Fossiele brandstoffen

Zoals jullie weten zijn er drie soorten fossiele brandstoffen: Steenkool, aardgas en aardolie. Steenkool is voor 99% zuiver koolstof en de molecuulformule van steenkool is dan ook C (s). Aardgas, vooral het aardgas dat uit Groningen komt, is nagenoeg zuivere methaan. De molecuulformule van methaan is CH4 (g).

Ruwe aardolie is geen zuivere stof maar een viscoos en stroperig mengsel van verschillende moleculen. Bijna al deze moleculen zijn koolwaterstoffen. Dit zijn stoffen bestaande alleen uit C en H atomen. De eerste 4 koolwaterstoffen zijn hieronder in een afbeelding weergegeven.

In de afbeelding hierboven kun je goed zien dat de structuren van koolwaterstoffen enkel bestaan uit C en daaromheen H atomen. De hoeveelheid waterstofatomen aan zo'n keten hangt af van de hoeveelheid C-atomen die in de keten zitten. Zoals je weet heeft C een covalentie van 4 en H een covalentie van 1. Een koolstofatoom dat al vast zit aan twee andere C-atomen, houdt dus nog maar twee bindingen over voor waterstof.

Uit aardolie worden heel veel verschillende producten gemaakt. Al eerder hebben we het gehad over brandstof voor in de auto, maar er worden nog veel meer producten van gemaakt. Een hele belangrijke groep stoffen die eruit gemaakt worden zijn plastics of kunststoffen. Later in de module gaan we hier verder op in.