Lees voor het maken van de opdrachten hoofdstuk 3; De bevalling.
In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de anatomie/fysiologie van de baby in de baarmoeder.
Het verloop van de bevalling wordt beschreven met daarbij uitleg over de latente-, ontsluitings-, uitdrijvings-, nageboorte- en postplacentaire fase.
De verschillende baringshoudingen worden toegelicht met daarbij de voor- en nadelen.
Het is belangrijk dat de kraamverzorgende weet wanneer ze de verloskundige moet waarschuwen.
De kraamverzorgende verleent assistentie tijdens en na de partus, met de taken die ze verricht.
Na de bevalling voert de verloskundige de APGAR-score, hierbij wordt conditie beoordeeld van het kind na een, vijf en tien minuten na de geboorte.
De verzorging van moeder en kind komen aanbod.
Na de bevalling kunnen er complicaties optreden, de kraamverzorgende herkent deze en weet hoe te handelen.
Maken opdrachtenboek blz. 19 opdracht A 2a, b, 3, 4, 5. Opdracht B blz. 21 1, 2, 3 en 4 (hierbij beoordeel je met behulp van de gestelde criteria in je opdrachtenboek het verslag van een medestudent).
Animatie normale bevalling
Bekijk deze link.