Leerjaar 2

Een mailtje aan je mentor, een appje in de groepsapp van je familie, een Instagram-foto … Je communiceert heel vaak digitaal. Super handig, want je boodschap kan in no-time de wereld over! Maar hoe ‘praat’ je online tegen verschillende soorten mensen? Is een mail naar je docent anders dan aan een vriend? In de volgende opdrachten ontdek je hoe dat zit en hoeveel tijd je besteedt aan digitaal communiceren.

Opdracht: Communicatiemiddelen

  1. Beantwoord de onderstaande vragen. Zet je antwoorden in een word-document.
    1. Bedenk welke digitale communicatiemiddelen jij gebruikt. Noem er zo veel mogelijk.

      Voorbeeld: e-mail, Facebook.

  2. Sla je antwoorden op.
  3. Upload je word-bestand naar de OneDrive.