Rollen

Binnen elke klas wordt de hiërachie bepaald in de eerste paar weken van de schoolvakantie. Volgens Wiseman (2002) is het daarom van belang om de eerste schoolweken in te zetten op de groepsvorming. Tijdens de groepsvorming ontstaat er een competitie voor de sociale hiërachie. Binnen de hiërachie zijn een aantal rollen te omschrijven:

  1. koningin: heeft veel zelfvertrouwen, populair en is charismatisch.
  2. hofdame(s): de beste vriendinnen van de koningin.
  3. wannebe: voert de wensen van de koningin uit om op die manier toegelaten te worden tot de hechte vriendinnengroep rondom de koningin.
  4. mikpunt-meisje: het onzekere meisje dat door de koningin en haar vriendinnen gepest wordt.
  5. omstanders: de stille getuigen die niet in actie komen op het moment dat ze zien dat het mikpunt gepest wordt (Wiseman, 2002).

Koningin

Er zijn verschillende soorten koninginnen:

  1. het mooiste meisje van de klas: het populairste meisje.
  2. de dramakoningin: zij is de hoofdrolspeelster in de klas. Een schooldag zal de gehele dag om haar moeten draaien.
  3. de bazige bij: zij neemt alle beslissingen over haar vriendinnen
  4. de poppenspeelster: zij bespeelt haar vriendinnen.

Hofdame(s)

  1. de sidekick: zij volgt de koningin trouw.
  2. de bankier: zij verzamelend gevoelige informatie over alle kinderen in de klas. Deze informatie lekt ze naar anderen toe, zodat zij er beter van kan worden.