In het hoofdstuk hiervoor hebben we gezien hoe het bewegingapparaat in elkaar zit, met botten spieren, pezen en gewrichten. We hebben na gedacht over neurologische ziektebeelden die problemen rondom mobiliteit kunnen veroorzaken en nu is het tijd om stil te staan bij de hulpmiddelen die ingezet kunnen worden.
Als eerste beginnen we de ARBO wet. Deze wet biedt jou bescherming. Belangrijk voor jou als Maatscahppelijk Verzorgende IG is dat je weet wat je wel en niet mag doen omtrent bewegen, tillen en verplaatsen. Daarnaast is er in iedere instelling een ergocoach die het personeel traint en begeleidt in het veilig en gezond werken.
Bekijk via de link het document. Hierin staan Praktijkrichtlijnen voor zorgverleners en cliëntgebonden handelingen.
https://www.arbocatalogusvvt.nl/public/file/Praktijkrichtlijnenzorgverleners.pdf
Welke richtlijn spreekt jou het meeste aan? Bespreek dit met je klasgenoot en motiveer je antwoord.
Tijdens deze les gaan we verder in op het gebruik van een passieve tillift.
Het is belangrijk dat je op een juiste manier gaat manoevreren met een tillift, dit is belangrijk voor je eigen lichaam.
In de samenwerking met een cliënt is het belangrijk dat er met een haptonomische benadering gwerkt wordt. in de link hieronder kan je lezen over een haptonomische benadering en het belang daarvan.
https://www.transfersbelicht.nl/haptonomie/
Om goed te kunnen werken met een pasieve tillift, is het belangrijk dat je gebruik maakt van het protocol die op je afdeling ligt.
Tijdens deze les gebruiken wij de werkwijze van goedgebruik.nl
Als je dit goed hebt doorgenomen ga je nu aan de filpmjes bekijken. Je vergelijkt wat je ziet met de werkwijzen van de afbeeldingen hierboven.