Lesdoelen:
Aan het eind van deze les ...:
Theorie
Een synoniem is een ander woord voor hetzelfde ding / aspect.
Voorbeelden hiervan zijn:
met een wc en een toilet wordt hetzelfde bedoeld;
net als met een stoep en een trottoir;
of sofa en bank.
Tijdens het schrijven van een verhaal is het belangrijk om synoniemen te gebruiken, zodat je verhaal niet eentonig wordt. Wanneer je synoniemen gebruikt, zit er meer variatie in je tekst. Kijk maar naar het onderstaande voorbeeld:
Toen zij daar aankwamen zagen ze een vreemde man. En toen zij doorhadden dat de vreemde man hen ook had gezien, voelde zij zich erg ongemakkelijk. En toen gingen zij zo zitten dat ze de vreemde man goed in de gaten konden houden, zodat hij hen niet kon verrassen met een aanval. En toen stond de vreemde man op en ging weg...
Het volgende fragment leest veel prettiger:
Toen zij daar aankwamen zagen ze een vreemde man. Wanneer de drie vrienden doorhadden dat die vreemdeling hen ook had gezien, voelde ze zich erg ongemakkelijk. Vervolgens gingen de jongens zo zitten dat ze de man goed in de gaten konden houden, zodat hij hen niet kon verrassen met een aanval. Daarna stond de vreemde man op en ging weg...
Probeer woorden dus een beetje af te wisselen.
Opdracht 1
Bekijk bovenstaande fragmenten en beantwoord de volgende vragen.
1. Wat is het verschil tussen de twee fragmenten?
2. Welke drie woorden/woordgroepen zijn aangepast in het tweede fragment?
3. Schrijf die drie woorden/woordgroepen op en zet bij elke woordgroep neer welke synoniemen er worden gebruikt.
Opdracht 2
Kan jij van de volgende woorden een synoniem noemen? Zo niet, zoek dan op internet naar een synoniem!
1. snijwond
2. kat
3. doneren
4. ladder
5. paard
6. mama
7. ramp
8. koffiebeker
De antwoorden vind je hieronder: