Introductie

In de kinderopvang werk je met kinderen in groepsverband. Je zorgt voor een veilige en positieve groepssfeer waarin ieder kind zichzelf kan zijn, want dan kan een kind zich in een groep goed ontwikkelen. Daarbij is het belangrijk dat je gedrag van kinderen kunt en wilt begrijpen, dat je gewenst gedrag stimuleert en ook kunt omgaan met ongewenst gedrag. In een groep kinderen kunnen ook botsinkjes, ruzies en conflicten tussen kinderen ontstaan. Wat doe je wanneer er onderling wordt gepest? In deze lessenserie leer je daar over.

 

De lesstof die we gebruiken is het Profielboek NU Pedagogisch Werk, hoofdstuk 6, aangevuld met informatie uit andere bronnen op internet