De moderne tijd? Hoezo? 1880 is toch al heel erg lang geleden?
Vanaf deze periode spreken we in de geschiedenis van de moderne tijd. In deze periode neemt de industrialisatie en de techniek een vlucht. Hierdoor ontstaat een leefwijze die we modern noemen. Literatuur is een weerslag van culturele ontwikkelingen. Denk bijvoorbeeld maar aan de uitvinding van de fotografie, van treinen en huishoudelijke apparaten. Door de veranderingen in het dagelijks leven en het structureel anders denken door bijvoorbeeld de ontwikkeling van de wetenschap en psychologie, verandert ook de literatuur structureel.
De nieuwe tijd: Fin de Siècle.
De veranderingen die we in de literatuur rond 1880 tegenkomen, kan je niet los zien van andere vernieuwingen in deze tijd. Steden worden steeds groter. De toenemende industrialisatie zorgt op vele fronten voor een enorme bedrijvigheid: spoorwegen worden aangelegd en voor het vervoer worden de nodige kanalen gegraven. Het is ook de tijd waarin steeds meer mensen politiek actief worden. Tegenover het liberalistisch kapitalisme komt de arbeidersbeweging te staan. Daarnaast organiseren de protestanten en katholieken zich en rond 1900 komt de eerste emancipatiegolf op gang.
Op wetenschappelijk gebied worden de exacte wetenschappen steeds belangrijker en ontstaan er nieuwe studies zoals de etnologie en psychologie. In de psychologie komt Freud met zijn psycho-analyse. De invloed van het bestuderen van het onderbewuste in deze studie zien we terug in het ontstaan van de psychologische roman.
In de schilderkunst zien we het impressionisme ontstaan.