De grote drie
Gerard Reve, die samen met Harry Mulisch en Willem Frederik Hermans wel wordt gerekend tot de ‘grote drie’ schrijvers van na de Tweede Wereldoorlog.
Gerard Reve was ook buiten de literaire wereld bijzonder zichtbaar. De auteur raakte nogal eens in opspraak en gaf vaak aanleiding tot publieke debatten. Hoewel zijn literaire kwaliteiten altijd min of meer onomstreden zijn geweest, werd Reve juist om zijn thematiek en provocaties door velen verguisd en door vele anderen bewonderd.
Willem Frederik Hermans (1921 -1995) laat in zijn werk duidelijk zien wat zijn visie op de mens is. Volgens Hermans is de mens een eenzaam en wanhopig wezen in een chaotische wereld. Het leven heeft niet een echt doel en de mens tracht wanhopig enige grip op zijn leven te krijgen, maar wat hij tot stand brengt, zijn louter waansystemen. Deze thematiek vind je in veel van zijn romans terug.
Zijn beroemdste boek is ‘De donkere kamer van Damocles’ (1958), zie ook literatuur over de Tweede Wereldoorlog.
Harry Mulisch is misschien wel de bekendste schrijver van Nederland. Iedereen kent het opvallende portret van zijn zilvergrijze haardos, welgeproportioneerde neus en twinkelende oogjes; Mulisch is altijd op zoek naar een verhaal.
Harry Victor Mulisch werd in 1927 in Haarlem geboren. Tijdens de oorlogsjaren ging hij bij de huishoudster Frieda Falk wonen en legde daar de eerste kiem voor zijn schrijverschap. Doordat Mulisch’ moeder Joods was en zijn vader een collaborateur, bevond hij zich in een bijzondere positie. ‘Ik bèn de Tweede Wereldoorlog,’ is in dit verband een bekende uitspraak van hem. De holocaust en het oorlogsgeweld spelen dan ook een prominente rol in zijn oeuvre.