Inleiding

Een accountmanager van een bank heeft met klanten regelmatig een gesprek over de financiƫle situatie van de klant. In dat gesprek staat dan het financieel overzicht centraal. Op dat overzicht is te zien hoeveel spaargeld de klant heeft, of de klant obligaties en/of aandelen bezit en hoeveel liquide middelen de klant heeft. Aan de hand van dat overzicht wordt besproken wat de beste verdeling van de middelen is. Om een goed advies te kunnen geven, moet de accountmanager ook iets weten over de economische ontwikkelingen: is er sprake van ontwikkelingen in de richting van een hoogconjunctuur of juist in de richting van een laagconjunctuur? En wat betekent dat voor de verdeling van de financiƫle middelen?

In deze examenopgave staat het gesprek van een accountmanager met een klant aan de hand van een financieel overzicht centraal.