Begeleiden van onderpresteerders

Om onderpresteerders te begeleiden moet je goed kijken naar de motivatie van het kind en de leerkracht moet zich bewust zijn van de mogelijkheden die er zijn om te helpen om het kind weer te motiveren.
De ouders op de hoogte brengen van de bevindingen die zichtbaar zijn geworden, zijn van groot belang om met ouders te delen.
De innerlijke drang tot leren en presteren kan worden aangewakkerd door vier dingen. En is eigenlijk een basisaanpak die bij elke onderpresteerder herhaalt moet worden:
1 acceptatie (hoogbegaafdheid)
2 feedback (duidelijke feedback)
3 ruimte geven (om doelen na te streven)
4 niet meer mopperen (stoppen)


Om daarna aan de slag te gaan zijn aanpassingen nodig in het aanbod voor het kind zodat het weer onderwijs krijgt op zijn of haar eigen niveau.

Een hulpmiddel die ook ingezet kan worden is dat de leerkracht samen met het kind een stappenplan gaat maken voor een aantal weken (ongeveer tien) zodat het kind alles weer op de rit gaat krijgen.
Bedenk dat dit een proces is en niet meteen al snel te realiseren is. Het vertrouwen moet groeien.
Vooral geen eisen stellen door zowel de leerkracht als de ouders is van belang.
Daarna samen kijken waar het kind nog wel interesses voor heeft. Het is dan van belang het kind daarin te stimuleren en zijn eigen doelen daarvoor te laten bepalen.
Dan ga je een stapje verder en verwacht je langzaam wat kleine eisen van het kind.
In kleine stapjes eisen stellen en niet meer de gehele dag de vrijheid zal wennen zijn, maar structureel er aan vast houden, helpt.
De doelen worden samen bepaald.  Als die doelen niet zijn behaald, is dat niet erg, maar is het wel van belang dat dit besproken wordt en het kind zich hier van bewust wordt.
Bij de vierde stap kan de eigen gekozen activiteiten nu steeds meer verdwijnen en vakgebieden weer naar voren worden gehaald.
Er mag verwacht worden dat de intrinsieke motivatie weer terug is.
De laatste stap is dat het onderwijsaanbod weer teruggebracht gaat worden naar het regulier lesprogramma. In deze laatste fase moet er ook in gesprek met het kind worden afgesproken welke signalen het kind afgeeft als het zich verveelt of gaat onderpresteren.