In Nederland komt de pad overal voor. In de maanden maart en april kun je ze 's avonds als het schemerig is tegenkomen. De beestjes zijn dan onderweg van hun winterschuilplaats naar het water om zich daar voort te planten. Dit heet de paddentrek. Soms trekken ze met wel duizenden tegelijk! In de bewoonde gebieden worden veel padden tijdens hun tocht naar het water vertrapt of door auto's of fietsen overreden. Vrijwilligers van de paddenwerkgroepen proberen de padden bij hun trek te helpen, door ze veilig de weg over te zetten. Na de trek vind je padden in parken en tuinen.
Een ander belangrijk aspect is de geleiding. Om amfibieën richting de ingang van de tunnel te “dwingen” is het zaak de juiste geleiding te kiezen. Hierbij is het verstandig voor duurzame producten te kiezen en er op toe te zien dat zij correct worden toegepast. Zo moeten losse elementen precies op elkaar aansluiten en wordt de geleiding bij voorkeur in een hoek van 45°-60° ten opzichte van de trekrichting geplaatst. Naast deze belangrijke aspecten zijn er nog tal van zaken die het succes van een faunapassage kunnen beïnvloeden.