In het thema 'Kijken naar kenmerken' (het blok: 'Stoffen om je heen') heb je al gekeken naar stoffen en de bijbehorende eigenschappen.
Een stof met geheel dezelfde chemische samenstelling noem je ook wel een zuivere stof.
Zuiver water bestaat dus uit alleen moleculen H2O en geen andere stoffen, zoals kalk of zouten. De moleculen water bestaan weer uit twee verschillende elementen, namelijk: waterstof (H) en zuurstof (O). Er is 1 O-atoom aanwezig. Het getal 2 bij de H, betekent dat er twee H-atomen aanwezig zijn in het molecuul. Totaal bestaat een molecuul water dus uit drie atomen.
Moleculen zijn eigenlijk altijd in beweging. Pas bij een temperatuur van -273 режC (of 0 Kelvin) staan moleculen echt stil. Deze temperatuur noem je ook wel het absolute nulpunt.
In het blok 'Stoffen om je heen' (stap 3) heb je gekeken naar de verschillende fases waarin water zich kan bevinden en de fase-overgangen.
![]() |
Vast, vloeibaar en gas |
Beantwoord dan de volgende vragen: