Verantwoording

Docentenhandleiding

De doelgroep voor deze webquest is havo 4. Deze webquest kan ingezet worden om het hoofdstuk koolstofchemie te behandelen. Er is namelijk geen gerichte voorkennis nodig alvorens er gestart kan worden met deze module. Het is de bedoeling dat leerlingen het theoriegedeelte zoveel mogelijk alleen maken. Mochten ze vastlopen of moeilijkheden hebben tijdens het maken van de opdrachten dan dienen ze met mede leerlingen te overleggen.

Er is gebruik gemaakt van een aantal werkbladen voor leerlingen. Deze zijn afkomstig van collega's van het CS Vincent van Gogh, de bronvermelding is daarom afwezig.

Beschrijving van de opdracht

Deze module is geschikt voor 6 lessen van 50 minuten, waarvan de laatste 3 lessen gericht zijn op het ontwerpen en het uitvoeren van een onderzoekspracticum.

De leerlingen moeten voor ze met het onderzoekspracticum aan de slag kunnen een basiskennis hebben omtrent koolstofchemie. Hiervoor is een 3-tal hoofdstukken samengesteld om de basiskennis koolstofchemie en polymeerchemie uit te leggen. Bij elk hoofdstuk is een aantal vragen toegevoegd. Deze vragen kunnen de leerlingen in hun schrift uitwerken.

In het eerste hoofdstuk maken de leerlingen kennis met koolstofchemie middels Shell Pernis.

Vervolgens gaan ze in het tweede hoofdstuk aan de slag met alkanen, alkenen en enkele karakteristieke groepen.

Het derde hoofdstuk heeft betrekking op polymeerchemie. Leerlingen maken kennis met het begrip polymeren en leren op welke manier ze gemaakt worden. Ze bekijken daarbij ook verschillende soorten polymeren.

Als laatste volgt het onderzoekspracticum waarbij leerlingen zelf in tweetallen een biopolymeer gaan maken en daarvan de treksterkte meten. Het is daarbij de bedoeling dat leerlingen zelf een biopolymeer gaan maken en daarbij zelf ook een synthese route opzetten. Het is hierbij afhankelijk van de materialen op school welke polymeren ze wel/niet kunnen maken.  

Doel van de webquest

Er zijn een aantal doelen aan deze webquest verbonden, deze zijn voor de leerlingen zichtbaar bij de inleiding. De doelen komen terug in de opdrachten die de leerlingen gedurende de webquest moeten maken.

De doelstellingen bij deze module zijn:

Aan het einde van deze module:

1. kun je drie fossiele brandstoffen benoemen en ken je daarvan de samenstelling.

2. kun je de naam van de koolwaterstoffen verklaren aan de hand van een structuurformule.

3. kun je beschrijven hoe er van aardolie verschillende brandstoffen worden gemaakt, aan de hand van gefractioneerde destilatie.

4. weet je wat er bedoeld wordt met het begrip covalente binding en kun je deze herkennen in een structuurformule

5. ken je twee voorwaarden waaraan isomeren moeten voldoen en kun je isomeren herkennen en tekenen.

6. kun je de volgende organische verbindingen herkennen aan de hand van een structuurformule en  kun je een systematische naam geven aan:

7. weet je wat er bedoeld wordt met de volgende termen en kun je deze gebruiken in een beschrijving om additiepolymerisatie uit te leggen:

- Monomeer, polymeer, additiereactie, additiepolymeer

8. weet je wat een biopolymeer is.

9. ken je minimaal twee soorten biopolymeren en kun je het monomeer van beide soorten benoemen.

10. kun je een practicum ontwerpen en uitvoeren om zelf een biopolymeer te maken.

Deze doelen zijn gekoppeld aan de opdrachten die de leerlingen moeten maken bij de verschillende hoofdstukken. De antwoorden op de opdrachten die leerlingen moeten maken, moeten leerlingen onderling bespreken. 

 

Verantwoording vanuit de literatuur

Er is gekozen om te werken met een wikiwijs omdat leerlingen op deze manier op hun eigen tempo door de module heen kunnen werken. Voor de leerlingen die moeite hebben onderweg is er op sommige plekken hints of extra oefen materiaal te vinden. Daarnaast is het de bedoeling van deze webquest dat de leerlingen zoveel mogelijk zelfstandig aan de slag gaan. Mocht er onderweg een leerling vastlopen dan kan deze hulp van een mede leerling krijgen om zo verder te kunnen met de opdracht.

Leerlingen mogen aan het einde van de module zelf een route en een polymeer kiezen die ze gaan maken. Op deze manier wordt beoogd op de intrinsieke motivatie van leerlingen in te spelen. Volgens de selfdeterminatie-theorie van Deci en Ryan(2000) zijn leerlingen meer gemotiveerd wanneer er wordt voldaan aan de drie basisbehoeften: Autonomie, relatie en competentie.

 

De rol van de docent

De docent heeft bij deze module een rol als coach. De leerling dient zelfstandig door de module te werken en daarbij alleen hulp te vragen indien nodig. De docent voert individuele gesprekken met de leerling en focust daarbij op de doelen, leerproces en de leerinhoud. Daarbij is het belangrijk dat je als docent verdiepende vragen stelt, geen sturende vragen. Het is de bedoeling dat de leerling zelfregulerend leert waarbij de docent slechts ondersteunend is.(Slooter, 2018)

 

Kennedy(2005) zegt dat het belangrijk is dat er bij onderwijs met 3 aspecten rekening wordt gehouden:

Onderwijs moet gaan over betekenisvolle inhouden

Leerlingen moeten worden uitgedaagd tot denken over deze inhouden

Er moet rekening gehouden worden met verschillen tussen leerlingen

 

Door deze wikiwijs te starten vanuit de context wordt er betekenis gegeven aan de leerinhouden voor leerlingen. Het is belangrijk om die context te schetsen omdat leerlingen op deze manier zelf de leerstof kunnen plaatsen in het geheel. Daarnaast is getracht om de opdrachten op een manier vorm te geven zodat leerlingen hier zelfstandig mee aan de slag kunnen. Dit zou voldoende uitdagend moeten zijn omdat de leerlingen de lesstof op een compleet andere manier aangeboden wordt dan voorheen. Daarbij wordt er uiteraard genoeg rekening gehouden met verschillen tussen leerlingen. Leerlingen kunnen namelijk op eigen tempo door de opdrachten heen, en hebben aan het einde vrije keuze over welk polymeer ze gaan synthetiseren.

Groene kaart