Lesdoel 7: Je moet kunnen omschrijven wat fossielen hebben bijgedragen aan de evolutietheorie.
Fossielen: versteende overblijfselen van organismen of afdrukken van organismen in gesteenten. Fossielen ontstaan als resten van organismen van de lucht worden afgesloten door een laag zand of klei. Hierdoor vergaan de resten niet. Harde delen van organismen fossiliseren beter dan zachte delen. Uit fossielen van delen van organismen wordt soms een reconstructie gemaakt van het hele organisme. Uit gevonden fossielen blijkt dat in de loop van de evolutie soorten zijn ontstaan, veranderd en/ of verdwenen.