Opdracht 4

Ongeslachtelijke voortplanting bij dieren

Bestudeer de Kennisbank: bekijk pagina 1 (Voortplanting bij dieren), pagina 2 (Ongeslachtelijke voortplanting) en pagina 3 (Balts).

Voortplanting bij dieren

Lees de aanvullende informatie hieronder.

Extra: Balts

Bij dieren die zich geslachtelijk voortplanten, moeten de zaadcellen en eicellen bij elkaar komen. Veel waterdieren lozen hun eicellen en zaadcellen in het water. De kans op bevruchting is dan natuurlijk niet zo groot.

Bij veel dieren komt dan ook een paring voor: de zaadcellen worden in het lichaam van het vrouwtje gebracht. De vrouwtjes moeten dan wel ’veroverd’ worden. Dat is meteen een goede selectie: alleen de sterkte mannetjes krijgen nakomelingen.

Zygote

In de zygote komen de erfelijke eigenschappen van de vader en de moeder bij elkaar. Daardoor lijkt de nakomeling in sommige eigenschappen op de moeder, in andere op de vader. Bij elke nakomeling is die mix van eigenschappen net een beetje anders. Daardoor is bij soorten die zich geslachtelijk voortplanten, elk individu uniek. En dat kan grote voordelen hebben! Wanneer in de omgeving er iets verandert (de temperatuur stijgt, een bepaald soort voedsel raakt op of er breekt een ziekte uit) zullen veel individuen dood gaan, maar er zijn altijd wel een paar met net iets andere eigenschappen, waardoor ze overleven.

Bij ongeslachtelijke voortplanting hebben alle individuen precies dezelfde eigenschappen. Het gevaar is dan dat onder slechte omstandigheden ze allemaal kunnen doodgaan.

De zygote kan zich verder ontwikkelen tot volwassen dier. Bij veel insectensoorten, zoogdieren en vogels verloopt deze ontwikkeling geleidelijk. Maar bij sommige insectensoorten ziet het jonge dier er heel anders uit dan het volwassen dier. Je noemt dat gedaanteverwisseling of metamorfose. Aan het jonge dier kun je dan niet zien hoe het er als volwassene uitziet.  Denk maar aan een vlinder. Uit een vlinderzygote groeit eerst een larve, de rups. Na enige tijd verandert de rups in een pop. Daaruit kruipt het volwassen dier ofwel imago, de vlinder.

Voortplanting zonder bevruchting

Bladluizen planten zich in de zomer heel snel ongeslachtelijk voort. In de herfst ontstaan er mannetjes en vrouwtjes die eicellen en zaadcellen vormen. De bevruchte eicel overwintert. In het voorjaar komt daar een vrouwtje uit, dat zich weer ongeslachtelijk voortplant. Sommige dieren krijgen vleugels, waardoor ze snel veel planten kunnen bezoeken.

Bij insecten, zoals als mieren en bijen, kan de koningin zich voortplanten zonder dat de eitjes worden bevrucht. Uit deze onbevruchte eitjes ontstaan mannetjes (darren). Uit de bevruchte eitjes ontstaan vrouwtjes: de werksters of de nieuwe koningin.

 

Geslachtelijk of ongeslachtelijk of allebei?

Klik op een organisme.
Lees de beschrijving (in het Engels).
Kies dan voor geslachtelijke (sexual) of ongeslachtelijke voortplanting (asexual).

Test hier je kennis: learn.genetics