Lesdoelen:
Aan het eind van deze les ...:
Theorie
Werkwoorden kunnen in de voltooide tijd staan, deze werkwoorden noem je voltooid deelwoorden. Als je met een voltooid deelwoord te maken hebt, dan is iets al voltooid. Het is al gebeurd.
Er zijn drie hulpzinnetjes die je kunt gebruiken om een voltooid deelwoord te vinden:
Het voltooid deelwoord staat namelijk altijd in combinatie met een hulpwerkwoord (hebben, zijn en worden).
Voltooid deelwoorden beginnen bijna altijd met: ge-, be- of ver-
Het komt wel eens voor dat er geen hulpwerkwoord in de zin staat, bijvoorbeeld in de volgende zin:
Hoe het met mij gaat? Heel goed: mijn toets gehaald en geslaagd voor mijn rijbewijs.
In bovenstaande zin staan twee voltooid deelwoorden, maar er staan geen hulpwerkwoorden in de zin. Deze kan je er wel voor denken, kijk maar:
Hoe het met mij gaat? Heel goed: (ik heb) mijn toets gehaald en (ik ben) geslaagd voor mijn rijbewijs.
Spelling van voltooid deelwoorden
Veel voltooid deelwoorden eindigen op een -t of een -d. Je kunt het woord dan langer maken om te horen wat de laatste letter is of je kijkt of de laatste letter van de stam in 't exkofschip staat. Van beide manieren staat hieronder een voorbeeld gegeven:
trainen ⇒ ik heb getrain... ⇒ trainde, dus getraind met een -d
trainen ⇒ ik heb getrain... ⇒ (ik) train is de stam, de -n staat niet in 't kofschip, dus getraind met een -d
Sommige werkwoorden hebben een voltooid deelwoord dat eindigt op -en. Je schrijft de woorden zoals je ze zegt:
(ik ben) gevallen; (zij heeft) gegeten; (hij werd) gekozen;
Onvoltooid deelwoord
Waar je uit een voltooid deelwoord op kan maken dat iets is voltooid, kan uit een onvoltooid deelwoord opmaken dat iets juist nóg niet is voltooid. Een onvoltooid deelwoord gebruik je om aan te geven dat je iets aan het doen bent, terwijl je ook nog iets anders aan het doen bent.
Voorbeelden van onvoltooide deelwoorden zijn:
Gillend en krijsend liep de kleuter naar de juf.
Al lopende was zij op weg naar het station.
Spelling van onvoltooid deelwoorden
Je schrijft het onvoltooid deelwoord als volgt: hele werkwoord (infinitief) + -d of -de:
lopen ⇒ lopend
werken ⇒ werkende
dansen ⇒ dansend
Opdracht 1
Kijk naar de volgende zinnen en noteer per zin of hier een onvoltooid of voltooid deelwoord in staat. Beantwoord daarna de vraag.
1. Vanmorgen heb ik het journaal gekeken.
2. Al kijkende naar het journaal eet ik mijn ontbijt.
3. Kwijlend liep de hond achter de man met het hondensnoepje aan.
4. De man heeft de hond een hondensnoepje gegeven.
5. Al lachende speelde de man piano.
6. Lachend heeft de man piano gespeeld.
In welke zin staat zowel een onvoltooid deelwoord als een voltooid deelwoord?
Opdracht 2
Maak met onderstaande (on)voltooide deelwoorden een kloppende zin.
1. lopend
2. rennend
3. gelachen
4. getekend
Opdracht 3
Maak onderstaande oefening.
Opdracht 4
Schrijf de voltooid deelwoorden van de volgende zinnen juist op. Maak het woord eventueel langer om te horen of je een -t of een -d schrijft.
1. Ik ben gisteren naar de kermis (zijn).
2. Johan heeft jaren gitaar (spelen).
3. Maaike heeft al die vakjes netjes (inkleuren).
4. Van zijn vader heeft Sabri een mooie horloge (krijgen).
5. Thomas heeft zich in tijden niet zo beroerd (voelen).
6. Salima heeft haar cijfer voor Nederlands (ophalen).
7. Vanmorgen is Berend (slagen) voor zijn theorie-examen.
8. De buurman heeft de hele avond over de harde muziek (klagen).
9. Nico heeft een vergoeding (hebben) voor de schade die was (veroorzaken).
10. Maaike heeft uren voor Spaans (oefenen).
11. De verloren portemonnee werd gelukkig toch (vinden).
12. De gesloten deur werd (openen) door de conciërge.
13. Tobias en Maikel hebben inmiddels een mooie vriendschap (opbouwen).
14. Yara heeft prachtig (tekenen).
15. De gebraden kip heeft ons heerlijk (smaken).
16. Tirsa en Nadine hebben vorige week (afspreken).
Opdracht 5
Klik op onderstaande link en maak de oefening. De ene keer is gebeurd een persoonsvorm en de andere keer een voltooid deelwoord!
https://www.cambiumned.nl/oefeningen/gebeuren/
De antwoorden van opdracht 1 en 4 vind je hier: