De spieren

 Je lichaam zit vol met spieren. Spieren bestaan uit spierweefsel. Sommige spieren hebben een dun laagje spierweefsel, andere hebben veel lagen spierweefsel en voelen daardoor veel dikker aan. Je kunt spieren in twee hoofdgroepen verdelen:

1. Willekeurige spieren

2. Onwillekeurige spieren

 

Willekeurige spieren

De willekeurige spieren kun je zelf beinvloeden. Zo kun je zelf kiezen om je armspieren te gebruiken om iets zwaars te tillen. Om je armspieren te gebruiken moet er wel eerst een prikkeling naar de hersenen gestuurd worden om aan te geven dat jij je armspieren wilt gaan gebruiken. Hierdoor zijn alle spieren verbonden met het zenuwstelsel. Zo kunnen de prikkelingen snel bij de hersenen terecht komen! 

Onwillekeurige spieren

De naam verklapt het al een beetje. Onwillekeurige spieren kun je zelf niet beinvloeden. Deze spieren bewegen zonder aansturing van jezelf. Knap hé! Voorbeelden van onwillekeurige spieren zijn de ademhaling, je beweegt je buik en borstkas zonder hier erg in te hebben. Het spieren doen dit automatisch. Een ander voorbeeld van onwillekeurige spieren zijn de darmspieren die het voedsel door het darmkanaal sturen. 

 

Je kunt verder nog een onderscheid maken in de spieren. namelijk de buigspieren (biceps) en strekspieren (triceps). Misschien heb je hier in de sportschool al eens van gehoord ;) 

Biceps

Dit zijn de buigspieren die er voor zorgen dat jij je armen, vingers en benen kunt buigen. 

Triceps

De strekspieren zijn er speciaal voor gemaakt dat spieren na het buigen  weer in de orspronkelijke stand terug gaan. 

 

Functies spieren

Spieren hebben verschillende functies in je lichaam. De belangrijkste functies zijn:

-  Stevigheid geven aan het lichaam

- Maken bewegingen mogelijk

- Bieden bescherming voor lichaamsdelen

- Verzorgen het transport van voedsel en vocht.

Het kan voorkomen dat spieren meerdere functies hebben.