Stap 3 - Keuzeopdrachten A en B

Maak een keuze uit opdracht 3A of 3B in overleg met de docent.

Opdracht 3A Mendels tomaten plantjes
Je kunt de erfelijkheid bij tomaten ook erg goed zelf bestuderen.
Ga aan het werk met de opdrachten uit ' mendels tomaten plantjes '.
Je bestudeert monohybride en dihybride overerving van kenmerken van de kiemplantjes van tomaten.

Opdracht 3B Tomaten kweken
Kweek op school of thuis de verschillende tomatenrassen en organiseer een proeverij met de klas.
Je kunt de verschillende tomaten ook gebruiken voor opdracht 4.
Gebruik de link voor kweekinformatie.

Opdracht 4 Tomatenrassen
De laatste jaren zijn er steeds meer verschillende tomaten in de winkel te koop.
Ze verschillen niet alleen in grootte maar ook in smaak en kleur.
Je gaat een onderzoek doen naar de verschillen tussen tomatenrassen.
Verdeel de klas in zoveel groepen als er tomatenrassen zijn gekozen.
Maak per groep de onderstaande opdrachten. Zet de resultaten in de tabel.

Benodigdheden:

  1. De grootte van de tomaten
    Maak een natuurgetrouwe tekening van de lengte- en dwarsdoorsnede van de tomaat.
    Geef met een pijl aan waar de zaden(pitten) zitten.
    Meet de diameter in centimeters, zet deze bij je tekening en vul de tabel in.
  2. Aantal hokken
    Op een dwarsdoorsnede kun je zien dat je tomaat uit een aantal kamertjes (hokken) bestaat.
    Noteer het aantal in de tabel.
  3. Lekgewicht
    Weeg 2 nieuwe tomaten en weeg 2 tissues. Noteer het gewicht.
    Leg de tomaten op een tissue en snijdt ze elk in vier tot 8 stukken (afhankelijk van de grootte van je tomaat) Maak dwars en lengte doorsnedes per tomaat. Leg de stukken op de tissue en keer ze na 30 seconden om. Na de volgende 30 seconden haal je de stukken weg. Weeg nu de tissue (voor en na) en deel het uitleggewicht door het gewicht van de tomaten. Zet de resultaten in de tabel.
  4. Smaak
    Proef je eigen tomaat en de tomaten van de andere groepjes.
    Sorteer de tomaten in een volgorde van zoetheid. Gebruik de aanduidingen matig zoet, zoet en heel erg zoet.
  5. Vragen
    1. Welk verband is er tussen het aantal hokken per tomaat en het lekgewicht?
    2. Leg uit welke tomaat zou je willen gebruiken om tomatenketchup van te maken.
    3. Leg uit welke tomaten kun je het beste gebruiken in een salade.
    4. Bedenk een nieuwe toepassing voor tomaten en omschrijf aan welke eisen die tomaat zou moeten voldoen.

Opdracht 5 Erfelijkheid bij tomaten
De drie belangrijkste eigenschappen van tomaten worden bepaald door de volgende genen.

Gen voor Allelen Aanvullingen
Grootte van de tomaat F = klein, f = groot  
Aantal hokken H = tweehokkig, h = meerhokkig  
Suikergehalte SL = laag suikergehalte
SH = hoog suikergehalte
Er is een intermediair genotype met
een matig(zoet) suikergehalte.