Lesdoelen:
Aan het eind van deze les ...:
Theorie
Om een tekst goed te laten lopen, worden vaak signaalwoorden gebruikt. Dit worden ook wel verbindingswoordengenoemd. Deze woorden geven verschillende verbanden aan binnen een tekst. In het schema hieronder vind je verbanden en signaalwoorden die regelmatig voorkomen.
Verbanden
|
Verbindingswoorden/signaalwoorden
|
Opdracht 1
Schrijf van de onderstaande zinnen het signaalwoord op en schrijf erbij welk verband het signaalwoord aangeeft.
Bijvoorbeeld: Vandaag hebben we de vakken biologie, Nederlands, techniek en M&M.
signaalwoord = en verband = opsomming
1. Joris is te laat, omdat hij te laat van huis is vertrokken.
2. Ik heb de planten voldoende water gegeven. Toch hebben ze het niet overleefd.
3. Wij hadden de boot gemist, doordat we in de file stonden.
4. Vanwege de storm, is de wedstrijd afgelast.
5. Als je heel goed werkt, mag je eerder naar huis.
6. Om beter te worden, moet je veel oefenen.
7. Ik heb mijn werk al af, dus ik heb geen huiswerk.
8. We gaan straks een film kijken, mits jullie goed meedoen met de les.
Opdracht 2
Lees onderstaande tekst en schrijf alle signaalwoorden op die je tegenkomt.
Opdracht 3
Ga na de volgende site en bekijk daar de twee filmpjes. Vervolgens maak je de vijf oefeningen.
https://www.cambiumned.nl/theorie/stijl/verbanden/
Hieronder vind je de antwoorden van opdracht 1 en 2: