Deze werkvorm kan worden gebruikt om na de les te controleren of de les stof is begrepen/onthouden. Er kunnen verschillende kennis worden getest door beschrijving/begrippen of afbeeldingen te tonen. De antwoorden hierbij moeten worden afgestreept op de bingo kaarten.
Bingo kaarten format (kijk hierover bij het kopje materiaal)
Begrippen/beschrijvingen of plaatjes als vraag
Printer
Schaar/ Papiersnijder
Voorbereiding
Maak verschillende bingokaarten waarin de leerstof verwerkt is. Zorg voor circa 9 hokjes per bingo kaart. Hier kunnen begrippen/beschrijvingen of plaatjes op staan. Zorg dat er zoveel kaarten zijn dat een kaart maximaal twee keer is uitgedeeld tijden het spelen. Sla de kaarten op en druk ze af. Als één kaart niet een heel A4tje beslaat kun je er meerdere op 1 pagina printen. Dan moeten ze wel even uitgeknipt worden.
Werkwijze tijdens de les
Deel in de les de bingo kaarten uit. Je kunt ook één kaart per tweetal uitdelen. Laat in een diavoorstelling de vragen of plaatjes zien die als vraag dienen op de onderdelen die op de bingokaarten staan.
Als de student denk dat deze hoort bij een onderdeel die op de kaart staat die hij of zij heeft dan moet deze worden afgestreept.
Als de hele kaart is afgestreept is er bingo.
Wie als eerst correcte bingo heeft is de winnaar. Wie valse bingo heeft mag niet meer mee doen of kan een andere ‘’straf’’ krijgen.