Inleiding
Bij het begrip verslaving komt er bij iedereen wel wat naar boven. Weten welke verslavingen er zijn, iemand kennen met een verslaving of misschien zelf verslaafd of verslaafd geweest.
Verslavingen lijken onschuldig zoals koffie of chocola. Echter als het woord wordt opgezocht in de Dikke van Dale blijkt dat het (op den duur) schadelijk is voor hem. Dit kan zowel middelen gebruik zijn als social media-, shop-, game-, medicatie-, seks- of een suikerverslaving. Dit zijn bekende verslavingen. Onbekende verslavingen zijn: verzamelen, haren uit je hoofd trekken, onstoppelijk liegen, gek eten (zoals krijt, zand, etc), enzovoort.
In deze wikiwijs wordt vooral de verslaving van jongeren aan middelen uitgelegd.
Informatie over verslaving
Wanneer er gedacht wordt aan verslaafden is men gauw geneigd te denken aan junks die rondzwerven. Om aan bepaalde middelen te komen speelt criminaliteit een grote rol. Echter is dit niet de realiteit. Veel verslaafden in Nederland, zo’n 1,2 miljoen mensen, wonen samen, hebben een gezin en een baan. Veelal weten zij dit goed verborgen te houden voor de buitenwereld. Zoals hierboven al genoemd is de definitie van het woord verslaving: ‘Lichamelijk of geestelijk afhankelijk zijn van een bepaald middel door gewenning’. Het kan zijn dat het functioneren van een verslaafde afhankelijk is van de verslaving. Bijvoorbeeld roken, een verslaafde aan roken kan niet de deur uit zonder pakje sigaretten of shag. Maar (vaak) is het niet zo dat het werk niet of anders gedaan wordt door een roker. Dit geldt eveneens voor dagelijks gebruik van alcohol, slaap- of kalmeringsmiddelen of het roken van cannabis. Wanneer wordt er gesproken van het effect op het dagelijks functioneren? Dan is er vaak al sprake van jarenlang en toenemend middelengebruik. Bij gokken en gamen (verslavend gedrag) ligt dit anders. Deze levens kunnen behoorlijk ontwricht raken door dit gedrag en kan ingrijpender zijn (Van Der Nagel & Den Ouden, 2011).
Wat zegt de expert? M. Schrotenboer (Verslavingszorg Noord Nederland, VNN)
Bij ons in de kliniek hanteren wij het DSM-systeem. Dit is het belangrijkste systeem wereldwijd bij het classificeren van psychische stoornissen. Inmiddels is het vijfde model hiervan uit gekomen en wordt het ook wel afgekort met DSM-5 (Rigter, 2013). Wanneer een persoon bij ons de kliniek binnen komt met een verslaving gaan wij aan de hand van dit model kijken of er sprake is van een verslaving. Ook zien of merken wij of de persoon lichamelijk en geestelijk afhankelijk is van het middel, denk hierbij aan het steeds meer gebruiken of effect te krijgen. Wanneer dit alles overeen komt spreken wij van een verslaving.
Hieronder is een eenvoudige animatie te zien hoe een verslaving werkt.
https://www.youtube.com/watch?v=sGGN3d9z-A8