Tell me about your injury
Have a conversation with a classmate. In this conversation person B has an injury and person A asks questions about it. Use the table below.
Voer een gesprek met een klasgenoot. In dit gesprek heeft persoon B een verwonding en persoon A stelt daar vragen over. Gebruik onderstaande tabel.
Preparation
Voorbereiding
Having the conversation
Het gesprek voeren
Persoon A |
Persoon B |
||
1 |
Groet. |
1 |
Groet terug. |
2 |
Vraag wat er met B aan de hand is. |
2 |
Geef antwoord. |
3 |
Vraag of het pijn doet. |
3 |
Geef antwoord. |
4 |
Vraag sinds wanneer het pijn doet. |
4 |
Geef antwoord. Vraag wat A denkt dat je moet doen. |
5 |
Geef antwoord. |
5 |
Zeg dat je dat zult doen. |
6 |
Stel een zelfbedachte vraag. |
6 |
Geef antwoord. Stel een zelfbedachte vraag. |
7 |
Geef antwoord en rond het gesprek af. |
7 |
Reageer en sluit af. |