Reflectie-opdracht (Bijlage eindopdracht)

Met behulp van reflecties kun je achterhalen of je tijdens een bepaalde (werk-)situatie bewust en doordacht hebt gehandeld. Door te reflecteren op het proces van de opdracht kom je er achter of je de opgedane kennis en (onderzoekende) vaardigheden ook in de toekomst - in andere situaties - kunt gebruiken.

Een handig hulpmiddel voor het schrijven van reflecties is de STARRT methode, wat staat Situatie, Taak, Actie, Resultaat, Reflectie en Transfer. Bij ´Transfer´ gaat het om of je de acties ook wendbaar (in andere situaties) kunt toepassen. Om daar achter te komen, schrijf je deze reflectie.

Om te reflecteren op de door jou gemaakte eindopdracht ga je de vragen van de STARRT-methode beantwoorden. Ook ga je – om voor een volledige reflectie te zorgen - in op de verkregen feedback (student, docent, BPV-collega's, overige externen) en ga je in op zaken die je zijn opgevallen en heb je aandacht voor wat je naar aanleiding van de feedback in je toekomstig handelen kunt veranderen.

Je maakt een lopend verhaal van jouw (STARRT-)reflectie op hoe je de eindopdracht hebt ingevuld en gebruikt daar de onderstaande methode én de verkregen feedback (maximaal 1 A4) voor. De reflectie voeg je toe aan het eindverslag van de eindopdracht voor `Organisatie en Deskundigheid, periode 4`.