Kennis: basiskennis AF, pathologie (bewegingsapparaat, circulatiestelsel, longenstelsel, spijsverteringsstelsel, urogenitaalstelsel, hormoonstelsel, zenuwstelsel, huid, zintuigen, cellen en weefsels), beroepscode, bacteriologie en virologie, benaderingswijzen dementerenden, patiëntveiligheid, brandveiligheid en preventie.
Gedrag: belangrijkste gegevens halen uit informatie van collega’s en betrokkenen, overdrachten en onderzoeken; respect voor ervaringsdeskundigheid; aandacht voor beleving en welbevinden; adequaat reageren op (non)verbale signalen; adequaat reageren bij acute gezondheidsproblemen; rapporteren.
Kennis: (dysfunctionele) gezondheidspatronen, bedcomplicaties en preventieve maatregelen.
Gedrag: rekening houden met behoeften zorgvrager, respect voor privacy en gewoonten, motiveren zorgvrager, observeren gedrag en welbevinden, bevindingen bespreken met zorgvrager en betrokkenen, informeren van betrokkenen, signaleren van veranderingen.
Kennis:beroepscode, beroepshouding, eenzaamheid, sociale uitsluiting.
Gedrag:biedt sturende, motiverende of activerende begeleiding, toont betrokkenheid, stimuleert autonomie van zorgvrager, betrekt naasten, begeleiding bij verwerking gevolgen, herkennen emotionele problemen; anticiperen op kracht van zorgvrager, zorgvrager met respect behandelen, andere deskundigen raadplegen, regie zorgvrager optimaliseren.