2.1.1 Persoonsvorm

Lesdoelen:

Aan het eind van deze les ...:

 

 

Opdracht 1
Weet je nog op welke twee manieren je de persoonsvorm kan vinden? Schrijf beide manieren op.

Mocht je het even niet meer weten, zoek ik het dan op op internet.

 

 

Opdracht 2
Nu je dit hebt gedaan, ga je de persoonsvorm uit de volgende zinnen noteren.

 

1. Maaike en Tom mochten van hun ouders naar het strand.
2. Wie weet waar mijn laptop is?
3. Maandag en vrijdag is de directeur niet aanwezig.
4. Ik heb toch maar even de hulp van de docent ingeroepen.
5. Waarom vraagt de docent alleen aan mij om te antwoorden?
6. Zijn we morgen vrij?
7. Welke trui zal ik vrijdag aantrekken?
8. Voor zijn verjaardag zou Maarten graag een Playstation willen hebben.



Opdracht 3
Leg uit waarom zin 2, 5 en 7 instinkers zijn.

 

 

 

 

Hieronder vind je de antwoorden van opdracht 1, 2 en 3:

antwoorden