Deci & Ryan (2000) hebben de zelfdeterminatietheorie ontwikkeld. De grondgedachte hiervan is dat ieder mens een natuurlijke aangeboren neiging heeft om bezig te zijn met interessante zaken en dat hij daarbij zoekt naar een verbinding tussen zichzelf en de wereld.
Volgens de zelfdeterminatietheorie hebben kinderen drie fundamentele behoeften:
Deze fundamentele behoeften bepalen de kwaliteit van de motivatie (Bohlmeijer, Bolier, Westerhof & Walburg, 2013). Als er aan alle fundamentele behoeften wordt voldaan zal de motivatie van hogere kwaliteit zijn (Deci & Ryan, 2000). Schunk en Zimmerman (1994) benoemen de voorwaarden: keuze, haalbaarheid, ruimte voor zelfregulering, beschikbaarheid van anderen, feedback en hoge verwachtingen.