Literatuur in de koloniën Literatuurgeschiedenis.nl
Nergens was het leven zo multicultureel als in de Nederlandse koloniën. Dichters en schrijvers berichtten met verbazing en soms met verontwaardiging over het verre oosten en westen.
Aan de andere kant van de wereld, in Indonesië, werd iets gedaan aan Nederlandse cultuur. In Batavia, het huidige Jakarta, richtte men zelfs in 1778 het allereerste Europese, overzeese geleerdengenootschap op: het ‘Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen’. Maar uit het oosten kwam ook de felste kritiek op het koloniale systeem. Auteurs als Dirk van Hogendorp en Jacob Haafner waren allesbehalve positief over het gedrag van de Hollanders in de koloniën. Zij zagen vooral het leed dat slaven werd aangedaan.
Dirk van Hogendorp, die zestien jaar in Indonesië leefde, wilde de slavenhandel en slavernij afschaffen. ‘Een van de opmerkelijkste zaken die mijn geest, bij mijn terugkomst in mijn vaderland getroffen heeft, is de algemene onkunde en onwetendheid over de toestand van onze bezittingen in Oost-Indië’, schrijft Van Hogendorp. Niemand in Nederland bleek op de hoogte van de onmenselijke behandeling van slaven. Volgens Van Hogendorp waren vooral vrouwen erg wreed.
In zijn toneelstuk Kraspoekol, of de slavernij (1800) is Kraspoekol een van die vrouwen die slaven gruwelijk behandelt. Zo heeft ze de slavin Philida als een hond aan de ketting gelegd, omdat ze een slok water had gedronken zonder daarvoor toestemming te vragen. Ook verbiedt Kraspoekol Philida en haar man Ali, die al drie jaar met elkaar zijn getrouwd, 's nachts bij elkaar te slapen. Ali beklaagt zich in een monoloog: ‘wrede Hollanders! zijn wij niet uw natuurgenoten? uw medemensen? Neen, wij zijn uw honden! ----- er is geen recht voor ons, behalve het recht dat wij ons zelf bezorgen.’ Ali zal Kraspoekol uiteindelijk neersteken.
Nog radicaler dan Van Hogendorp was Jacob Haafner, die dertien jaar in India en Sri Lanka woonde. De avonturen die hij daar meemaakte, beschreef hij prachtig in reisverhalen als Lotgevallen op eene reize van Madras over Tranquebaar naar het eiland Ceilon (1806) en Reize in eenen Palanquin (1808). Als een van de weinige Europeanen beschouwde Haafner zijn eigen cultuur niet als superieur aan de oosterse. Sterker nog: hij was woest op het arrogante Europa. In zijn Verhandeling over het Nut van Zendelingen en Zendelings-Genootschappen (1807) pleitte hij voor afschaffing van zending, missie en elke vorm van Europese culturele dominantie. Niet de oorspronkelijke bewoners van de koloniën zouden volgens hem bekeerd moeten worden, maar de Europeanen zelf, die zich verre van christelijk gedroegen.
Iemand die zich door literatuur inzette om de levensomstandigheden van de oorspronkelijke inwoners van een kolonie te verbeteren was Multatuli. Zijn invloed was zo groot, dat we een apart hoofdstuk aan zijn boek Max Havelaar besteden.