Stap 7

Erfelijkheid van meerdere genen
In 2000 is het totale menselijk genoom (het geheel van genen die in het DNA opgeslagen liggen), in kaart gebracht. Het totale DNA omvat ongeveer 30.000 genen.

De DNA code van al die genen staat in een databank die via internet te raadplegen is.

  1. Op hoeveel chromosomen liggen alle genen van een mens?
    1. 1
    2. 23
    3. 46
    4. 92

Bestudeer de kennisbank:

KB: Dihybride kruising (pagina 7 tot en met 9)

Opdracht 1 Overerving van twee genen
Als voorbeeld van overerving van twee genen nemen we het gen voor oogkleur en het gen voor een bepaalde bloedgroep. Uit een huwelijk van een man met bruine ogen en bloedgroep A en een vrouw met bruine ogen en bloedgroep B is een kind geboren met blauwe ogen en bloedgroep O. De ouders willen weten hoe het genotype en fenotype (voor bloedgroep en oogkleur) van mogelijke broertjes en zusjes van hun eerste kindje er uit zouden kunnen zien.

  1. Zoek met behulp van Biodata/Binas of internet uit op welke chromosomen de betreffende genen liggen.

Opdracht 2 Toetsvragen
Maak zelf een toetsvraag voor twee genen bij de mens waarvan het ene gen wel en het andere niet geslachtsgebonden is. Vergelijk je vraag met die van een klasgenoot en los elkaars vraag op.

Opdracht 3 Chromosomen
De menselijke chromosomen zijn genummerd. Je weet al dat de geslachtschromosomen nummer 23 hebben.
Als genen op hetzelfde chromosoom liggen noemen we ze gekoppeld.
De eigenschappen waar deze gekoppelde genen voor coderen zijn dus ook gekoppeld.

  1. Leg met behulp van BINAS/Biodata uit waardoor het komt dat mensen met donker haar vaak een bruine oogkleur hebben.

Opdracht 4 Nagel-patella syndroom
Bij mensen komt een erfelijke afwijking voor die bekend staat als het nagel-patella syndroom.
Patella is de latijnse naam voor de knieschijf.
Vergelijk de tekst van de Nederlands wikipedia en de Engelstalige wikipedia (nail-patella syndrome) met elkaar.

  1. Op welke manier wordt die koppeling aannemelijk gemaakt?
  2. Het nagel-patella syndroom komt voor bij 22 op de miljoen mensen.
    Hoeveel mensen zouden er in ons land dus last van kunnen hebben?
  3. Medici spreken wel over een koppeling van het allel voor bloedgroep A met het nagel-patella syndroom.
    Zoek uit hoeveel procent van de Nederlandse bevolking bloedgroep A heeft.
  4. Ga uit van 16 miljoen Nederlanders. Hoeveel Nederlanders zouden dan bloedgroep A hebben?
  5. Welke conclusie kun je trekken uit de vergelijking van het voorkomen van het nagel-patella syndroom en het voorkomen van bloedgroep A?

Controleer je antwoorden met behulp van het antwoordblad Erfelijkheid van meerdere genen.