Een tabel bestaat uit rijen en kolommen. De kruising van een rij en een kolom noemen we een cel. In het plaatje zie je een blauw kader om de actieve cel. In dit geval is dat cel A1. Iedere cel heeft zijn eigen naam. Dit is handig als we de cellen willen aanroepen in formules. We gaan deze cellen nu vullen met gegevens.
▶ Klik in de cel A1 en typ daar het cijfer 1 in. Druk vervolgens op Enter.
Je ziet dat het invoeren van gegevens heel eenvoudig gaat. In plaats van op Enter te drukken, kon je ook op de pijltjestoetsen drukken. Dit is handig als je snel horizontale gegevens wilt invoeren.
Als je goed kijkt, zie je in de rechter onderhoek van het blauwe selectiekader een klein blauw vierkantje. Dit is de vulgreep. Deze is handig om snel gegevens te kopiëren.
▶ Ga naar cel A1 (door er op te klikken). Klik op de vulgreep en sleep deze naar beneden tot en met cel A10.
Als je het goed gedaan hebt, heb je de inhoud van A1 gekopieerd naar de cellen A2 tot en met A10. De vulgreep heeft nog meer handigheidjes.
▶ Selecteer de cellen A2:A10 (dus A2 tot en met A10) en maak deze leeg door op Delete of Backspace te drukken.
▶ Zet vervolgens het getal 2 in cel A2.
▶ Selecteer de cellen A1:A2 en trek de vulgreep door naar A10.
Je ziet dat de vulgreep regelmaat kan herkennen en dit gebruikt voor het vullen van de cellen. Er zijn nog veel meer soorten regelmaten die de vulgreep herkent, maar daar gaan we nu niet verder op in.
▶ Maak de onderstaande figuur door handig gebruik te maken van de vulgreep.