In Nederland betalen we btw over onze aankopen: belasting toegevoegde waarde. Deze belasting moet de winkelier afdragen aan de overheid. We kennen 3 verschillende percentages:
Stel, jij hebt een webshop waarin jij kleding verkoopt. Een T-shirt kost €14,95 inclusief 21% btw. Dus jij moet nog 21% afdragen aan de overheid. Hoe bereken je dit dan?
Van inclusief naar exclusief btw:
€14,95 incl. 21% = 121%
€14,95 : 121 = €0,12, dit is 1%
€0,12 x 100 = €12,36, dit is 100%, dit is de prijs exclusief btw.
óf in één keer: €14,95 : 121 x 100 = €12,36 is de prijs exclusief btw. Dit is het bedrag wat je zelf houdt. Je moet €14,95 - €12,36 = €2,59 afdragen aan de overheid.
Van exclusief naar inclusief btw:
Stel, je koopt een spijkerbroek in voor €30. Je wilt weten wat deze spijkerbroek kost inclusief btw. Nu reken je andersom: van exclusief naar inclusief.
€30 excl. = 100%
€30 : 100 = €0,30, dit is 1%
€0,30 x 121 = €36,30
óf in één keer: €30 : 100 x 121 = €36,30
In bovenstaande voorbeelden wordt steeds gerekend met 21% btw. Nu heb je ondertussen geleerd dat we in Nederland 3 percentages hebben: 0%, 9% en 21%. Het kan dus ook voorkomen dat je met 9% btw moet rekenen. Hierbij een voorbeeld:
Je bestelt een pizza salami bij de plaatselijke pizzeria en betaalt €9,50 inclusief 9% btw. Wat is dan de prijs exclusief 9% btw?
€9,50 incl. 9% = 109%
€9,50 : 109 x 100 = €8,71
De berekening is dus bijna hetzelfde als wanneer je met 21% rekent, alleen gebruik je nu niet 121% maar 109%, voor de rest verandert er niets.