communicatie is ……

Opdracht 7
Tijdens het verkoopgesprek is het belangrijk om de gezichtsuitdrukkingen te herkennen. Je kunt daar als verkoper namelijk op inspelen. Er zijn 7 basisemoties: Angst, woede, walging, blijdschap, verassing, verdriet en minachting. Geef van elke basisemotie 1 foto weer in een foto collage.

Opdracht 8
Een rollenspel: een verkoopgesprek (3 leerlingen per groep)
- Rollen: verkoper, klant en cameraman
- Rol van verkoper: de verkoper is goed ingelicht, weet veel van het product en is ongeveer 30 jaar oud.
- Rol van de klant gaan jullie zelf beschrijven.

a. Beschrijf kort de klant:
- Leeftijd:
- Man/vrouw
-Gebruikt het product:
- Beschrijf het gedrag: aardig/onrustig/geïrriteerd of boos.
- Bedenk een product dat de verkoper moet gaan verkopen: product, prijs en service

b. Speel het verkoopgesprek en laat je filmen door de cameraman. Wissel vervolgens de rollen af, dit doe je 3 keer zodat iedereen een keer de verkoper is geweest.