Algemeen

Inleiding

Dat kinderen, tussen nul en achttien, die nare gebeurtenissen meemaken en schade op kunnen lopen in hun ontwikkeling is bekend.  Er zijn twee ontwikkelingsprocessen waarvan bekend is dat deze negatief worden beïnvloed door een trauma. In de kindertijd heeft een trauma een negatieve invloed op de ontwikkeling van de hersenen, het zenuwstelsel en op de psychsociale ontwikkeling. De symptomen die een kind na een trauma laat zien zijn leeftijdsafhankelijk. Hoe jonger een kind is, des te minder specifiek de symptomen zijn. Wel hebben kinderen die een trauma hebben, vaak moeite met het reguleren van emoties en hechten zich moelijker aan ouders of zorgverleners. Door het trauma is hun gevoel van veiligheid weg (Landolt, Cloitre, & Schnyder, 2017).

Gelukkig krijgt lang niet ieder kind een trauma na een ramp of een gewelddadige gebeurtenis en ontwikkelt het overgrote deel van de kinderen die een traumatische ervaring heeft gehad geen trauma (Delfos, 2015). Ongeveer 80% van de kinderen die iets traumatisch hebben meegemaakt, houden daar geen trauma aan over (Bastiaensen, 2016). Zij hebben voldoende veerkracht om het trauma, al dan niet met hulp, te verwerken.

Hoe zit dat dan? Wat maakt dat het ene kind wel een trauma ontwikkelt na een heftige gebeurtenis en een ander kind niet? Wanneer spreek je eigenlijk van een trauma en zijn alle trauma’s gelijk? Welke symptomen zie bij iemand die een trauma heeft? Waar kun je op letten als docent.

In dit deel van de wiki wordt daar antwoord op gegeven.

 

Informatie over trauma

Met een trauma wordt van oorsprong lichamelijk letsel bedoeld. Daar wordt het nu ook nog voor gebruikt. In het ziekenhuis is er nog een afdeling traumatologie. Hier worden vaak botbreuken behandelt. Ook binnen de psychiatrie spreekt men van trauma. Dit wordt vaak gebruikt als afkorting van het woord psychotrauma. Dan is trauma een containerbegrip voor ingrijpende gebeurtenissen die de ontwikkeling doorkruisen. Het gaat om een heftige geestelijke schok die ontstaat door een nare ervaring waardoor blijvende psychische problemen ontstaan.

Bij een heftige gebeurtenis kan de ene persoon dit als een diepe schok ervaren, terwijl dezelfde gebeurtenis voor een ander een traumatische ervaring is. Je spreekt van een trauma op het moment dat de persoon die de heftige gebeurtenis ervaart, blijft steken in een intens gevoel van machteloosheid. Vaak komen daar dan nog gevoelens van angst, woede, eenzaamheid of afschuw bij. Bovendien is de persoon die de traumatische ervaring heeft meegemaakt niet in staat om die ervaring te verwerken.

Als de persoon aan de traumatische ervaring herinnerd wordt, kan opnieuw hetzelfde gevoel ervaren worden als op het moment dat de traumatische gebeurtenis plaats vond (Blaustein & Kinniburgh,2015; “Wat is een trauma? Psychotraumanet,”n.d.). Soms kan een geur, of een geluid ervoor zorgen dat de herinnering aan de ervaring weer terug komt. Zo’n geur of geluid wordt ook wel een trigger genoemd.

Een trauma wordt vaak gebruikt als verwijzing naar een heftige gebeurtenis zoals een moord of een oorlog maar het gaat om de gevolgen die zo’n heftige gebeurtenis veroorzaken.

Psychotrauma https://www.youtube.com/watch?v=trScrZ9jYxw


Wat zegt de expert? A. de Jong

Wat is een trauma? Na een schokkende gebeurtenis nemen we vaak de tijd niet (die er soms simpelweg niet is) om te ontladen. Neem nu een shocktrauma, dat is een heftige gebeurtenis. Als mens kun je daar in principe op drie manieren op reageren. Door te vechten, te vluchten of te bevriezen. Bij een trauma kun je zeggen dat eigenlijk de primaire reactie niet is afgemaakt.

Peter Levine zegt het als volgt. “Traumasymptomen ontstaan niet door de gebeurtenis. Ze ontstaan wanneer de restenergie van de ervaring niet ontladen is uit het lichaam. De energie blijft gevangen in het zenuwsysteem waar het chaos veroorzaakt in het lichaam en denken “(“Somatic Experiencing - lichaamsgerichte traumatherapie | Bodymindopleidingen,” n.d.). Bij vluchten, vechten of bevriezen zorgt het lichaam ervoor dat er veel energie aanwezig is om te reageren. Je staat op scherp om dat te doen zodat je de situatie overleeft. De energie die in je lichaam zit moet worden ontladen. Als dat niet gebeurt blijft er een staat van alertheid aanwezig.