We maken weer een stapje in de richting van het ontleden van een samengestelde zin.
Nu maak je van de bijzin een woord en die plaats je in de hoofdzin.
Let op:
De directie van de school heeft de ouders per brief meegedeeld dat de school na de zomer gesloten wordt.
Het schuingedrukte gedeelte kun je vervangen door het woordje ‘dat’.
Let maar op:
De directie heeft dat de ouders per brief meegedeeld.
Je ziet nu dat het woord ‘dat’ in de zin is komen te staan en onderdeel uitmaakt van de hele zin. Er is nu geen aparte zin meer: ‘dat de school na de zomer gesloten wordt’.
Natuurlijk kun je ook andere woorden voor dat in de plaats zetten, maar blijf zo dicht mogelijk bij iets dat al in de zin staat.