Lesdoelen:
Aan het eind van deze les ...:
Theorie
Het voltooid deelwoord wordt ook wel als bijvoeglijk naamwoord gebruikt.
Wij hebben gisteravond gebraden kip gegeten.
In deze zin staan twee voltooid deelwoorden, namelijk gebraden en gegeten. Het voltooid deelwoord gebraden wordt hier als bijvoeglijk naamwoord gebruikt, omdat het iets zegt over de kip.
Je hebt in de eerste klas geleerd dat je het bijvoeglijk naamwoord altijd zo kort mogelijk schrijft, tenzij het stoffelijk is. Maar ook wanneer het voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord is, gaat deze regel niet altijd op (kijkt maar naar het voorbeeldzinnetje).
Wij hebben gisteravond gebraden kip gegeten.
Hoe zit dat?
Voltooid deelwoord dat eindigt op een -d of een -t
Deze woorden schrijf je als bijvoeglijk naamwoord wel zo kort mogelijk, net zoals je hebt geleerd in klas 1. Ondanks dat er bij veel van deze woorden in de verleden tijd een extra -t of -d achter komt. Zie hieronder een voorbeeld:
Het schip strandde op een onbewoond eiland. (verleden tijd)
Het schip is op een onbewoond eiland gestrand. (voltooid deelwoord)
Daar ligt het gestrande schip. (bijvoeglijk naamwoord)
In het voorbeeld zie je dus dat het bijvoeglijk naamwoord zo kort mogelijk wordt geschreven.
Dat geldt ook voor woorden die zowel in de voltooide tijd als in de verleden tijd met een dubbele klinker wordt geschreven. Zie hieronder het voorbeeld daarvan:
De bakker kneedde het deeg tot het elastisch was. (verleden tijd)
Het deeg was zorgvuldig gekneed. (voltooid deelwoord)
De bakker legde het geknede deeg in de koeling. (bijvoeglijk naamwoord)
In bovenstaand voorbeeld is te zien dat wanneer er in zowel de verleden tijd als in de voltooide tijd twee klinkers worden gebruikt. Het bijvoeglijk naamwoord wordt weer zo kort mogelijk geschreven.
Bij sommige gevallen komt er juist een medeklinker bij. Dit is echter alleen het geval wanneer dat nodig is voor de uitspraak, bijvoorbeeld:
Ik heb dat konijn gered. (voltooid deelwoord)
Het geredde konijn. (bijvoeglijk naamwoord)
Voltooid deelwoord dat eindigt op -en
Sommige voltooid deelwoorden eindigen op -en. In deze gevallen schrijf je het bijvoeglijk naamwoord ook met -en. Hieronder vind je hiervan een voorbeeld:
De deur is gesloten. (voltooid deelwoord)
De gesloten deur is groen. (bijvoeglijk naamwoord)
Het vlees wordt vakkundig gebraden. (voltooid deelwoord)
Het gebraden vlees smaakt mij erg goed. (bijvoeglijk naamwoord)
Wil je nog meer voorbeelden zien? Ga dan naar deze site: https://www.beterspellen.nl/website/index.php?pag=80
Opdracht 1
Schrijf van onderstaande werkwoorden de juiste vorm op als bijvoeglijk naamwoord. Kijk telkens eerst waar het werkwoord in de voltooide tijd op eindigt!
1. de (stelen) portemonnee
2. het (tekenen) portret
3. het (stranden) schip
4. het (bedenken) plan
5. de (kiezen) film
6. het (verven) bankje
7. het (geven) cadeau
8. de (eten) appel
Opdracht 2
Maak onderstaande opdracht.
De antwoorden van opdracht 1 vind je hieronder: