Rol van de school

Een deel van de kansgelijkheid wordt ondervangen door de verschillende onderwijsmogelijkheden die er bestaan; niet iedereen hoeft naar het reguliere onderwijs, maar er kan ook gekozen worden voor het speciaal onderwijs. Volgens Rijksoverheid (2016) zijn de scholen voor speciaal onderwijs vooral gericht op die leerlingen die niet goed kunnen functioneren in het reguliere onderwijs.

Inmiddels is er steeds meer sprake van inclusief onderwijs, stelt Van der Bij (2016). Hierbij worden alle leerlingen zoveel mogelijk in het reguliere onderwijs geplaatst. Dit vergt veel van zowel de leerling als de docent wanneer dit niet goed geïmplementeerd is. Als er vooral op een en dezelfde manier lesgegeven wordt aan de hele klas, is dit voor geen van de leerlingen zinvol. De excellente leerlingen krijgen dan aandacht tekort en de zwakkere leerling ook. Mitchell (2018) pleit dan ook voor het bezien van de diversiteiten vanuit een ecologisch perspectief. Wanneer de docent zich er bewust van is dat iedereen beïnvloed wordt door het bio-ecologisch systeem waar hij deel van uitmaakt, dan zal dat zorgen voor een beter afstemmen van de lesstof op de individuele behoefte van de leerling. Volgens Van der Bij (2016) is het van belang dat de leeromgeving, de begeleiding en de zorg voor de leerling met elkaar in balans zijn. Op die manier wordt er gezorgd voor een zo optimaal mogelijke leeromgeving zonder dat er concessies worden gedaan aan het niveau.