Grassen kun je op twee manieren herkennen:
Daarnaast speelt ook de groeivorm (pol of met uitlopers) een rol bij de herkenning.
Als je de bloeiwijzen bekijkt, zul je zien dat deze uit een al of niet vertakte hoofdas bestaat. De bloemen zijn verenigd in aartjes of bloempakjes. Afhankelijk van de wijze waarop de bloempakjes aan de hoofdas zijn bevestigd, onderscheid je:
Aargrassen
Bij aargrassen zijn de bloempakjes direct of met zeer korte onvertakte steeltjes aan de hoofdas bevestigd.
Aarpluim
Bij aarpluimgrassen zijn de pakjes met korte vertakte steeltjes aan de hoofdas bevestigd.
Pluimgrassen
Bij de pluimgrassen staan de gesteelde aartjes op de zijtakken van de hoofdas. Soms zijn de zijtakken ook weer één of meerdere keren vertakt.
Omdat er in grasland meestal geen bloeiend gras voorkomt, zul je in staat moeten zijn om grassen te herkennen aan de bouw. Je zult dan eerst moeten weten welke onderdelen aan een grasplant zijn te onderscheiden.
De stengel
De stengels van de meeste grassoorten zijn hol en worden door massieve knopen verdeeld in leden. De bladeren staan meestal in twee rijen aan de stengel.
De bladeren
Het blad bestaat uit een bladschede die de stengel omgeeft, en een bladschijf die van de stengel afstaat.
De bladschede is buisvormig en omhult de stengel als een cilinder.
De bladschijf kan vlak, gerold of V-vormig gevouwen zijn.
De nerven lopen in de lengterichting van het blad.
De onderkant van het blad kan sterk glanzend, matig glanzend of dof zijn.
Ribben
De ribben zijn verhogingen op de bovenzijde van het blad die als lijnen in de lengterichting verlopen.
Dwarsverbindingen
Bij enkele grassoorten zijn de vaatbundels, die in de lengterichting lopen, overdwars met elkaar verbonden door korte stukjes vaatbundel. Deze zijn vooral op de bladscheden goed te zien als donkere streepjes.
Het tongetje
Op de grens van bladschede en bladschijf bevindt zich een tongetje. Het tongetje is een vliesje in het verlengde van de bladschede.
Oortjes
Sommige grassoorten hebben oortjes, kleine uitsteeksels aan de basis van de bladschijf, die de stengel min of meer omsluiten.
Beharing
Sommige grassen zijn geheel of gedeeltelijk met beharing bedekt.
We onderscheiden 3 groeivormen: