Boek 5 - havo 4

De hemel van Heivisj:

De schrijver:

Benny Lindelauf is geboren op 15 december 1964 in Sittard. Benny heeft inrichtingswerk gestudeerd aan de Mikojelacademie en hij studeerde dans aan de Theaterschool in Amsterdam. Zijn eerste boek kwam uit in 1998. Daarna heeft hij nog vele boeken geschreven. Daarna kwamen er nog vele boeken. In 2004 kwam het boek ‘Negen Open Armen’ uit. Daarmee won hij vele prijzen waaronder de ‘Gouden Zoen’. Het boek ‘Hemel van Heivisj’ schreef hij in 2010 en was het vervolg op ‘Negen Open Armen’.  De hemel van Heivisj heeft ook vele prijzen gewonnen.

Samenvatting:

Deel 1, Een Gouden Toekomst 1938-1939:

Het verhaal begint met Fing (De hoofdpersoon). Fing woont met haar vader, vier broers, twee zusjes en oma Mei in één Huis, de Negen Open Armen. Fing wordt uitgekozen door een commissie van haar school om een vervolgopleiding te volgen, die zelfs wordt betaald door de commissie. Fing vond het erg leuk toen ze ervoor gekozen werd, maar haar oma heeft een hekel aan liefdadigheid. Als haar oma erachter komt dat ze een vervolgopleiding krijgt aangeboden, stuurt ze Find naar de rijke Sigarenkeizer en zijn vrouw ‘de Pruusin’. Fing moet daar dan gaan werken.

Deel 2, Fings oorlog 1939-1940:

Fing denkt dat ze huishoudelijk werk moet gaan doen, maar ze wordt eigenlijk ingehuurd om vriendinnen te worden met het nichtje van de Pruusin, Liesl. Liesl is erg eigenwijs en drijft altijd haar zin door, ze steelt zelfs spullen van de hoofdhuishoudster Anna. Als het op een dag niet goed gaat met het jongste zusje van Fing, Jes, komt Liesl lang om te kijken hoe het met Jes gaat. Fing barst dan uit van woede. Ze vertelt aan Liesl dat ze wordt betaald om met haar te spelen en dat ze haar niet aardig vindt. Als Fing de volgende de dag weer komt werken, moet ze meteen op gesprek komen. De Pruusin vertelt haar dat ze de gestolen spullen in Fings kast gevonden heeft, dus wordt ze ontslagen.

Deel 3, Gods bakplaat 1940-1941:

Fing heeft een nieuwe baan, ze werkt als huishoudster bij Mejuffrouw Vroon. Mejuffrouw Vroon is niet geliefd bij iedereen in het dorp, omdat ze een NSD’er in haar huis woont, meester Govaerts. Mejuffrouw Vroon krijgt hierdoor vaak dreigbrieven in de brievenbus en op een dag is haar kat weg. Een paar dagen later wordt haar kat afgeleverd in een jute zak waar weer een dreigbrief in zit. De kat is ingesmeerd met taaie zwarte pek en een paar dagen later gaat de kat dood. Ook krijg Fing verkering met Filip, Filip is een ‘Zwartjas’, zo wordt de jeugdaanhang van de NSB genoemd. Fing leert ook de ‘Imbeciel’ van het dorp beter kennen. Hij heet Bér, hij stottert en is vaak te vinden op het kerkhof, net als Fing. Op een dag zoent Fing Bér. Die nacht worden de broers en de vader van Fing opgepakt, de broers hebben in de kerktoren geklommen terwijl het na tien uur was. Ze worden samen naar een fabriek in Duitsland gestuurd. Doordat Fing zo’n goed contact met Meester Govearts heeft kunnen ze via hem brieven ontvangen en sturen naar hun broers en vader.

Deel 4, De hemel van Heivisj 1941-1942:

Fing wordt hechter met de ‘Zwartjassen’. Ze zoent voor het eerst met Filip en ze gaat met de ‘Zwartjassen’ mee op uitjes. Het gaat uit tussen Filip en Fing als Fing erachter komt dat Emmanues, een man met uitgesproken mening, mishandelt is door de ‘Zwartjassen’ midden in de nacht. Filip heeft hier aan mee gedaan en daar is Fing boos om. Fing neemt ontslag bij Mejuffrouw Vroon, omdat ze niet meer met de NSB in aanraking wil komen. Op een dag heeft de Pruusin gevraagd of Fing langs kan komen. Eenmaal daar vertelt de Pruusin dat ze weg moet, ze is joods, en ze vertelt Fing dat ze weet dat Liesl de schuldige was. Alle joden in het dorp worden die dag afgevoerd. Fing komt er ook achter dat Jes eten steelt en dat ergens heen brengt, ze besluit Jes te achtervolgen, Jes gaat naar een oude mijn en daar komt Fing erachter dat ze het eten naar de hond van Liesl brengt. Jes heeft de hond laatst gevonden en ze wilde niet dat de hond vermoord zou worden door de Duitsers. Ze besluiten samen de hond mee naar huis te nemen. Oma Mei wil dit niet hebben en jaagt de hond weg. Ook gaat Oma Mei steeds geheimzinniger doen, niemand mag nog in de kelder komen vanwege de rat die daar zit. Als Oma Mei op een dag weg is gaan ze toch kijken, in de Kelder vinden ze Liesl.

Deel 5, De schat van de linde 1942-1943:

Het laatste deel van het boek gaat over het onderduiken van Liesl. Oma Mei heeft Liesl laten onderduiken, maar ze mag niet naar buiten en alleen overdag mag ze door het huis heen lopen. Op een dag krijgen ze een brief van de Duitsers dat er een controle gaat plaat vinden in het dorp. Er moeten namelijk gezinnen geplaatst worden bij andere mensen, omdat vele gezinnen hun huizen zijn kwijt geraakt door de bombardementen. De familie probeert hier onderuit te komen, maar dit loopt uit op een mislukte poging. Fing moet op een dag naar de moeder van Fie om suiker en andere spullen te halen. Op de terugweg wordt ze door een vrouw de berm ingetrokken en er wordt haar verteld dat het pakketje om acht uur wordt opgehaald en dat moet naar de smid gebracht worden, tegen de smid moet gezegd worden dat het pakketje er is. Fing besluit om Liesl naar de smid te brengen. Dit gaat helemaal fout, omdat er ‘Zwartjassen’ bij de smid. En de smid, Liesl en Fing worden onder schot gehouden. Dan komt hun redding, het oude mijnpaard Heivisj, Heivisj zijn lichten worden gedoofd vanwege de bombardementen buiten de stal, alles moet donker zijn. Het paard Heivisj kan niet tegen donker en hij slaat op hol, hij verjaagt de ‘Zwartjassen’ daarmee. Heivisj rent zelfs iemand dood, hierdoor kunnen Fing en Liesl wel ontsnappen. Ze vluchten naar de oude mijn, hier vertelt Liesl over haar jeugd bij haar opa, oma en zus, die een poppenwinkel hadden. Op een avond zijn haar opa en oma weg en zijn er allemaal mensen bij hun huis, haar zus Reiba zegt haar zich te verkleden als pop en ze moet stil blijven zitten, voor haar zus is het net te laat om zich te verkleden dus die wordt opgepakt, Liesl wordt niet gezien en blijft achter. Uiteindelijk belandde ze bij haar tante en dus nu in de mijn.

De volgende ochtend worden ze gevonden door Bér, hij brengt Liesl naar een veilige plek en Fing gaat naar huis. Maar haar huis is opgeblazen. Fing wordt heel erg ziek en ze is één oog kwijtgeraakt tijdens de vlucht. Ze slaapt twee dagen en als ze wakker wordt is ze bij de familie van Fie, Fing krijgt een glazen oog. Het gaat steeds beter en ze mag weer naar buiten. Ook vertelt Bér haar dat Liesl veilig is.

 

Mijn mening:

Ik vond het een erg goed boek, je leest echt hoe het voor iemand jongs was in de oorlog. Hoe gevaarlijk het kon zijn voor iemand in de oorlog. Ik had erg veel medelijden met Fing, toen ze van haar Oma niet mocht gaan studeren. Ook toen ze beschuldigd werd van diefstal. Als lezer kon je erg gefrustreerd worden doordat jij wist dat ze het niet had gedaan. Ik ergerde me wel heel erg aan Liesl, tot het einde mocht ik haar niet. Ze kwam heel verwend over en gaf Fing een zware tijd. Fing verdiende dat niet, ze deed haar best en dat was nog niet genoeg. Ik hoop alsnog, maakt niet uit hoe erg ik Liesl niet mag, dat er een boek komt met haar levensverhaal.  Ook snapte ik de titel niet tot het laatste hoofdstuk. Het was wel fijn dat er woordenlijsten stonden achter in het boek. Er werd namelijk veel gebruik gemaakt van Limburgse en Duitse woorden. Sommige kon ik wel begrijpen uit de zin, maar niet alle. Ik zou het boek wel aanraden, want het is erg spanned.