In dit hoofdstuk zien we, hoe wij kunnen leren van de sporen, die mensen en dieren hebben achtergelaten. Elk spoor kan een bron van informatie zijn voor archeologen en historici; denk aan hunebedden en dagboeken.
In de tijd van Jagers en Boeren gaan we kijken naar het ontstaan van de wereld en de mens: de oerknal, de evolutietheorie van Darwin en het scheppingsverhaal van bijvoorbeeld Adam en Eva, wetenschap tegen geloof.
We leren over het leven van jagers en verzamelaars en de overgang naar het leven van mensen als boer, ambachtsman en koopman. We zien de ontwikkeling van tentenkampen en hutten via dorpen naar de eerste steden.
We sluiten af met een paragraaf over één van de eerste staten: het oude Egypte met zijn farao's en piramiden.