Antwoorden

Stap 1
Opdracht 2
 Schotse hooglander

  1. Het dragen van hoorns

Opdracht 3 Stier Herman

  1. Met koeien en stieren die homozygoot dominant voor dit kenmerk zijn!

Opdracht 4 De kleur van runderen

  1. De beide ouders van koe 6 zijn zwart-bont. Koe 6 is roodbont dan moet het allel voor roodbont recessief zijn.

Opdracht 5 Melkproductie

  1. Voeding en diergezondheid.
  2. Eiwitopbrengst.
  3. Een goede fokstier kiezen.

Stap 2
Opdracht 1
 Lapjeskater

    1. X chromosomale erfelijkheid.

Opdracht 3 Nestje
Er zijn lapjeskatjes dus hun vader zal geel geweest zijn!
Het zwarte poesje heeft een vader die zwart geweest moet zijn (anders was ze lapjeskat geworden.
Mariska’s poes is door twee katers bevrucht.

Stap 3
Opdracht 2
 Kruisingen

  1. Alle kruisingen waarbij de beide ouders een Ay-allel aan de nakomelingen geven.
  2.   Ay a
    Ay AyAy Aya...
    A AyA Aa
  3. De kans op een doodgeboren jong is 25%.
  4. Uitwerkbijlage Agouti muis

Stap 6 
Opdracht 3 Mitochondriën

    1. Ze zorgen voor de energieproductie.

Opdracht 4 Overerfven

  1. Na de bevruchting zijn in de zygote alleen mitochondriën van de moeder aanwezig.

Opdracht 5 Ziekte van Leigh

  1. Het aantal mutante mitochondriën in de cellen kan per patiënt verschillen en dus ook de intensiteit van de stofwisselingstoring.