Muizenissen
Naast het houden van een hond of kat, krijgen de meeste kinderen eerst een kleiner dier om het verzorgen te leren. Konijnen, cavia’s, hamsters en muizen zijn favoriet.
Opdracht 1 en 2 kun je in tweetallen maken.
Opdracht 1 Allelen
De haarkleur bij muizen wordt bepaald door een gen met 4 allelen.
Die allelen zijn onderling dominant in een bepaalde volgorde.
allel (Ay) is dominant over de andere allelen.
allel At is dus recessief ten opzichte van Ay en A, maar dominant over a.
Ay zorgt voor een gele vacht.
A voor de Agouti kleur.
At maakt de vacht ‘black and tan’.
a veroorzaakt een zwarte vacht.
bij twee allelen Ay dan sterft het dier. Ay is een lethaal allel.
Maak in een tabel een overzichtje van de verschillende genotypes en fenotypes van de muizen.
Opdracht 2 Kruisingen
Uit welke kruisingen kunnen dode muizen geboren worden?
Leg met het kruisingsschema uit hoe groot de kans is dat twee ouders die beide een lethaal allel dragen, dood geboren nakomelingen krijgen.
Neem als voorbeeld muizen met de genotypes AyA en Aya.
Neem het kruisingsschema over en vul de goede allelen in.
...
a
Ay
...
...
...
...
...
De kans op een doodgeboren jong is ... %.
Gebruik een kruisingsschema om te laten zien welke nakomelingen er kunnen ontstaan bij de kruising van een willekeurige Agouti muis met een ‘black and tan’ muis. Download hier het werkblad.