Project A: Visiting a farm

Visiting a farm
Situatie
Je bent op vakantie in Engeland. Je bezoekt daar een boerderij met een winkel en praat met de boer.
- Werk samen met een klasgenoot.
- Praat over:
- de groenten en het fruit in de winkel (minstens 3 soorten);
- je favoriete groente en fruit;
- je favoriete gerecht met groente en/of fruit.
- Je doet in de boerderijwinkel ook een paar boodschappen voor het avondeten.
- Vraag om drie ingrediƫnten.
- Vraag hoeveel het kost.
- Reken af en neem afscheid.
Tip: Vraag twee klasgenoten om commentaar te geven op jullie gesprek.
Beoordeling van de taak
Je hebt het goed gedaan als je:
- elkaar hebt begroet;
- goede vragen kon stellen;
- alles hebt besproken wat in de opdracht stond;
- duidelijk hebt gesproken;
- goed te begrijpen was voor je klasgenoten;
- je fouten hebt verbeterd met de hulp van een andere leerling.