2. theoretische kennis DEEL 1 - de ondernemer

2a.1 Personalia

Personalia zijn jouw persoonlijke gegevens. Deze gegevens zijn nodig voor een inschrijving bij de Kamer van Koophandel en is de basis van ieder ondernemingsplan.

Opdracht 1
Vul jouw personalia in:

Naam:

 

Adres, postcode, en woonplaats:

 

Telefoon:

 

E-mailadres:

 

Geboortedatum:

 

Geboorteplaats:

 

Nationaliteit:

 

Social media-accounts:

 

 

2a.2 kwaliteiten en eigenschappen

Kwaliteiten bestaan uit eigenschappen en vaardigheden. Wanneer je gaat ondernemen is het belangrijk je persoonlijke kwaliteiten onder de loep te nemen zo weet je welke kwaliteiten je hebt en welke je nog verder moet ontwikkelen.

Eigenschappen = wat typisch is voor jou.
Vaardigheden = wat je kan.

Opdracht 2
a. Je gaat nu onderzoeken welke eigenschappen je hebt. Dit doe je door onderstaande tabel in te vullen, zet een kruisje in de kolom waar, soms of niet waar.

Ik ben …..

Waar

Soms

Niet waar

Een harde werker

 

 

 

Een zenuwpees

 

 

 

Creatief

 

 

 

En doorzetter

 

 

 

Sociaal vaardig

 

 

 

Een ondehandelaar

 

 

 

Iemand die met plannen komt

 

 

 

Iemand die makkelijk beslissingen neemt

 

 

 

Iemand die zich makkelijk aanpast

 

 

 

Iemand die voor zijn mening durft uit te komen

 

 

 

Iemand die doorgaat als het tegenzit

 

 

 

Een organisatietalent

 

 

 

Iemand die van nieuwe dingen houdt

 

 

 

Iemand die niet stil kan zitten

 

 

 

Iemand die vaak goede keuzes maakt

 

 

 

Iemand die zelfvertrouwen heeft

 

 

 

Iemand die voor iets gaat als ik erin geloof

 

 

 

Zelfstandig

 

 

 

Iemand die met tegenslagen kan omgaan

 

 

 

Zuinig

 

 

 

Betrouwbaar

 

 

 

Eerlijk

 

 

 

Leergierig

 

 

 


b. Wat zijn je sterke eigenschappen? Noem er 3.
c. Waaruit blijkt dat dit je sterke eigenschappen zijn? Noteer dit per eigenschap in ongeveer 30 woorden.
d. Wat zijn je mindere eigenschappen? Noem er 3.
e. Waaruit blijkt dat dit je mindere eigenschappen zijn? Noteer dit per eigenschap in ongeveer 30 woorden.

Opdracht 3
Geef antwoord op onderstaande vragen.
a. Waarom moet je een harde werker zijn?
b. Waarom moet een ondernemer goed financiële kennis hebben?
c. Waarom moet een ondernemer creatief zijn?
d. Waarom moet een ondernemer met tegenslagen om kunnen gaan?
e. Waarom moet een ondernemer kansen zien?

Opdracht 4
Onderzoek nu welke vaardigheden je hebt.
a. Vul onderstaande tabel in:

Ik kan …..

onvoldoende

Voldoende

Goed

Rekenen

 

 

 

Presenteren

 

 

 

Onderzoek doen

 

 

 

Verslagen schrijven

 

 

 

Plannen

 

 

 

Leidinggeven

 

 

 

Verkopen

 

 

 

Problemen oplossen

 

 

 

Opkomen voor mijn mening

 

 

 

Mensen overtuigen

 

 

 

Beslissignen nemen

 

 

 

Administratie bijhouden

 

 

 

Met geld omgaan

 

 

 

Samenwerken

 

 

 

Zelfstandig werken

 

 

 

Organiseren

 

 

 

Overzicht houden

 

 

 

Ondernemen

 

 

 

Leren

 

 

 

Luisteren

 

 

 


b. Wat zijn je sterkte vaardigheden? Noem er 3.
c. Waarom zijn dit de sterkte vaardigheden? Noteer dit per vaardigheden.
d. Wat zijn je minst sterke vaardigheden? Noem er 3.
e. Waarom zijn dit de minst sterke vaardigheden? Noteer dit per vaardigheid.

2a.3 Motivatie

Motivatie is heel belangrijk om te kunnen ondernemen. Motivatie betekent de zin om iets te doen, enthousiasme om iets aan te pakken. In een ondernemingsplan moet je aandacht besteden aan je motivatie. De ondernemer is degene die het moet gaan doen. In een ondernemingsplan vertel je waarom jij de juiste persoon bent voor deze onderneming.

Opdracht 5
a. Heb jij een droom, iets wat je later graag zou willen doen?
b. Zou jij een eigen bedrijf willen starten? Leg uit waarom.
c. Wat voor bedrijf zou je willen starten?
d. Denk je dat het jou zal lukken om in de toekomst een bedrijf te starten?

2b.1 wat ga je verkopen?

Wat je met je bedrijf gaat verkopen (het aanbod) is meer dan je product alleen, het aanbod bestaat uit 3 onderdelen, namelijk:

Het product: goed of dienst
Extra’s gekoppeld aan het product zoals garantie of service.
Extra’s gekoppeld aan de ondernemer zoals workshops die hij of zij geeft.


Opdracht 6
Samengevat is een wat een bedrijf verkoopt een optelsom van 3 dingen: het product, extra’s en sfeer/uitstraling van het bedrijf. Bedenk voor het product scooters:
a. Extra’s gekoppeld aan het product:
b. Extra’s gekoppeld aan het bedrijf:
c. Een uitstraling of sfeer waardoor je meer kunt vragen voor het zelfde product.

2b.2 de maatschappij

Wanneer je bezig bent met je bedrijfsidee onderzoek je ook de ontwikkelingen in de maatschappij. Het is belangrijk om met je bedrijfsidee in te spelen op verwachtingen in de maatschappij. Het is belangrijk om met je bedrijfsidee in te spelen op verwachtingen en behoeften van potentiele klanten. Maatschappelijke ontwikkelingen beïnvloeden deze behoeften.

Opdracht 7
Noteer voor iedere maatschappelijke ontwikkeling een bedrijfsidee. Verzin dus een product dat past bij de omschrijving van onderstaande situaties.
a. De bevolking in Nederland vergrijst, dit betekent dat er steeds meer oudere komen.
b. Grondstoffen raken steeds sneller op en daarom moeten we spullen hergebruiken.
c. De techniek ontwikkelt erg snel en veel werk wordt overgenomen door robots.

Opdracht 8
In de toekomst zullen veel bedrijven gaan veranderen, hoe denk jij dat onderstaande bedrijven er in de toekomst uit gaan zien?
a. Meubelzaak
b. Restaurant
c. Ziekenhuis
d. Treinvervoer

2b.3 de branche

Een goed bedrijfsidee houdt rekening met de branche ontwikkelingen. Een branche is een bedrijfstak, alle bedrijven hierin houden zich met eenzelfde soort product bezig. Bijvoorbeeld een supermarkt valt binnen de foodbranche.


Opdracht 9
Geef de naam van de branche waar de volgende producten in vallen.
a. Een bed & Beakfast
b. Sportzaak
c. Gezondheidscentrum
d. Theater
e. Kaasboerderij
f. Phillips


Opdracht 10
Zoek de volgende antwoorden op internet op.
a. Waarom wordt er verschil gemaakt tussen de food en de non-foodbranche?
b. Waarom is het voor een bedrijf belangrijk om te weten tot welke branche jouw bedrijf hoort?


2b.4 USP

kijk eerst deze video en gaan dan aan de slag: https://www.youtube.com/watch?v=XYHFX-f61s0

Met je bedrijf moet je je onderscheiden in de markt. Onderscheiden in de markt betekent dat je iets doet of hebt dat nog niet gedaan wordt. We noemen dit een USP, deze afkorting staat voor Unique Selling Point.

Er zijn verschillende punten waarop een bedrijf zich kan onderscheiden:
- De uitstraling
- Service
- Prijs
- Exclusiviteit in goederen of diensten

Opdracht 11
Hoe kan een bioscoop zich onderscheiden? Geef een voorbeeld bij ieder punt.
a. Uitstraling:
b. Service:
c. Prijs:
d. Exclusiviteit:


Opdracht 12
Je gaat nu een praktische opdracht uitvoeren. Je kiest voor 1 branche, voor deze branche ga jij minimaal 20 afbeeldingen verzamelen. In deze afbeeldingen moet duidelijk worden dat het gaat over een usp. Maak digitaal (met een app) of analoog (plakken op een a-3 papier) een collage. Zorg ervoor dat ook de naam van de door jou gekozen branche zichtbaar is.