Empathie -Zich goed in kunnen leven in de gevoelens of gedachtegang van anderen. Ik heb een sterk gevoel bij vrienden/ familie waar het (even) minder goed mee gaat of iets vervelends hebben meegemaakt. Ik voel me vaak niet fijn als ik merk dat het met vrienden of familie niet zo goed gaat.
Milieubewustzijn -Tijdens werkzaamheden invulling geven aan voorschriften op gebied van milieu. Ik probeer altijd zoveel mogelijk rekening te houden met het milieu. Dat probeer ik ook toe te passen op stage. In het algemeen ben ik daar ook mee bezig. Bijvoorbeeld door plastic scheiden.
Collegialiteit -Helpen en ondersteunen van collega’s en rekening houden met hun behoeften en belangen. Als collega's moet je goed en fijn kunnen samenwerken. Daarom is het belangrijk dat je met elkaar in gesprek gaat over wat je nodig hebt van elkaar. Om een fijne werk sfeer te hebben moet je elkaar ook helpen/ondersteunen op momenten dat het minder goed/slecht gaat.
Negatieve competenties:
Lui - Ik ben vaak lui, als ik thuis kom lig ik veel op de bank. Met het maken van schoolwerk ben ik vaak ook iets te lax. Ik kan wel hard werken maar ben nog te vaak te lui en lax.
Slordig/chaotisch- Mijn omgeveing is vaak erg rommelig en ik raak vaak dingen kwijt. Ik heb mijn spullen en materiaal vaak niet op orde. Ook al zou ik bijvoorbeeld mijn kamer graag schoner zien lukt het mij dit om mijn kamer ook daadwerkelijk schoon te houden.
Andere ''redden''- Ik heb vaak de neiging om andere hulp te bieden waar ze niet om hebben gevraagd. Ik doe dit vanwege mijn empathie maar omdat ik dan zo erg bezig ben met dat ik wil dat een ander zich goed voelt draai ik daar soms in door.