Antwoorden opdrachten 1 t/m 4

Opdracht 1 Regeling

Leg uit wat waarnemen is. Noem 5 manier waarop je iets kan waarnemen.

Waarnemen is het opvangen van prikkels uit je omgeving door zintuigcellen, die deze prikkels omzetten in impulsen. Als deze impulsen aankomen in de grote hersenen, wordt je je gewaar van de invloed uit je omgeving

1. Zien

2. Horen

3. Proeven

4. Voelen

5. Ruiken

Wat zijn prikkels?

Prikkels zijn invloeden uit het milieu op een organisme.

Wat zijn impulsen?

Een impuls is een elektrisch signaal dat door zenuwen kan worden voortgeleid.

Vul in:

Prikkels worden opgevangen door zintuigen, dan ontstaan er impulsen die via zenuwen naar de hersenen worden geleid.

Via welke 2 systemen kan je lichaam zaken regelen?

1. Het zenuwstelsel

2. Het hormoonstelsel

Welke van deze 2 systemen is snel en duurt kort?

Het zenuwstelsel

Hoe komt het dat regeling via dit systeem sneller is?

Dit gaat via impulsen die razendsnel door zenuwen worden doorgegeven

Geef van elk systeem een voorbeeld:

Zenuwstelsel: aansturen van spieren voor beweging

Hormoonstelsel: Regelen van bloedsuikergehalte in bloed / Ontstaan van secundaire geslachtskenmerken / groei

Opdracht 2 Adequate prikkel

ZINTUIG

In welk orgaan ligt het zintuig?

ADEQUATE PRIKKEL

WAARNEMING

gehoorzintuig

oor

geluid

horen

gezichtszintuig

oog

licht

zien

smaakzintuig

tong

smaak

proeven

reukzintuig

neus

geur

ruiken

Druk/tastzintuig

huid

aanraking/druk

voelen

 

Opdracht 3 Drempelwaarde

Welk zintuig is het gevoeligst voor een bepaalde prikkel: een zintuigcel met een hoge drempelwaarde voor die prikkel of een zintuigcel met een lage drempelwaarde voor die prikkel? Leg uit.

Lage drempelwaarde. Hoe lager de drempelwaarde, hoe eerder een zintuig een impuls zal genereren.

Als op je hand een muntje wordt gelegd, voel je dit. Deze drukwaarneming verdwijnt echter snel. Hoe noemen we dit verschijnsel?

Gewenning

Geef nog een ander voorbeeld van dit verschijnsel.

Als je dicht bij het spoor woont, hoor je een voorbijkomende trein na verloop van tijd niet meer.

Opdracht 4: Het zenuwstelsel

Uit welke 2 delen bestaat het zenuwstelsel:

  1. Het centrale zenuwstelsel
  2. Zenuwen die alle delen van je lichaam verbinden met het centrale zenuwstelsel

Uit welke delen bestaat het centrale zenuwstelsel:

  1. Hersenen
  2. Het ruggenmerg

Noem 2 functies van het zenuwstelsel:

  1. ontvangen en verwerken van prikkels uit de omgeving en ons eigen lichaam.
  2. Op basis van deze informatie spieren en klieren aansturen.