Motivatie basistypen

Deci & Ryan (2000) maken in hun theorie onderscheid tussen verschillende basistypen van motivatie. De typen verschillen van elkaar in de mate waarin de motivatie zelfgedetermineerd is. De belangrijkste motivatietypen zijn:

Wanneer we doelen nastreven die zelfgedetermineerd zijn dan heeft dit een positief effect op het functioneren (Bohlmeijer, Bolier, Westerhof & Walburg, 2013).

Veelal wordt er onderscheid gemaakt tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie. Bij intrinsiek gaat het om taken die mensen vanuit zichzelf uitvoeren. Het gaat om het proces van leren en doen. Bij extrinsieke motivatie vertonen mensen motivatie omdat ze daarmee een beloning verwachten te krijgen of om straf te vermijden. Daarbij gaat het om het bereiken van een doel en niet om de activiteit zelf (Nelis & Sark, 2014).  Zelfmotivatie kan het gevolg zijn van intrinsieke en of extrinsieke beloningen. Hoe meer de motivatie intrinsiek is, hoe groter de investering in het leren zal zijn, waardoor het resultaat ook beter wordt (Hattie, 2015).

Er is veel onderzoek gedaan naar de relatie tussen leren, motivatie en emotie. Alle drie lijken onlosmakelijk met elkaar verbonden te zijn. Er is geen hiërarchisch verband (Van der Werf, 2005). De gedachte dat eerst emotie en motivatie op orde moeten zijn voordat het kan leren is onjuist. Effectief en adaptief onderwijs heeft een preventieve werking. Wanneer een leerling zich inspant en zijn capaciteiten en interesses benut bij het werken aan uitdagende opdrachten, dan krijgt deze leerling het gevoel iets te kunnen. Van hieruit ontstaan zelfvertrouwen en zelfstandigheid (Pameijer, Van Beukering en De Lange, 2011).