Stap 5

Kruisingen met twee of meer genen
Dieren (en planten) hebben meer genen dan chromosomen per cel.
Dat betekent dat de genen verdeeld zijn over een aantal chromosomen en dat er meerdere genen op een chromosoom liggen. Wanneer er meerdere genen op een chromosoom liggen zijn die genen gekoppeld.
Ze erven ‘samen over’. Door crossing-over (overkruising) kunnen genen ook ontkoppeld raken.

Lees in de kennisbank:

KB: Gekoppelde genen

Opdracht 1 Runderen
In stap 1 heb je gekeken naar wel of geen hoorns en de kleur van de vacht van runderen.
Stel je voor dat een fokker beide eigenschappen zou willen gebruiken.
De genen liggen op aparte chromosomen.
Maak een kruisingschema met de ouders, de F1 en F2.
Het fenotype van de ouder-koe is ongehoornd en zwartbont.
Het dier is homozygoot voor beide eigenschappen. De stier is gehoornd en roodbont.
Controleer je antwoord met een klasgenoot.

Opdracht 2 Samen op een chromosoom
In stap 1 ben je er vanuit gegaan dat de genen voor hoorn dragen en vachtkleur op aparte chromosomen liggen.
Dat zal in de praktijk eerder uitzondering dan regel zijn. Maak de vragen die staan op het werkblad .

Opdracht 3 Bananenvliegjes
Bananenvliegjes hebben 8 chromosomen (n=4) in hun cellen. Alle genen liggen op die chromosomen.
De uitkomst van een kruising kun je gebruiken om uit te zoeken of twee genen wel of niet gekoppeld zijn.
Normaal heeft een fruitvliegje een lichtbruin lichaam en vleugels die twee keer zo lang zijn als het achterlijfje.

Bij de vliegjes komen de recessieve kenmerken vestigial (gereduceerde vleugeltjes) en black (zwart lichaampje) voor.
Uit een kruising van een heterozygote vrouwtje met een zwart mannetje met vestigial vleugeltjes komen de volgende resultaten:

fenotype normaal vestigial black vestigial/black
proef 1 153     147
proef 2 94     86


Leg met een kruisingsschema uit of de eigenschappen vestigial en black gekoppeld zijn.
Bespreek met je docent wat je met de uitwerking doet.

Opdracht 4 Overkruising
In een aantal gevallen kan de koppeling tussen genen op een chromosoom verbroken worden.
Overkruising (crossing-over) en het uit elkaar gaan van de chromatiden tijdens de meiose is daarvoor verantwoordelijk.
Maak de opdracht op het werkblad .
Bespreek met je docent wat je met de uitwerking doet.