Hoofdstuk 4: Het assortiment (34 punten)

Paragraaf 4.1 Assortimentsopbouw

  • Maak een overzicht van de assortimentsopbouw van jouw winkel.
  • Welke assortimentsgroepen zijn er?
  • Verdeel de drie belangrijkste assortimentsgroepen in artikelgroepen.
  • Beschrijf de artikelsoorten van drie artikelgroepen.

Paragraaf 4.2 Seizoensartikelen

  • Komen er In jouw winkel seizoensartikelen voor? Als dat zo is, beschrijf dan zo volledig mogelijk welke seizoensartikelen dat zijn. Als jouw winkel geen seizoensartikelen heeft, schrijf dan twee redenen op waarom dat zo is.

Paragraaf 4.3 Artikelkennis artikeloroep 1

Kies een artikelgroep en kies uit deze artikelgroep één artikel. Beschrijf voor het gekozen artikel de volgende onderwerpen:

  • Kenmerken van het artikel:
  • Waar is het artikel van gemaakt? (grondstoffen en/of ingrediënten)
  • Waar komt het artikel vandaan?
  • Wat zijn de producteigenschappen van het artikel? (type, afmeting, samenstelling, constructie, prijs-kwaliteitverhouding)
  • Welke informatie is van belang voor klanten als ze het artikel willen kopen?
  • Doelgroep:
  • Wat is de belangrijkste doelgroep voor dit artikel?
  • Indeling merken:
  • Is er van het artikel een A-merk, B-merk, C-merk en/of huismerk?
  • Als dat zo is, zijn er dan kwaliteitsverschillen tussen de merken? En hoe groot is het prijsverschil?
  • Als dat niet zo is, schrijf dan twee redenen op waarom er geen A-merk, B-merk, C-merk. en/of huismerken zijn.
  • Milieu:
  • Welke informatie kun je bij verkoop van het artikel geven over het milieu?

(bijvoorbeeld EKO-keurmerk, energieverbruik, verpakking, recycling, productie)

Paragraaf 4.4 Artikelkennis artikelgroep 2

Kies een tweede artikelgroep en kies uit deze artikelgroep één artikel. Beschrijf voor het gekozen artikel dezelfde onderwerpen als je voor artikelgroep 1 hebt gedaan.

Paragraaf 4.5 Artikelkennis artikelgroep 3

 


Kies een derde artikelgroep en kies uit deze artikeigroep één artikel. Beschrijf voor het gekozen artikel dezelfde onderwerpen als je voor artikelgroep 1 en 2 hebt gedaan.