Wanneer in de klas of in andere leersituaties inzet of prestatie beloond wordt, zal de kans op falen toenemen. Dat komt omdat leerlingen zich dan meer op de beloning en minder op de activiteit zelf zullen concentreren. Beloningen moedigen leerlingen niet aan tot experimenteren omdat zij daarmee het verkrijgen van de beloning zelf onzeker zouden kunnen maken. Ze kiezen voor de veilige weg en vallen terug in werkwijzen die in het verleden effectief bleken. De beloningen gaan voorbij aan achterliggende redenen voor gedrag en presteren. Ze verminderen de kritische reflectie en leiden niet tot meer inzicht in de manier waarop geleerd wordt en problemen worden opgelost (Bors & Stevens, 2018).
Straffen is een stevige vorm van het stellen van grenzen. In plaats van straffen zou een leraar zijn energie moeten steken in constructieve en relatieversterkende activiteiten. Naar kansen zoeken en die benutten als ze zich voordoen (Van der Wolf & Van Beukering, 2014).
Marzano (2010) zegt over beloning dat het van belang is dat elk systeem van tastbare beloning vergezeld dient te gaan van een grondige discussie over de onderliggende principes van het systeem. Het werken met een beloningssysteem brengt het gedrag weer op een bewust niveau. Zorg ervoor dat beloningen echt beloningen zijn voor de leerling en zorg voor afwisseling (Jeninga, 2013).