Stap 4

Een intermediair fenotype
Wanneer het genotype van planten en dieren verandert, kunnen ook fenotypische verschillen ontstaan.
Dat is niet altijd zo. Homozygoot dominante en heterozygote organismen zijn genotypisch verschillend en meestal fenotypisch gelijk!
Bij de geurende nachtschone (zie de foto) komen witte, rode en roze bloemen voor.
Uit de kruising van een plant met homozygoot rode bloemen en één met homozygoot witte bloemen ontstaat een F1 met alleen maar roze bloemen.

Opdracht 1 Kruisingsschema
Je gaat een kruisingsschema van de kruising maken.
Beantwoord eerst de volgende vragen.

  1. Welke kleur is dominant?
    1. rood
    2. wit
    3. beide
    4. geen van beide
  2. Bij sommige kruisingen spreekt men van een intermediair fenotype in de F1.
    Welke kleur heeft het intermediaire fenotype?
    1. wit
    2. roze
    3. rood

Stel je voor dat er sprake is van twee allelen namelijk een voor rode bloemen (Br) en een voor witte bloemen (Bw)
Maak nu het kruisingsschema van de P en de F1 generatie.
Vergelijk jouw antwoord met het antwoord van een klasgenoot.
Vul zo nodig jullie antwoorden aan.

  1. Hoe groot is de kans op een nakomeling met rode bloemen wanneer je twee planten met roze bloemen met elkaar kruist?
    1. 0%
    2. 25%
    3. 50%
    4. 100%

Opdracht 2 Nachtschone
Een kweker die graag roze bloeiende nachtschone planten wil kweken krijgt een probleem wanneer hij steeds roze-bloeiende met roze-bloeiende kruist.

  1. Hoe zou de kweker dat kunnen oplossen?
    Bedenk een oplossing samen met je klasgenoot en overleg met andere klasgenoten.
    Als kweker kun je ook verder kweken met helemaal homozygote planten voor een bepaald kenmerk.
    Deze planten vormen een zuivere lijn.
    Bestudeer op bioplek de informatie over zuivere lijnen.
  2. Welke kleuren nachtschone planten kan de kweker gebruiken om met een zuivere lijn verder te werken?

Opdracht 3 Brandnetel
Bij de kleine brandnetel komt een gen voor dat de bladgroenvorming regelt. Heterozygote exemplaren bevatten maar een derde van de normale hoeveelheid bladgroen. Planten met twee recessieve allelen hebben zo weinig bladgroen dat ze sterven omdat hun fotosynthese te weinig energierijke producten levert.

  1. Welk effect zal heterozygotie hebben op de groei van de planten?
    Leg je antwoord uit.

Kies voor de beide allelen een letter.
Een heterozygote plant wordt gekruist met een normale plant.
Maak met een kruisingsschema duidelijk hoe de F1 en de F2 eruit gaan zien wanneer de F1 planten onderling zonder beperking kruisen.
Vraag voor de controle om een uitwerking aan je docent.