Externe hulp

Externe hulp

Stadia van gedragsverandering.

Onder het kopje omgang in de klas valt te lezen dat het voor de omgeving steeds complexer wordt om grip te krijgen op de jongere die verslaafd is. Het is van belang dat de jongere zijn gedrag omtrent de verslaving gaat veranderen. Deze verandering wordt ook wel weergegeven in de stadia van gedragsverandering, van Prochaska & DiClemente.

Stadia van gedragsverandering, Prochaska & DiClemente

1. Voorbeschouwing: jongere denkt over wel of niet veranderen van gedrag.

2. Overpeizing: het eerste stapje in het veranderingsproces, jongere denkt na over de voors en tegens van de verslaving.

3. Beslissing: de jongere beslist om dan al niet te veranderen op basis van de voors en tegens van de verslaving.

4. Verandering: de jongere zal moeten gaan handelen naar de keuze. Wanneer hij/zij wil veranderen betekent dat dit de daadwerkelijke gedragsverandering is. Als dit lukt is op dat moment de cirkel niet van toepassing. Wil de jongere niet veranderen dan zal hij/zij terug vallen in het 'oude' gedrag.

5. Consolidatie: dit wordt ook wel het bestendigen van het nieuwe gedrag genoemd. Dit is (helaas) vaak een onderschatte fase maar wel belangrijk in het proces. Het overgrote deel van de mensen zal de ingrijpende gedragsverandering niet zomaar langdurig volhouden. Jongeren met een verslaving zijn hier geen uitzondering.

6. Terugval: wanneer een jongere de gedragsverandering niet volhoudt zal er een terugval plaatsvinden. Wanneer dit gebeurt is de cirkel rond en ontstaat er een nieuwe mogelijkheid om opnieuw te gaan nadenken over een verandering.

Handig om te weten is dat stadia van gedragsverandering geen absolute categorieën zijn. Dit zijn aanknopingspunten om een schatting te maken hoe iemand ten opzichte van zijn gedrag staat. De motivatie om over gedrag na te denken of juist te veranderen zijn zelf ook aan de verandering onderhevig.

In het onderstaande filmpje vertelt Romano aan Sahil, presentator van het programma spuiten en slikken, wat de verslaving met hem doet. Hij wil graag zijn verslaving aanpakken en zijn gedrag veranderen.

Een aantal maanden later gaat Sahil weer op bezoek bij Romano. Romano vertelt dat hij de vorige keer een terugval had. Hij heeft na enige tijd opnieuw een voorbeschouwing gemaakt om vervolgens het stadia van gedragsverandering te doorlopen. Ditmaal voelt hij zich sterker. Hierdoor verwacht hij dat hij na de kliniek niet meer in aanraking te komen met drugs, mits hij zijn omgeving hierop aanpast. Meer hierover hier onder het kopje triggers.

Verslavingszorg

Als de verslaving boven macht van ouders en school is, is het van belang dat er een gesprek gevoerd wordt met de jongere. Het is van belang dat hij/zij de noodzaak van het veranderen in ziet omdat er kans is, tijdens een verslaving, op diverse gevolgen (lees oorzaak en gevolgen). Wanneer de jongere hier voor open staat zijn er diverse instellingen voor verslavingszorg (Van Der Nagel & Den Ouden, 2011):

Op de websites van de bovenstaande instellingen voor verslavingszorg worden diverse manieren van behandeling aangeboden. Tactus heeft een behandeling die heet '...de baas'. Dit zijn behandelingen die uitgevoerd worden als alcohol de baas of cannabis de baas is.

De organisatie Jellinek werkt met cognitieve gedragstherapie oftewel het veranderen van je gedrag.

Zo heeft iedere organisatie zijn eigen manier van het behandelen van de verslaving. Naast behandelingen is er ook ruimte voor crisisopvang wanneer de verslaafde een gevaar voor zichzelf is en anderen. Ook kunnen verslaafden terecht in een dagbehandeling, avondbehandeling of zich aanmelden voor een opname in het kliniek. Er zijn zelfs internetbehandelingen mogelijk. Kijk voor meer informatie over externe hulp die wordt aangeboden op de websites van de instellingen voor verslavingszorg.

Triggers en terugval

In het filmpje hierboven wordt duidelijk tijdens het laatste gesprek in het kliniek tussen Sahil en Romano dat Romano eigenlijk feestjes wil vermijden. Dit is een trigger voor hem om terug te vallen in zijn verslaving. Er zijn verschillende triggers voor verslaafden deze kunnen zowel klein als groot zijn.


Wat zegt de expert? M. Schrotenboer (Verslavingszorg Noord Nederland, VNN)

Er kunnen vele triggers zijn. Wat vaak een groot probleem is, is het emotionele probleem. Zoals wanneer men stress heeft of een financieel probleem. Maar ook het omgaan met (oude) vriendengroepen die weer druk uitoefenen kan een trigger zijn. Het vieren van iets vinden ex-verslaafden ook vaak lastig. Daar waar ze eerder drank of drugs gebruikten moeten ze nu clean blijven, terwijl er iets te vieren valt. Wat ook een trigger kan zijn is het tegen komen van (oude) dealers. Soms lijkt het wel alsof gebruikers en dealers een neus voor elkaar hebben en elkaar altijd maar weer tegen blijven komen. Hierdoor is de oude omgeving vaak ook een trigger. Een plek waar veel oude 'slechte' herinneringen zijn of juist fijn waardoor er een trigger ontstaat. Er kunnen ook kleine triggers zijn, bij het zien van een bepaald iets of het ruiken van bepaald wasmiddel waarnaar de kleding van de dealer altijd rook kunnen kleine maar heftige triggers zijn.

Op school kan de trigger kleiner zijn. Wat kenmerkend kan zijn bij een leerling die ex-verslaafd is, is dat hij/zij meer door de school wil zwerven. Waar op gelet kan worden zijn lange maffe handdrukken, dit kan een teken zijn van weer dealen. Ook kunnen ex-verslaafden onrustig worden en worden ze hoe verder de les vordert rumoeriger.


Door deze triggers kan er in het stadia van gedragsverandering de fase van condolisatie overtriggerd worden. Wanneer de verslaafde niet zijn of haar gedragsverandering lang genoeg volhoudt zal er een terugval plaatsvinden en opnieuw gestart kunnen worden met het stadia van gedragsverandering (Van Der Nagel & Den Ouden, 2011). En dan?


Wat zegt de expert? M. Schrotenboer (Verslavingszorg Noord Nederland, VNN)

Wanneer verslaafden merken dat ze een terugval krijgen, probeer aan te geven dat er altijd gepraat kan worden. Hierdoor kan de trigger verkleind worden waardoor een terugval kleiner kan zijn. Bij VNN hebben we ook hulplijnen waarbij onder andere ervaringsdeskundigen telefonisch kunnen helpen.

Blijf vooral communiceren met verschillende partijen! Wanneer een leerling een terugval heeft, geef weer aan dat bepaalde dingen opvallen en dat je je zorgen maakt. Link dit ook aan de vorige keer dat dingen herkend werden. Vragen als: 'Wat heb je nodig?' of 'Moeten we samen zorg zoeken?' of 'Heb je ideeën, als het je niet lukt, hoe je dit kan oplossen?' Vertel de leerling dat mocht hij/zij behoefte hebben om te praten dat je hier voor open staat.