Max Havelaar

Max Havelaar

Onder het pseudoniem Multatuli (betekenis: ik heb veel geleden.) publiceerde  Eduard Douwes Dekker in 1860 ‘Max Havelaar of De koffieveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappij’. Dekker was is in 1856 assistent-resident van Lebak geworden en raakte verstrikt in allerlei interne conflicten van de bestuurlijk elite. Hij schreef een boek om in Nederland duidelijk te maken hoe de arme Javaan uitgebuit werd.

“Halt, ellendig produkt van vuile geldzucht en godslasterlijke femelarij! Ik heb u geschapen ... ge zijt opgegroeid tot een monster onder mijn pen ... ik walg van mijn eigen maaksel: stik in koffie en verdwijn!”

Zo begint het slot van het boek Max Havelaar, twintig jaar eerder voor de Fin de Siècle. Waarom dan toch bij moderne literatuur? Omdat Max Havelaar een bijzonder boek is, om vier redenen:

  1. de verschijning is al heel modern. Multatuli (Eduard Douwes Dekker gebruikt schrijftechnieken die nog nooit eerder gebruikt zijn. Hij schrijft bijvoorbeeld stukjes vanuit het perspectief van inlanders en hij neemt, zoals hierboven als schrijver zelf het woord.

  2. zijn boek had grote politieke en sociale gevolgen. Niet direct, maar op den duur verbeterde de omstandigheden van de javanen.

  3. het boek valt niet echt onder een stroming te plaatsen

  4. het is in Nederland het succesvolste boek ooit.


 

Slot Max Havelaar, Multatuli 1860 (ingekort)

Halt, ellendig produkt van vuile geldzucht en godslasterlijke femelarij! Ik heb u geschapen ... ge zijt opgegroeid tot een monster onder mijn pen ... ik walg van mijn eigen maaksel: stik in koffie en verdwijn!

Ja, ik, Multatuli, `die veel gedragen heb' neem de pen op. Ik vraag geen verschoning voor de vorm van mijn boek. Die vorm kwam mij geschikt voor ter bereiking van mijn doel.

(..)Ja, ik wil gelezen worden! Ik wil gelezen worden door staatslieden, die verplicht zijn te letten op de tekenen des tijds ... door letterkundigen, die toch ook eens 't boek moeten inzien waarvan men zoveel kwaad spreekt ... door handelaren, die belang hebben bij de koffieveilingen... door kameniers, die me huren voor weinige centen ... door gouverneurs-generaal in ruste ... door ministers in bezigheid ... door de lakeien van die Excellentiën ... door bidpredikers, die more majorum zullen zeggen dat ik de Almachtige God aantast, waar ik slechts opsta tegen 't godje dat zij maakten naar hun beeld ... (...)

Ja, ik zal gelezen worden!

(...)

`Het boek is bont ... er is geen geleidelijkheid in ... jacht op effect ... de stijl is slecht ... de schrijver is onbedreven ... geen talent ... geen methode ...'

Goed, goed, alles goed! Maar... DE JAVAAN WORDT MISHANDELD!

(...)

Om te protesteren tegen de eindeloze expeditiën en heldendaden tegen arme ellendige schepsels, die men vooraf door mishandeling dwong tot opstand.

(...)

Dit boek is een inleiding ...

Ik zal toenemen in kracht en scherpte van wapenen, naarmate het nodig zal wezen ...

God geve dat het niet nodig zij!

Nee, 't zal niet nodig zijn! Want aan U draag ik mijn boek op, Willem de Derde, Koning, Groothertog, Prins ... meer dan Prins, Groothertog en Koning ... KEIZER van 't prachtig rijk van INSULINDE dat zich daar slingert om de evenaar, als een gordel van smaragd ...

Aan U durf ik met vertrouwen vragen of 't Uw keizerlijke wil is:

Dat Havelaar wordt bespat met de modder van Slijmeringen en Droogstoppels?

En dat daarginds Uw meer dan dertig miljoenen onderdanen worden MISHANDELD EN UITGEZOGEN IN UW NAAM?

 

Multatuli wordt in de Nederlandse literatuur gerekend tot de romantiek, hoewel zijn werk geen exemplarisch voorbeeld is van romantische literatuur. De kenmerken die bij de romantiek horen zijn uitgebreid in de negende klas behandeld.