Kenmerken onderpresteerders

Een onderpresteerder gaat niet graag naar school doordat het kind een groeiende weerstand ontwikkeld heeft voor school. Het leerstof aanbod en de ouders spelen hierbij ook een rol. Als de stof te veel is aangepast en de leerkracht verwachtte een grote mate van aanpassing van het kind, kan het zijn dat ouders dit zien als een teleurstelling en dit werkt averechts op het kind. Het kind kan aan zijn ouders merken dat zij ook niet meer achter school staan en hierdoor kan het kind nog meer in de weerstand gaan zitten.
Ook de belangen die het kind heeft, kan het kind voor zichzelf wegzetten doordat het in het verleden in de groep altijd maar hoorde dat het kind de beste was. Dit kan als niet prettig ervaren worden en hierdoor kan het kind een strategie zich eigen maken om juist niet op te vallen.
Wat nog meer opvallend is aan onderpresteerders in de klas is dat deze kinderen veelal de aandacht opeisen van de leerkracht of zelfs agressief gedrag laten zien.
Onderstaande lijst laat de positieve en negatieve kenmerken zien:

Ongewone interesses

Het verzamelen van informatie op diverse kennisgebieden.

Voorkennis

De enige voorkennis die het kind al weet over onderwerpen die nog aan bod komen in de klas

Onnodige fouten

Het maken van onnodige fouten. Tussendoor zal het kind ook opdrachten foutloos maken.
Mondelinge prestaties zijn vaak beter dan schriftelijke prestaties.

Neerwaartse lijn in prestaties

Het kind kan eerst een didactische voorsprong hebben maar een half jaar later een didactische achterstand hebben opgebouwd.

Ontdekkingsdrang en creativiteit

Op hun eigen creatieve manier bezig zijn met het ontdekken hoe iets in elkaar zit of hoe iets werkt.

Komt uit de verf bij onderwijs op maat

De mondelinge toelichting krijgt het kind de ruimte en  hierdoor valt het op dat de onderpresteerders goed presteren.

Eigen keuzes

Als de onderpresteerder zelf zijn werk mag kiezen waar het mee aan de slag kan gaan, blijkt het toch geïnteresseerd te zijn.

Gevoeligheid

Zijn erg gevoelig. Kunnen zich snel gekwetst voelen.

Slechte prestaties

De neerwaartse lijn die tot stand is gekomen, laat zien dat onderpresteerders slecht presteren

Niet maken van huiswerk

Ze vinden huiswerk niet noodzakelijk en daarom noteren zij hun huiswerk niet en hierdoor wordt het huiswerk vergeten

Hekel aan automatiseren

Zien het nut van automatiseren niet

Faalangstig/ perfectionisme

Leggen de lat voor hun eigen prestaties erg hoog
Het stellen van extreem hoge doelen

Verzet tegen autoriteit

Hulp die aangeboden wordt, wijzen onderpresteerders vaak af
Het accepteren van de hulp kan een onderpresteerder niet

Slechte concentratie

Zijn snel afgeleid en handelen impulsief
Bij eigen gekozen taken zien wordt wel terug gezien dat een onderpresteerder zich kan concentreren

Afwijzen van verantwoordelijkheid

Het kind kijkt wel naar zijn eigen gedrag, maar ziet niet in dat de verantwoordelijkheid ook bij het kind zelf ligt

(Van Gerven, 2002, p. 81 - 83)