Je kan houden van zoete dingen zoals ijsjes, zoute dingen zoals chips, maar je wordt ook gewaarschuwd als iets bedorven is. Je proeft met je tong, je tong is bedekt met heel veel kleine bultjes, die we smaakpapillen noemen. Ze versturen via je zenuwen boodschappen naar je hersenen, je hersenen vertellen dan wat voor smaak je proeft. Je tong vertelt ook of het eten koud of warm is.
Een tong bestaat uit buigzame spieren. Je proeft er niet alleen mee, maar je gebruikt je tong ook om te zingen en praten. Je tong helpt je ook met eten, door je eten in je mond van de ene kant naar de andere kant te laten gaan waardoor je tanden het eten fijn kunnen kauwen. Dan duwt je tong je eten naar de achterkant van je mond om het door te slikken.
In je mond zit je smaakzintuig: de tong. Over de tong lopen veel groefjes. Aan de zijkanten van die groefjes liggen smaakknopjes. In de smaakknopjes liggen zintuigcellen.
De smaakzintuigen kunnen vier verschillende smaken onderscheiden:
Voor elke smaak zijn er aparte smaakknopjes. Als je een partje van je gepelde sinaasappel opeet, proef je soms een zure smaak. Wanneer zuur bij een smaakknopje voor zuur komt, ontstaan daar impulsen in de zintuigcellen. Via zenuwen gaan de impulsen naar de hersenen. In de hersenen word je je bewust van de smaak. Je proeft zuur. Doe je een beetje suiker bij de sinaasappel, dan proef je ook zoet. Hoe zoeter het wordt, hoe minder je het zuur erin proeft.
Bij proeven werken je reukzintuig (de neus) en je smaakzintuig samen. Hierdoor kun je meer dan vier verschillende smaken proeven.
Je tong als zintuig. https://schooltv.nl/item/smaak-een-van-je-zintuigen/#q=zintuigen