Opdracht 1

Dichtheid en massa

In het blok ‘Kijken naar stoffen’ heb je al eens gekeken naar de dichtheid van stoffen.
Heb je dit blok nog niet gedaan? Doe dat dan eerst.

De dichtheid van een stof is de massa van 1 cm3 of 1 dm3 van die stof.
Dichtheid geef je aan in g/cm3 of kg/dm3.
Het symbool voor de dichtheid is ρ (rho).
De massa van 1 liter (=1 dm3) water is 1 kg.
De dichtheid van water is dus: 1 kg/dm3 of 1 g/cm3.

Wil je je kennis nog even opfrissen met de Kennisbank? Bekijk pagina 4 (dichtheid) en pagina 5 (rekenen).

Massa, volume en dichtheid

De dichtheid is meestal aangegeven bij kamertemperatuur (20 graden Celsius). Dit komt omdat de dichtheid afhankelijk is van de temperatuur. Als de temperatuur toeneemt dan zullen de moleculen sneller bewegen.

Voorbeeld:

100 gram van een bepaalde stof die vast is bij 20 ºC, zal bij een hogere temperatuur smelten en vloeibaar worden. Verwarm je de stof nog meer, dan zal de stof uiteindelijk een gas worden. Het volume neemt toe; de moleculen nemen steeds meer ruimte in. Maar er zal niets veranderen aan de massa. Die is en blijft 100 gram. En daardoor neemt de dichtheid af.

In het kort:

Dichtheden van een aantal stoffen

Vaste stoffen

Stof

Dichtheid (g/cm3)

aluminium

2,70

diamant

3,52

glas

2,60

goud

19,30

hout balsa

0,15

hout eiken

0,78

lood

11,35

papier

0,90

suiker

1,58

ijs

0,92

ijzer

7,87

zink

7,14

zout

2,17

Vloeistoffen

Stof

Dichtheid (g/cm3)

alcohol

0,79

benzine

0,72

olie

0,90

melk

1,03

water

1,00

zeewater

1,02

Gassen

Stof

Dichtheid (g/cm3)

aardgas

0,0000833

koolstofdioxide

0,002

lucht

0,00129

waterdamp

0,000598

zuurstof

0,00143