Naturalisme
De criticus en leraar Nederlands van het Haags gymnasium Jan ten Brink las in 1875 een roman, die hem zo aangreep dat hij meteen naar de Sociëteit De Witte snelde en eruit begon voor te lezen. Dit was volgens hem de literatuur die de toekomst had. De jonge leden hingen aan zijn lippen. De roman waaruit hij voorlas was van de Franse schrijver Emile Zola, en het ging om La fortune des Rougon. Het boek speelt in de eigen tijd en gaat over een Franse familie die zich probeert omhoog te werken en daarbij list noch bedrog schuwt. Ten Brink was om. Voor die tijd had hij wel over het naturalisme in Frankrijk geschreven, maar steeds gereserveerd. Nu begon hij een reeks artikelen over de nieuwe stroming in het invloedrijke tijdschrift Nederland en maakte daarmee de Nederlanders bekend met Zola en de gebroeders De Goncourt. Onder de jonge schrijvers ontstond een ware Zola-cultus.
Het naturalisme is een literaire stroming die rond 1870 in Frankrijk is ontstaan. De natuurwetenschappen waren steeds beter in staat gebleken wetten op te stellen en voorspellingen te doen. De methoden werden ook op de menswetenschappen toegepast. Een mens, zo beweerde de filosoof Hippolyte Taine, is in zijn ontwikkeling afhankelijk van `race, milieu, moment’, dat wil zeggen van het ras waartoe hij behoort, van de sociale klasse en van het tijdperk waarin hij geboren is. Op basis daarvan zijn voorspellingen te doen. Er ontstaan problemen en reacties als men iemand verplaatst van zijn eigen milieu of uit zijn eigen leefgebied naar een ander. Schrijvers zijn net als andere mensen afhankelijk van hun omgeving, hun tijd en hun afkomst, maar dat zijn hun producten, de romanpersonages, dus ook. Taines ideeën werden overgenomen door schrijvers als Emile Zola en de gebroeders De Goncourt, die het schrijven van een roman zagen als een wetenschappelijk experiment, en de schrijftafel als een laboratorium. Verplaats de hoofdpersoon van een boerenfamilie naar een decadente adellijke familie en zie wat er gebeurt. Laat een sensuele vrouw uit het zuiden een relatie krijgen met een flegmatische noorderling, en je hebt drama.
Het eerste naturalisme in Nederland kwam van Marcellus Emants. Emants verkoos de gekwelde, ziekelijke, bekrompene mens te beschrijven. Zijn romans, zoals Een nagelaten bekentenis (1894) en Juffrouw Lina (1888), horen tot de beste van de negentiende eeuw. Alle kenmerken van het naturalisme zijn hierin aanwezig: de hoofdpersonen hebben een nerveus gestel, hun eigenschappen zijn erfelijk bepaald, het gaat over een ontnuchtering, de burgerij wordt gehaat, seksualiteit wordt openlijk beschreven, de schrijver oordeelt niet.
Marcellus Emants 1894 Nagelaten bekentenis
Begin:
Mijn vrouw is dood en al begraven.
Ik ben alleen in huis, alleen met de twee meiden.
Dus ben ik weer vrij; maar wat baat me nu die vrijheid?
Ten naastenbij kan ik krijgen, wat ik sinds twintig jaar - ik ben vijf en dertig - verlangd heb; maar thans durf ik 't niet nemen en zoo heel veel zou ik er toch niet meer van genieten.
Ik ben te bang voor elke opwinding, te bang voor een glas wijn, te bang voor muziek, te bang voor een vrouw; want alleen in mijn nuchtere morgenstemming ben ik me zelf meester en zeker te zullen zwijgen over mijn daad.
Toch is juist die morgenstemming ondraaglijk.