In onderstaande tabel staan de verschillende onderdelen van de huid met de bijbehorende functie.

Onderdelen van de huid
| Talgklier | Hier wordt talg (een vetachtige stof) gemaakt. |
| Talg | Afscheiding van talgklieren. Doodt bacteriƫn en houdt de huid soepel. |
| Opperhuid | Bovenste 1-2 mm van de huid die een ondoordringbare laag vormt. Bevat kleurstof ofwel pigment. |
| Lederhuid | Huidlaag onder de opperhuid waarin zweetklieren, talgklieren en zintuigen liggen. |
| Onderhuids bindweefsel | Huidlaag onder de lederhuid waarin veel vet zit. Isolatie van het lichaam. |
| Haar | Alle zoogdieren hebben een huidbedekking met haren (vacht). Dit houdt de warmte vast en dient als bescherming. |
| Haarspiertje | Kan de haar laten bewegen. Bij kou gaan de haren rechtop staan. |
| Hoornlaag | Bovenste laag van de opperhuid. De hoornlaag bestaat uit meerdere lagen dode, (verhoornde) cellen. De hoornlaag biedt bescherming tegen uitdroging en ziekteverwekkers als bacteriƫn en virussen. |
| Kiemlaag | Onderste deel van de opperhuid waar groei plaatsvindt. |
| Bloedvat | Transporteren zuurstof en voedsel naar de huid. Ook brengen ze warmte naar de huid waardoor je kunt afkoelen. |
| Haarzakje | Hier ontstaan de haren. |
| Zweetklier | Maakt zweet. Door zweet te verdampen koel je af. |
| Vet | Houdt warmte vast (isolatie) en dient als reservevoedsel. |