5. Perspectief

Opdracht 3: Perspectief

Inmiddels heb je opdrachten gemaakt bij het thema en bij de personages. Je hebt dus een verhaallijn bedacht en je hebt de personages uit de verhaallijn uitgewerkt. De volgende stap is nadenken over het perspectief: vanuit wiens ogen ziet de lezer het verhaal? Wil je de lezer zich in laten leven in een personage of wil je juiste dat de lezer van meerdere personages iets afweet?
Kijk voor de verschillende mogelijkheden bij de theorie van perspectief.

Opdracht: Maak een keuze voor 1 van de perspectiefmogelijkheden. Omschrijf in 100 woorden waarom je voor deze mogelijkheid hebt gekozen. Licht ook kort de voordelen en nadelen toe. Hoe ga je het perspectief zo goed mogelijk gebruiken? En waar moet je misschien rekening mee houden?