Een hart van steen - Renate Dorrestein

Dewi van Rooij, H5B

Een hart van steen (niveau 3)

Standaardverslag

1. Samenvatting

Dit boek gaat over de 37-jarige Ellen van Bemmel. Ze is gescheiden en zwanger van een onbekende man. Door een ongelukje raakt ze haar baby bijna kwijt en moet ze voor een maand flink rust houden. Ellen wordt verzorgd door een Lucia die met haar kinderen bij haar is komen wonen om onder te duiken voor haar man, die haar sloeg.

In het boek wordt het levensverhaal van Ellen verteld. Ze woont in Haarlem, waar ze vroeger opgroeide en waar verschrikkelijke gebeurtenissen zijn afgespeeld. Vijfentwintig jaar na de tragedie ziet ze dat het huis waar ze vroeger woonde te koop word aangeboden en ze besluit het te kopen. Eigenlijk is het huis veel te groot voor haar alleen. Vroeger was het ook een kantoor, van het knipselbureau van haar ouders, Bureau van Bemmel. Ze woonden er met het hele gezin, Kester, Sybille (ook wel Billie genoemd), Ellen, Michiel (door Ellen Carlos genoemd), Frits (haar vader) en Margje (haar moeder). In haar huis kijkt ze oude fotoboeken door van haar jeugd en er kwamen een hoop herinneringen en emoties naar boven bij Ellen. Hier vertelt ze alles over in het boek.

De moeder van Ellen, Margje, was bevallen van haar vijfde kind. De baby werd door Ellen Ida genoemd, omdat ze het een lelijke naam vindt en een vloek over de nieuwe baby had uitgesproken. Al voor dat de baby er was had ze er geen fijn gevoel over. Na de bevalling krijgt Margje last van een postnatale depressie. Het hele gezin raakt ontregeld. Margje houdt zich alleen nog maar bezig met zichzelf en Ida. Later is ze ervan overtuigd dat Ida bezeten is door de duivel en dat die uitgedreven moet worden. Ze begint Ida te mishandelen en alleen Ellen merkt daar wat van. Na een tijdje lijkt het of Ellens moeder er weer helemaal bovenop is, maar dan zegt ze dat het lijden bijna voorbij is. Op een avond maakt ze samen met Ellen voor iedereen een schaaltje met zogenaamde vitaminepillen klaar. Iedereen neemt de pillen behalve Ellen die haar hond Orson gaat uitlaten op het strand. Als ze thuiskomt treft  ze haar hele familie dood aan met plastic zakken over hun hoofd. Dan ziet ze dat Carlos nog leeft en neemt hem mee naar de kelder waar ze zich verstopt houden. Haar moeder was gewoon vergeten dat ze nog bestond!
Ellen en Carlos gaan naar een tehuis en een paar jaar later wordt Carlos geadopteerd. Vanaf dat moment heeft Ellen nog nauwelijks contact met haar broertje. Ze blijft alleen achter en blijft in de knoop zitten met haar verleden. Met een aantal belangrijke vragen blijft ze zitten. Vooral over het feit dat ze maar niet kan vatten waarom haar moeder het heeft gedaan. Als ze achttien is gaat Ellen op kamers wonen en medicijnen studeren. Dan komt ze erachter dat haar moeder gewoon aan kraamvrouwenpsychose leed en dat alles met de juiste medicijnen voorkomen had kunnen worden.
Aan het eind van het boek krijgt ze een antwoord op haar laatste vraag en maakt ze een nieuwe start. Ze sluit haar verleden af en gaat door met leven met de mensen die ze nu nog heeft.

 

2. Analyse van het boek

Werkelijkheid in het boek:

Het verhaal is realistisch, en ik vind het ook erg geloofwaardig overkomen. Er is wel één gebeurtenis in dit boek wat ik niet zo realistisch vind. Namelijk dat als Ellen terug keert naar haar ouderlijk huis, ze daar schimmen ziet. Dat vind ik niet geloofwaardig.

 

Bedoeling van de schrijver:

Het doel van de schrijfster is om mensen mee te slepen in het verhaal van Ellen.

 

Thema:

Het thema van dit boek is jeugdtrauma en rouwverwerking.
Doordat Ellen dit heeft meegemaakt zal het heel moeilijk voor haar zijn om verder te kunnen leven. Ze kan haar verleden eigenlijk heel moeilijk achter zich laten. Je kan dus gerust spreken van een trauma.

 

Motieven:

Eenzaamheid:
Ellen groeit op zonder haar ouders, broers en zussen. Haar ouders, oudere broer en zussen overlijden en haar broertje wordt geadopteerd en ziet ze niet meer. Omdat ze zich afsluit van het verleden en haar gevoelens, versteent haar hart en kan ze moeilijk meevoelen met andere mensen. Ze is gescheiden en als Lucia en haar kinderen bij haar wonen, mag er vanwege haar veiligheid ook niemand langskomen. Hierdoor raakt ze nog geïsoleerder. Behalve Bas heeft ze eigenlijk niemand die haar helpt.

Dood:
Ellen sluit het verleden af en herinnert zich niets meer van de dood van haar ouders, broer en zussen. De dood speelt toch een belangrijke rol in haar leven. Zo voert ze in haar hoofd gesprekken met de dode Billie en Kester, die haar adviseren. Ze wordt patholoog-anatoom en ook koopt ze het huis waar het drama plaatsvond. Ze noemt zichzelf soms Sybille, naar haar dode zus, en ze wil haar ongeboren dochter Ida-Sophie noemen, vernoemd naar haar dode zusje.

Namen:
Ellen geeft iedereen een andere naam en ze vind het hebben van een juiste naam heel belangrijk. Een naam moet volgens haar echt bij iemands persoonlijkheid passen.

 

Personages:

Ellen:
Dit is de hoofdpersonage van het boek. Zij is als het ware de schrijfster van het boek. Je beleeft alles door haar ogen. In het begin van het boek is Ellen, als twaalfjarige, een zorgzaam, vrolijk en intelligent meisje. Nadat haar moeder haar familie vermoordt heeft wordt Ellen harder, emotioneler en onzekerder.

Margje:
Margje is de moeder van Ellen en getrouwd met Frits. Margje en Frits hadden een gelukkig leven tot de komst van Ida. Frits maakt zich veel zorgen over Margje en Margje kijkt nadat Ida is geboren niet meer naar hem om. Op een dag wordt Frits daar zo boos om dat hij Margje verkracht. Maar al snel heeft hij daar enorm veel spijt van. Margje veranderd in de loop van het boek. Door haar postnatale depressie verhard ze helemaal en uiteindelijk vermoordt ze daardoor haar eigen kinderen.

Sybille, Kester, Carlos en Ida-Sophie:
Dit zijn de broertjes en zusjes van Ellen. Zij hebben niet echt een belangrijke functie. In het boek doen ze niet echt dingen die belangrijk zijn voor het verhaal. Ik denk dat Carlos de belangrijkste is, want Ellen maakt zich het meest zorgen om hem.

 

Perspectief:

Het verhaal wordt verteld vanuit de ik-persoon. Die persoon is Ellen. Het boek is een soort van dagboek, waarin je mee gaat in de gevoelens en gedachtes van Ellen.

 

Tijd:

Het boek speelt zich eigenlijk af in twee verschillende periodes. Een periode is in de verleden tijd, zo’n 25 jaar geleden. De andere periode is gewoon in het heden.

 

Chronologie:

Dit boek wordt niet-chronologisch verteld. Er wordt veel gebruik gemaakt van flashbacks door het verhaal heen. In de ene alinea is Ellen bijvoorbeeld 12 jaar en in de volgende alinea is ze weer 36 jaar.

 

3. Informatie over de schrijver

De schrijfster van dit boek is Renate Dorrestein. Renate is geboren op 25 januari 1954 in Amsterdam. Voordat ze fictie ging schrijven, was ze journalist bij Panorama. Later werd ze columnist bij De Tijd en Opzij.
De romans van Dorrestein vertonen veel kenmerken van het genre gothic novel. Kenmerken van dit genre zijn familiegeheimen, verdrongen herinneringen, geestverschijningen en bloedstollende gewelddadigheden. Haar verhalen spelen zich vaak af op geïsoleerde plaatsen die veilig lijken, maar dat niet altijd zijn.

Renate schrijft heel indirect. Je moet er soms dus ook lang over nadenken over wat ze nou eigenlijk bedoeld met een bepaalde zin. Haar schrijfstijl is soms best verwarrend.

 

4. Mijn mening

Ik vond het een spannend boek om te lezen. Doordat ik er graag achter wou komen wat er precies gebeurt was met familie van Bemmel, ging het lezen best vlug. Wel vond ik de schrijfstijl die Renate gebruikt soms moeilijk. Ze schrijft namelijk heel indirect en ik wist daarom soms niet helemaal wat ze bedoelde. Ook maakt ze veel gebruik van flashbacks in dit boek en dat zorgt soms ook voor verwarring. Ik vond het verder wel een interessant thema, omdat het wel een realistisch verhaal is, maar het niet zo snel zal gebeuren in het echt.