Aardappelen

Video: hoe groeit een aardappel.

Aardappelen kan je makkelijk herkennen in het veld, omdat ze op ruggen worden geteeld. Zo kunnen ze makkelijker worden geoogst.

We onderscheiden verschillende soorten aardappelen: pootaardappelen, consumptieaardappelen en zetmeelaardappelen. Uit pootaardappelen worden nieuwe aardappelen geteeld.

Alle aardappelen worden gepoot in het voorjaar. De pootmachine maakt meteen ‘ruggen’, de heuvels waarin de aardappels groeien. Dit wordt gedaan om de aardappels later zo goed mogelijk te kunnen oogsten. Soms worden de ruggen in dezelfde werkgang aangefreesd, dat wil zeggen dat de rug wordt verstevigd, soms gebeurt het aanfrezen een aantal dagen na het poten. De aardappels kiemen en vormen een plant die boven op de rug groeit. Tegelijkertijd groeien er onder de grond nieuwe uitlopers waaraan nieuwe aardappels worden gevormd.

Aardappels worden gepoot in maart/april/mei, afhankelijk van het weer en het ras. Het gewas bloeit in juni. De bloemen zijn wit, roze of paars. In augustus/september beginnen de planten te verouderen en af te sterven. De planten worden afgesneden en de restanten worden doodgespoten. Dit gebeurt om te voorkomen dat via de afstervende bladeren schimmels, virussen en bacteriën in de nieuwe aardappels komen. Biologische boeren branden het gewas vaak af. Nadat het gewas is doodgespoten of afgebrand duurt het nog een aantal weken voordat er kan worden geoogst. In die tijd harden de aardappels onder de grond af en vergaan de ‘moederknollen’, de oorspronkelijk gepote aardappel, zodat deze niet de oogstmachine vervuilen of in het geoogste product komen. Na de oogst worden de aardappelen meestal opgeslagen in de schuren van de boeren zelf.

Pootaardappelen

Pootaardappelen worden in het eerste jaar als miniknollen gekocht door de boer. Deze miniknollen worden opgekweekt uit plantweefsel door gespecialiseerde bedrijven . De miniknollen worden gepoot in een klein veld. De oogst wordt door de pootaardappelboer opgeslagen en het volgend jaar uitgeplant. De meeste pootaardappeltelers vermeerderen zo 4-5 jaar totdat ze de oogst verkopen aan de boeren die de aardappels voor consumptie telen of voor zetmeelproductie. Elke gepote aardappel levert gemiddeld 8 nieuwe aardappelen op. Een miniknol kost per stuk gemiddeld € 0,50. Pootaardappelen leveren zo’n € 0,30 per kilo op, consumptieaardappelen gemiddeld € 0,10 per kilo.  Om voldoende winst te maken zorgt de pootaardappelteler er dus voor zo veel mogelijk eindproduct te produceren, maar in principe kunnen de aardappelen ook elk jaar verkocht worden als pootgoed voor andere boeren of als consumptieaardappelen.

Tijdens de teelt is het vooral voor pootaardappelen heel belangrijk dat zij vrij blijven van ziekten en plagen, vooral virussen en bacteriën. Daarvoor worden door de boeren alle aardappels bekeken vanuit ‘selectiekarren’ die over het gewas rijden. Alle zieke planten worden verwijderd.

Pootaardappelen worden eerder geoogst dan consumptieaardappelen en zetmeelaardappelen. De reden is, dat het bij de teelt van pootaardappelen gaat om zo veel mogelijk nieuwe aardappels te krijgen, maar deze hoeven niet heel groot te zijn. Liever niet zelfs, want kleinere pootaardappelen zijn makkelijker te vervoeren. Met name voor pootaardappelteelt gelden strenge eisen aan kwaliteit en vrij zijn van ziekten en plagen. Hiervoor komt de NAK (Nederlandse Algemene Keuringsdienst) regelmatig kijken in de velden met pootaardappelen. De NAK kan ook percelen afkeuren. Die aardappels worden dan verkocht als consumptieaardappelen. De ziekten waarop kan worden afgekeurd zijn namelijk vooral schadelijk voor de aardappelplanten in het volgende seizoen en niet voor mens en dier. Vanaf de oogst zijn pootaardappeltelers al weer druk met sorteren van pootgoed voor de export naar landen waar in de herfst wordt gepoot. Bij het sorteren worden alle beschadigde of zieke aardappels er uit gehaald.

Consumptieaardappelen

Consumptieaardappelen worden langer in het veld gelaten dan pootaardappelen om zoveel mogelijk kilo per hectare te produceren. Ze worden gemiddeld in september/oktober geoogst. Consumptieaardappelen worden gebruikt voor verkoop aan consumenten als onbewerkt product, maar ook bewerkt verkocht (meestal voorgekookt en gesneden). Verder worden ze gebruikt voor frites, chips en andere aardappelproducten.

Zetmeelaardappelen

Zetmeelaardappelen worden geteeld om zetmeel uit te winnen voor voedsel, maar ook voor producten als lijm, enz. Zetmeelaardappelen worden geoogst in september/oktober. Ze worden verwerkt bij de coöperatie Avebe in Ter Apelkanaal, Gasselternijveen en Foxhol of bij de Duitse coöperatie in Emlichheim.

Bron: Nederlandse Akkerbouw Vakbond