Het proefje moet op de volgende manier uitgevoerd worden:
Plaatsen die je kunt testen zijn:
Laat de proefpersoon zeggen of hij/zij de stof proeft en hoe goed de stof geproefd wordt.
Zet de resultaten met + en - in een tabel (zie voorbeeld).
- = de stof wordt niet geproefd
+ = de stof wordt een beetje geproefd
++ = de stof wordt goed geproefd
Let op!
Het is belangrijk dat de proefpersoon de tong "buitenboord" houdt, anders verspreidt de vloeistof zich over de hele tong.
Laat de proefpersoon een beetje water drinken.
Maak de tong weer met een papieren zakdoekje droog.
Test daarna de volgende stof.