Opdracht: VergelijkVergelijk in tweetallen de twee ingevulde lijsten. Pik er drie interesses uit en schrijf hieronder op waarom de ander juist die interesses zo goed bij jou vindt passen. Vraag vervolgens aan de ander, aan welke beroepen hij/zij denkt voor jou. Gebruik het bijgeleverde wordbestand.
|
|