Aan het eind van je werkstuk beschrijf je de bronnen waar je de informatie vandaan gehaald
hebt. Schrijf alle bronnen netjes onder elkaar.
Je gebruikt minimaal drie bronnen bij het schrijven van je werkstuk. Waarvan minimaal twee
verschillende soorten bronnen. Voorbeelden van soorten bronnen zijn:
- een boek (schrijf de titel, de naam van de auteur, de uitgever en de datum van publicatie op)
- internet (schrijf de naam van de website op en als het mogelijk is ook de titel van het artikel, de naam van de auteur en de datum van publicatie)
- een vakblad (schrijf de naam van het vakblad, de titel van het artikel, de naam van de auteur en de datum van publicatie op)
- een interview met een deskundige (schrijf de naam van de deskundige en de datum van het gesprek op)
- een bezoek aan een bedrijf (schrijf de naam van het bedrijf op en de persoon die je hebt gesproken)
|