Begrippenlijst

Bouw zaadplanten.

Ongeslachtelijke voortplanting

Vruchten en zaden

Geslachtelijke voortplanting
Voortplanting waarbij bevruchting (= versmelting van geslachtscellen) plaatsvindt. Bij planten smelt een eicel samen met een stuifmeelkorrel. Bij dieren (en mensen) smelt een eicel samen met een zaadcel.

Geslachtscellen
Bij planten: stuifmeelkorrels (man) en eicellen (vrouw).
Bij dieren en mensen: spermacellen/zaadcellen (man) en eicellen (vrouw).

Helmdraad
De helmdraad is onderdeel van de meeldraad en draagt een helmknop.

Helmknop
De helmknop is onderdeel van de meeldraad en bestaat uit enkele helmhokjes.

Kiem
Het deel van een zaad dat kan uitgroeien tot een nieuwe plant.  

Klonen
Vorm van ongeslachtelijke voortplanting; de nakomelingen zijn genetisch hetzelfde als het ouderorganisme.

Meeldraad
Mannelijk geslachtsorgaan in een bloem dat stuifmeelkorrels (mannelijke geslachtscellen van de plant) bevat.

Ongeslachtelijke voortplanting
Voortplanting waarbij geen bevruchting plaatsvindt: uit (een deel van) één organisme ontstaat een nieuw organisme. De nakomelingen zijn genetisch hetzelfde als het ouderorganisme. Bijvoorbeeld: bollen, knollen, stekken, uitlopers, wortelstokken.

Stamper
Vrouwelijk geslachtsorgaan in een bloem, bestaande uit een stempel, stijl en vruchtbeginsel.

Stekken
Vorm van ongeslachtelijke voortplanting bij planten waarbij een stukje blad of stengel van een plant uitgroeit tot een nieuwe plant. Bijvoorbeeld: wilgentakken.

Stempel
Bovenste deel van de stamper; hierop komen stuifmeelkorrels terecht bij bestuiving.

Stijl
Stuk van de stamper tussen de stempel en het vruchtbeginsel.

Stuifmeelkorrels
Mannelijke voortplantingscellen van zaadplanten.

Voortplanting
Het proces waarbij organismen zorgen voor nakomelingen.

Vrucht
Deel van een plant dat ontstaat uit het vruchtbeginsel en een of meerdere zaden bevat. Speelt vaak een belangrijke rol bij de zaadverspreiding.

Vruchtbeginsel
Onderste deel van de stamper dat eicellen (vrouwelijke geslachtscellen van de plant) bevat. Uit het vruchtbeginsel kan na bevruchting een vrucht ontstaan.

Zaadbeginsel
Deel van het vruchtbeginsel, waarin zich een eicel bevindt die kan worden bevrucht.
Uit het zaadbeginsel kan na bevruchting zaad ontstaan.